Kloppend hart van Rotterdam

Verstilde nacht

Sander Grip Tekst
Marieke Odekerken Beeld

Maak een knipoog naar de kerstperiode, zet wat singer-songwriters en spannende bandjes op kleine podia en je hebt een kek feest. Met die gedachte streek het reizende festival Stille Nacht neer op en rond de Nieuwe Binnenweg. En verdomd, de mengelmoes van verstilde ritmes, dromerige teksten en een enkele jachtige uitschieter, stijgt het beeld op van een fijn en vooral intiem festival; een aanvulling op het gestaag uitdijende aanbod in de Maasstad.

Jake Isaac

Gers! doet een niet-representatieve greep uit het aanbod deze warme maar winderige 21ste december in Rotterdam. Jake Isaac maakte al indruk op festivals als Eurosonic. In de Arminiuskerk brengt hij de mensen in vervoering met zijn warme mix van soul en folk. De aanwezigen zitten samengepakt op de kerkbankjes, de smalle gangpaden staan bomvol. Isaac begint nog wat verlegen, maar het krachtige Chaos zweept de zaal op. De ballads zijn tedere liedjes, de zang fragiel en klein. En als hij zingt “I’m not perfect, I’m a man”, breekt hij even de ban en stijgt er een ontspannen lach op.

Gedurende het optreden wordt Isaac steeds zekerder van zijn zaak; dit publiek luistert en hangt aan zijn lippen. Dus stapt hij van het podium en zien we een artiest die zijn publiek niet alleen bespeelt, maar ook echt een is met hen. Zo maakt het van deze stille nacht ook heel even een heilige nacht: “You were all I need.”

Daniel Docherty

Door naar Vibes, het oude zaaltje achter café Stalles waar claustrofoben onder ons liever niet komen. Hier speelt Daniel Docherty zijn gejaagde en gepijnigde liedjes van de straat. Hij bespeelt zijn gitaar alsof hij ons meerdere liedjes tegelijk wil laten horen. In zijn eigen unieke percussiestijl plakt hij ritmes, roffels en tikken aan elkaar. Met de volle echo op de luidsprekers lijkt het of er een complete band op het podium staat.

Zoals bij concerten gewoon is geworden lult het publiek door de muziek heen, gaat zelfs harder praten als Docherty zijn zang opvoert tot geschreeuwde klaagzang. Het deert de zanger uit Glasgow gelukkig niet. Hij beleeft zijn eigen muziek en brengt zijn pijn over op het publiek.

Tussen de liedjes door probeert hij duidelijk te maken dat het Rotterdamse taxigilde zoveel moeite heeft met zijn zware Schotse accent dat hij bij The White’s werd afgezet in plaats van bij “The Vibes”. Hij zegt zo heerlijk verlegen dat dit een nudie bar is dat je de nieuwe songtekst al in zijn pretoogjes ziet staan.

Ondanks zijn onverstaanbaar gebrabbelde en schattig gegiechelde intermezzo’s krijgt de melancholie in zijn liedjes het publiek uiteindelijk toch stil en in vervoering. Terecht, want Docherty zet een mooie set neer met krachtig gitaarspel en gedragen zanglijnen.

Ben Caplan

Voor de volgende headliner keren we op onze schreden terug naar Arminius. Een opmerkelijke act: het is The Levellers meets Tom Waits en The Pogues maar dan met wilde baard en zonder overdosis alcohol. Ben Caplan! Met zijn band voert hij een hysterische kerkdienst op die het publiek verbaasd lachend van de sokken blaast met een hitsige mix van folk en klezmer.

Niks verstild, maar wel bezeten wild. De viool, contrabas en gitaar bespelend alsof ze vanavond nog dood moeten. Zangeres Tera staat in een sexy jurkje, “Bought today in Rotterdam. Holy shit. Thank you Rotterdam!” Ben Caplan geniet met overgave. Hij laat het koor deinen, zijn energie stroomt door de zaal, zelfs bij de gevoeliger liedjes is het onmogelijk stil te blijven staan. Een vrolijke folk-stamper vloeit over in een lied over de dood met de opmerking: “Well, that was too much fun! So now I will sing about death.” Caplan combineert humor en hysterie soepeltjes in het meest bruisende dat Stille Nacht te bieden heeft.

We sluiten af met de zachte close harmony van het uit Leuven afkomstige Isbells en de opzwepende beats van Alex Vargas. Stille Nacht heeft zich voor onze voeten ontpopt als een fijn festival met een rijke variatie aan optredens. Een uiterst prettig begin van de Kerstperiode.