Rotterdammers maken Rotterdam

Wat weten we van Nesselande?

Martine de Wit Tekst
Arie Kievit Beeld

Nesselande. Vinexwijk. Badplaats. Stadsdorp. Sommigen zien in deze plek het beloofde land, anderen wil er niet dood gevonden worden. Maar eigenlijk hebben de meeste mensen amper een beeld bij dit nieuwbakken stuk Rotterdam. Hoog tijd voor een kennismaking.

Metrolijn B brengt je in een klein halfuur van station Beurs naar Nesselande. Om bij het strand – veruit de grootste trekpleister van de wijk – te komen, volg je exotisch klinkende namen als het Korfoepad, het Miami-appartementencomplex en de Cypruslaan. Ze brengen je als vanzelf in vakantiesferen. Misschien begon Nanda Van Santen daarom wel een reisbureau in haar huis aan de Siciliëboulevard. “We wonen hier nu acht jaar,” vertelt ze. “We hadden net ons derde kind gekregen en waren op zoek naar een groter huis. Mijn ouders kochten hier in de straat een flat en toen raakten wij ook geïnteresseerd. Zevenkamp was ook een optie; daar komen we vandaan en het was daar prima. Maar de huizen hier in Nesselande waren echt veel mooier en luxer. Het bestemmingsplan met basisscholen, sportgelegenheid en het strand sloten goed aan, dus we waren vrij snel ‘om’.”

Van Santen en haar ouders zijn de schoolvoorbeelden van Nesselande: senioren met een goed pensioen en hoogopgeleide tweeverdieners werden allemaal verliefd op de beloofde luxe en vrijheid. Op papier welteverstaan, want er stond natuurlijk nog niets. Het enige wat er lag, was een grote berg zand: het resultaat van de graafwerkzaamheden in de Zevenhuizerplas. De plas werd twee keer zo groot, om toekomstige Nesselanders van een enorm recreatiegebied te voorzien. Achtkampers heetten ze toen nog; vanwege de ligging bij Zevenkamp was Achtkamp de werktitel van de wijk.

‘Welstandsvrij bouwen is net als een naaktstrand aanleggen. Je moet het niet overal doen, maar het is wel leuk voor de mensen’

Poldermodel


In 2002 startte de bouw van de eerste huizen, nadat alle toekomstige bewoners en gebruikers hun zegje hadden gedaan. Albert Jan Dekking weet het nog goed. Als voorzitter van de bewonersvereniging Waterwijk woonde hij misschien wel tachtig vergaderingen bij. “Over iedere boom en struik in Nesselande werd overlegd”, herinnert hij zich. “Dat ging zeer zorgvuldig. We werden overal bij betrokken en bewonersinitiatieven werden enorm gestimuleerd.” Hieruit vloeiden onder meer twee beelden voort in het water rond de wijk. Dekking bouwde ze eigenhandig en wijkbewoners zijn zelf verantwoordelijk voor het onderhoud. Dit soort eigenaarschap wordt vaak ingezet om extra binding te creëren met een plek. Het zorgt dat mensen waarde hechten aan hun omgeving.

De Waterwijk is sowieso een creatie van bewoners zelf. Het noordelijke stuk Nesselande bestaat uit meer dan driehonderd kavels waarop ‘welstandsvrij’ mag worden gebouwd. Mensen wonen hier allemaal in een droomhuis dat ze zelf ontwierpen of lieten ontwerpen. Critici noemen het een allegaartje. Dekking: “Welstandsvrij bouwen is net als een naaktstrand aanleggen. Je moet het niet overal doen, maar het is wel leuk voor de mensen. Toen de eerste vijfenzestig kavels van de Waterwijk waren ingevuld, wilde de gemeente toch eenheid aanbrengen in materiaal- en kleurgebruik. Daar staken we een stokje voor. Het was alsof ze zeiden: ‘Dit is een naaktstrand, maar iedereen moet een pet op.’ Dat werkt natuurlijk niet. Gelukkig was de gemeente vatbaar voor onze argumenten.” Dekking laat met gepaste trots zijn huis zien. Het is een moderne woning met een oosters accent, gelegen naast een Toscaanse villa en een rij futuristische bouwwerken. Vinex staat niet synoniem voor eenheidsworst: deze straat vormt het bewijs.

Van weiland naar ‘wijland’

In een nieuwbouwwijk moet alles nog groeien. Bomen en struiken, maar ook de verbinding tussen mensen. Een monument aan het water verbeeldt de transformatie van Nesselande van weiland naar ‘wijland’. In een wijk met veel tweeverdieners is dat een behoorlijke uitdaging, weet Van Santen: “Ik werk bijna twee jaar vanuit huis als reisadviseur en daarvoor was ik moeder. Dan merk je goed hoe stil het hier is. Ook al heerst hier een dorpsgevoel, er gaan dagen voorbij dat ik helemaal niemand zie. Normaal gesproken brengen winkels wat gezelligheid, maar ons winkelcentrum is een trekgat. Het ligt aan de plas en het vangt vol de wind. Ik ga liever overdekt winkelen in Nieuwerkerk. Alleen Albert Heijn en Jumbo beleven een spitsuurtje als iedereen uit zijn werk komt, maar kleine ondernemers hebben het zwaar in Nesselande.”

De gezelligheid moet dus ergens anders vandaan komen. Gelukkig puilt het programma van Stichting Buurtwerk uit van de activiteiten. Kinderen kunnen er knutselen in het atelier onder bouwkundige leiding van Dekking, jongeren kunnen er ‘hangen’ in de soos van Jeugdwerk. Verder kun je in multifunctioneel wijkcentrum De Kristal streetdancen, countrydancen, zingen, koken en een workshop singer/songwriter volgen. Zzp’ers uit de omgeving ontmoeten elkaar in het bijbehorende Ness-café en op dinsdagavond strijken de geitenbreiers er neer. “Het zit hier altijd hartstikke vol”, vertelt Nelly Doorenbos vanachter de bar. “Je merkt dat mensen het fijn vinden als er iets gebeurt; ze hebben zin om bezig te zijn.”

Handen uit de mouwen


De Amerikaanse socioloog Herbert Gans deed in 1958 een studie naar het fenomeen suburb. Hij zag toen dat mensen die met een toeristische blik in een nieuwbouwwijk gaan wonen, vaak op het tweede gezicht merken dat er niet veel te doen is. Op het moment dat dit in Nesselande gebeurde, lieten de mensen zich kennen als echte Rotterdammers. ‘Er wat van maken’ werd het credo. “Alle activiteiten die we ondernemen, worden een succes”, vertelt Doorenbos. “Daarin verschilt het hier echt van andere filialen van Stichting Buurtwerk. Als een activiteit ergens anders niet van de grond komt, lukt het wel in Nesselande. Neem een workshop tatoeëren. Daar hebben we hier zó achttien geïnteresseerden voor. De mensen zijn zo enthousiast allemaal!”

Volgens Doorenbos ligt de succesfactor ook in het feit dat Nesselande veel hoogopgeleide inwoners heeft. Er wonen mensen die beroepsmatig gewend zijn om te netwerken en dingen te organiseren. Logischerwijs vindt een groot deel van de activiteiten daarom wel plaats buiten werktijd. “Ik kan me voorstellen dat mensen zonder baan zich overdag eenzaam voelen. Die nodigen we hier altijd graag uit om een kop koffie te drinken of vrijwilligerswerk te doen”, verzekert ze.

‘Het is hier ’s zomers echt heel leuk’

Kinderparadijs


Vanwege het dorpse karakter is Nesselande een walhalla voor jonge gezinnen. In het straatbeeld zag je in de begintijd veel roze en blauwe vlaggetjes. Inmiddels domineren te-koop-borden de gevels. Het landelijke scheidingspercentage is hoog en dat is in Nesselande niet anders. Veel mensen zijn genoodzaakt hun huis te verkopen en je kunt zeggen dat hun droom daarmee in duigen valt. Positiever gesteld: zij maken plaats voor een jongere generatie. De wijk is immers goed ingericht voor mensen met kleine kinderen. De brede school van Nesselande groeide in korte tijd uit tot een megaconcern. Daarin zitten drie basisscholen, verschillende buitenschoolse opvang, flink wat kinderdagverblijven en een dependance van het Centrum voor Jeugd en Gezin dicht bij elkaar. Dat dit opvoedparadijs elke ochtend functioneert als een rampzalige verkeersfuik, neem je als liefhebbende ouder op de koop toe.

Alleen maar nette mensen


Wonen er in Nesselande alleen maar managers en kun je er zonder tophypotheek niet terecht? Nee, weet Doorenbos. “Vooral in het begin dachten mensen dat ze in een soort Wassenaar terecht zouden komen, maar daarvan is geen sprake. Natuurlijk is lang niet iedereen hier rijk.” Dat laat zich nog het best illustreren door de wekelijkse uitgifte van de voedselbank in het wijkcentrum. Slechts een handjevol gezinnen maakt gebruik van de hulp, maar het geeft wel aan dat er verschillen zijn. “Overigens alleen qua inkomen”, vindt Doorenbos. “Qua instelling is iedereen wel ongeveer hetzelfde. Dat is vooral zichtbaar als je kijkt naar de jeugd. Mensen die hier wonen zijn gemotiveerd iets van hun leven te maken en dat geven ze door aan hun kinderen. Ik heb op andere plekken in Rotterdam gewerkt en het valt me op dat jongeren zich hier allemaal zó netjes gedragen. Natuurlijk halen ze weleens kattenkwaad uit en ik word heus weleens boos, maar er is nooit sprake van echte overlast.”

Zuur was het dan ook de eerste paar zomers, toen hangjongeren uit andere delen van de stad het strand kwamen bestormen. Van Santen, die pal aan de boulevard woont, aanschouwde het vanaf haar balkon. “Zeker met zo’n goede metroverbinding vanuit het centrum, weet je dat je drukte kunt verwachten. Dat vind ik helemaal niet erg, maar de eerste paar zomers liep het wel echt uit de hand. De ME en de politie kwamen er zelfs aan te pas. Dankzij een alcoholverbod voor het strand en de boulevard is het nu veel beter onder controle. Gelukkig maar, want het is hier ’s zomers echt heel leuk.”

Vakantieland 


’s Zomers, maar ook op zonnige winterdagen komen de exotische straatnaambordjes goed tot hun recht. De vakantiesfeer is dan dik in orde. Heel Nesselande trekt naar het strand om te wandelen, te zonnebaden of een drankje te doen op de boulevard. Links van de plas sloven tieners zich uit bij het skatepark en de voetbalvelden, gezinnetjes verzamelen zich aan het rustige deel rechts. En op het water zijn altijd wel een paar zeilers of windsurfers in de weer. Want in het winkelcentrum mag de wind dan niet welkom zijn, op de plas is ‘ie dat zeker wel.

Lekker blijven bouwen

Geheel in lijn met de Rotterdamse traditie, blijven ze in Nesselande lekker doorbouwen. Op een aantal locaties komen nog nieuwe huizen en ook qua recreatie zijn er genoeg bouwplannen. Er komt nog een jachthaven, een waterskibaan en een apart festivalterrein voor events als CuliNESSE. En wat mag in een heuse badplaats natuurlijk niet ontbreken? Juist ja: Nesselande krijgt uiteraard ook nog een hotel.