Kloppend hart van Rotterdam

Thuishaven voor luxe restaurants en seksclubs

Jasper van den Blink Tekst
Beeldig fotografie Beeld

Het Scheepvaartkwartier: een van de hipste en chicste gebieden van Rotterdam. Twee eeuwen geleden rijk geworden als Rotterdams centrum van de havenhandel. Tegenwoordig in de top-20 van rijkste wijken van Nederland. ’s Nachts zien we echter ook een andere kant van het gebied, die van schaars geklede dames voor de deuren van seksclubs. Is het er nu hip of hoerig? Een reportage van zonsopgang tot -ondergang.

9.00: Geen gewone wandeling

Het Scheepvaartkwartier staat in zo’n groot contrast tot andere delen van de stad, dat je bijna vergeet echt goed te kijken als je er doorheen loopt. Alsof je hersenen automatisch blokkeren wat ze zien, omdat ze het anders niet begrijpen. Hier maak je geen gewone wandeling, maar een wandeling door een andere eeuw.

Het verborgen parkje Schoonewelle uit 1860. En natuurlijk Het Park zelf, door velen het ‘Euromastpark’ genoemd, met daarin het 18e eeuwse herenhuis en het Parkzichtgebouw – een bijna honderd jaar oude villa.

De Veerhaven met de oude schepen zie je onmiddellijk. Maar kijk wat langer en je ziet ook de authentieke lantaarnpalen op de stoep langs het water staan, die uit dezelfde tijd lijken te komen. Zittend op een bankje aan de Havenkade vallen opeens ook de oude straatstenen op. Kijk vooruit en je ziet de Maas met aan de overkant de Kop van Zuid. Je blik maakt in een seconde een tijdreis. Terug naar het Rotterdam van nu. Vandaag zijn we in het Scheepvaartkwartier.

13.00: Het terras van Loos

Lunchen op het terras van Loos aan de Van Vollenhovenstraat. Een straat met vele monumentale pakhuizen en luxueuze restaurants zoals Kip en La Stanza. En met uitzicht op de Parklaan met haar oude bomen en de monumentale statige panden, die zich aan beide kanten van de Parklaan bevinden.

Hoewel het terras behoorlijk vol zit – voornamelijk met lunchende zakenmannen – hangt hier een soort tijdloze rust, een serene stilte, alsof het hier nooit echt druk of lawaaierig kan worden.

15.00: Bezoek Stichting Wijkbelangen

Een bezoek aan Stichting Wijkbelangen Scheepvaartkwartier op de Westerstraat. Mevrouw Hijmans – bestuursvoorzitter en sinds 1974 woonachtig in het Scheepvaartkwartier – vertelt dat het Scheepvaartkwartier naast de vele kantoren slechts zo’n duizend huishoudens telt. “Normale winkels, zoals een slager, hebben we hier dan ook nauwelijks. Zelfs geen pinautomaat”, zegt ze. “Wel een hoop exclusieve restaurants, omdat daar immers ook mensen van buiten de wijk op afkomen.”

Over de van oudsher rosse buurt van het Scheepvaartkwartier vertelt ze dat de erotische cafés na verloop van tijd vanzelf verdwijnen, omdat de huidige exploitanten er een keer mee stoppen of overlijden. En nieuwe vergunningen voor dergelijke cafés worden niet zo snel gegeven door de gemeente. “Dat merk je nu al, aangezien steeds meer normale cafés, wijnbars en specialiteitenrestaurants zich daar vestigen.” Los daarvan ondervinden bewoners maar weinig last van deze bars: “Vroeger was er wel veel gedoe en hadden de cafés nogal een slechte naam. Dan kwamen daar zeelui die maandenlang op zee hadden gezeten en die wilden dan wel eens wat anders. Maar nu is dat allemaal veel minder. Zoveel zeelui zijn hier tegenwoordig natuurlijk ook niet meer te vinden.”

18.00: Dineren bij La Pizza

Op de Scheepstimmermanslaan eten bij La Pizza, de plek waar je volgens velen de beste pizza’s van Rotterdam kunt eten. Vreemd is het contrast tussen de chique zaken en restaurants, zoals La Pizza zelf en De Taartarchitect, die gevestigd zijn tussen zo’n negen erotische clubs.

Minstens zo vreemd is het contrast tussen de onberispelijk geklede mensen die op het terras dineren en de schaars geklede vrouwen die enkele meters verderop voor de erotische cafés klanten naar binnen proberen te lokken.

22.00: La Cave

Van echte seksclubs is allang geen sprake meer in het Scheepvaartkwartier. Officieel niet, in ieder geval. Er blijken hier tegenwoordig alleen nog ‘animeerbars’ te zijn, waarbij de vrouwen ‘slechts’ met gasten drinken en in ruil daarvoor een percentage krijgen van de omzet die met de drankjes wordt behaald.

In de eerste bar La Cave is het rustig. Klanten zijn er niet. Wel een stuk of negen animeermeisjes die naast elkaar op een rij aan de bar zitten, de meesten lijken afkomstig uit het Oostblok en Latijns-Amerika.

Bij de vraag of er gepind kan worden – een pinautomaat om aan contant geld te komen is nergens in de wijk te vinden – antwoordt de barvrouw: “Voor drankjes niet.” Al blijft het onduidelijk waarvoor dan wel.

22.30: Bar Bodega ‘t Koetshuys

In de Bar Bodega ‘t Koetshuys op de Van Vollenhovenstraat kan wel gepind worden. Dat lijkt ook direct het enige verschil met de vorige bar te zijn, want voor de rest ziet het er vrijwel identiek uit. Als de animeermeisjes er niet waren, zou je zo denken dat je in een oud-Rotterdams café was beland. Al was het maar vanwege de barvrouw van middelbare leeftijd met haar hoog geblondeerde haar en te strakke glitterhemdje. Ook hier is het, op een paar gasten na, rustig. Wanneer een van hen een drankje bestelt voor een animeermeisje, schenkt de barvrouw iets in wat lijkt op een mix tussen Seven-Up en Lambrusco. Op de vraag wat voor een cocktail het is, antwoordt ze: “Een molotovcocktail”, gevolgd door een harde, schelle lach. Geheel in stijl wordt er oud-Hollandse muziek gedraaid. De gasten die zich die avond met de animeermeisjes vermaken, zijn geen zeelieden, maar wat oudere, deftigere – en waarschijnlijk ook rijkere – heren.

Zonder de haven en het harde werk van de zeelieden was de wijk waarschijnlijk nooit zo rijk geworden. En is het niet logisch dat bij een haven ook seksclubs horen? Aangezien de zeemannen wel toe waren aan wat plezier en ontspanning als ze eindelijk weer eens aan wal waren. Hoorden de erotische cafés daarom niet net zo goed thuis in het Scheepvaartkwartier, als de haven zelf? Een wereld in het klein, uit een tijd die eigenlijk niet meer bestaat, maar die hier wel zo mooi bewaard is gebleven.

Tijdens het afrekenen overhandigt de barvrouw de pinautomaat. “Douw hem maar in m’n gleuf”, zegt ze, opnieuw gevolgd door een schelle lach. Dit keer lachen ook de anderen gasten in het café mee.

Johnny Lopes – barman Martime Hotel

“Ik werk nu 15 jaar als barman in de bar van het Maritime Hotel. Vroeger was dit een zeemanshuis en zat het hier in het hotel helemaal vol met zeelieden. Tegenwoordig komen er naast zeelieden ook zakenlui en toeristen, wat ik alleen maar leuker vind. Nu komen er nog meer verschillende soorten mensen en is het echt een hotel voor iedereen geworden.

Vooral vanwege de modernisering en automatisering in de scheepvaart komen hier tegenwoordig minder zeelui. Toen waren ze dagenlang aan het laden en lossen als er een schip in de haven lag. Dan waren ze soms wel 20 dagen bezig met het overscheppen van mais of rijst, omdat ze alles met de hand moesten doen. Tegenwoordig gaat dat met containers veel sneller, dus hoeven schepen hier niet meer zo lang te liggen. Daarnaast is het hier door de uitgebreide Maasvlakte ook stiller geworden.

‘Vroeger noemden we de rosse buurt ook wel de gevaren driehoek’ 

Het contrast tussen de chique en de, zeg maar, minder chique buurt van het Scheepvaartkwartier is er altijd al geweest. Die dure restaurants zaten er vroeger ook al. Maar juist dat contrast maakte het altijd zo gezellig. Vroeger noemden we de rosse buurt ook wel de gevarendriehoek, omdat je een wandeling maakte door drie straatjes met erotische cafés, die samen een driehoek vormden: De Scheepstimmermanslaan, De Van Vollenhovenstraat en de Westzeedijk.

Toen ik hier net werkte was de buurt erg populair onder de zeelieden. Sommigen zeelui hadden net drie of vier maanden op zee gezeten. Als ze dan eindelijk aan wal kwamen wilden ze wel wat contact met vrouwen. Ook al zitten hier nu wat minder zeelui in het Scheepvaartkwartier, de bars zijn nog steeds aantrekkelijk voor ze. Internetten kan je immers ook op je boot. Echt contact is toch anders. Het hoort ook gewoon bij het leven, vind ik. De zeelui namen nooit meisjes terug naar het hotel. Ik heb dus nooit rare dingen meegemaakt. Ik ben ook nooit met ze mee op stap gegaan, want het blijven gasten. Maar ik ben vroeger wel eens in zo’n café geweest en ik vond het altijd erg gezellig. Lekker dansen, en als je dat wilde meer.”

Johannes van den Broek – assistent havenmeester

“Ik werk nu 4,5 jaar als assistent havenmeester in de Veerhaven in het Scheepvaartkwartier. Ik zorg ervoor dat alles hier veilig verloopt, dus dat mensen zich weten te gedragen in de haven. Verder voer ik kleine reparaties uit en help ik bij het aanmeren van schepen.

De Veerhaven is een historische haven. Iedereen mag hier tijdelijk zijn boot aanmeren, maar als je hier een vaste plek wilt hebben dan mag dat alleen als je een historisch schip hebt. Deze moet uit het begin van de 20e eeuw zijn en het is belangrijk dat het schip goed gerestaureerd is. Het mag dus geen wrak zijn. Hoeveel je verdient maakt niet uit, al heb je het meestal niet krap als je zo’n schip kunt betalen.

‘Iedere dag vraag ik opnieuw aan m’n vrouw of die kleerflat nou nog niet is afgebrand’ 

Een hoop mensen die hier vast aangemeerd liggen, wonen trouwens ook op hun schip. Zelf heb ik vroeger 51 jaar op de binnenvaart gewerkt. Ik weet dus hoe het is om op een boot te wonen. Die van mij heb ik net voor de crisis verkocht. Nu woon ik sinds 4,5 jaar samen met mijn vrouw in een flat in Feijenoord. Ik mis de scheepvaart wel. Je beleeft meer en je ontmoet meer mensen als je aan het varen bent. Nu moet ik het hebben van de buren, maar die zijn ook niet altijd thuis. Varen is voor mij een virus dat in m’n bloed zit.

Iedere dag vraag ik opnieuw aan m’n vrouw of die klereflat nou nog niet is afgebrand. Wat ik hier in de Veerhaven doe, werkt een beetje als compensatie voor me, omdat ik op deze manier toch nog steeds met water en schepen bezig ben. Bovendien vind ik dit trouwens ook een prachtige haven. Vooral vanwege de nostalgische sfeer die hier hangt, net als in het Scheepvaartkwartier zelf. De erotische cafés op de Scheeptimmermanslaan, van Vollenhovenstraat en Westzeedijk passen daar trouwens ook goed bij, want dat is echt iets wat bij dit vroegere havengebied hoort. Bovendien zien de bars er van buiten altijd vrolijk uit, al heb ik geen idee wat er binnen gebeurd. En dat zeg ik niet alleen omdat m’n vrouw dit leest.”