Rotterdam en boksen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat liet documentairemaker en fotograaf Halil Ibrahim Özpamuk eerder al zien in zijn fototentoonstelling ‘Boksen in Rotterdam’ en in Gers! 4 We gingen nog een keer bij Özpamuk langs om te praten over zijn nieuwste project. Voor deze documentaire dook hij nog dieper in de bokswereld. ‘Laatste Ronde’ is 9 april tijdens het Sportfilmfestival te zien.
“Boksen is een stuk Rotterdamse geschiedenis. Ik wilde dat graag vastleggen”, vertelt Özpamuk. “Ik wil dat jongeren weten hoe Rotterdam in elkaar steekt.” Sinds zijn fototentoonstelling heeft Özpamuk niet stil gezeten. Anderhalf jaar lang filmde hij het leven van twee boksers in de winter van hun leven. Leen Jansen en Henk Groenendijk. Leen Jansen was een professioneel bokser, die in 1952 meedeed aan de Olympische Spelen. Daar verloor hij van de latere Olympische en Wereld kampioen Floyd Patterson. “Deze mannen hebben bijna alles in hun leven verloren, hun enige constante factor is boksen. Dat doen ze al ruim zestig jaar en dat willen ze niet loslaten.”
Arbeiderssport
Özpamuk is altijd gefascineerd geweest door boksen. “Rotterdam heeft sinds de jaren ’20 tot ongeveer de jaren ’60 een levendige bokswereld gekend. Het is een echte arbeiderssport, waar mannen mee zijn opgegroeid. Ook ik, als kind van een migrantenfamilie, kreeg er mee te maken. Vrienden boksten, vaders waren er door geïntrigeerd. Iedereen wordt geaccepteerd in die wereld. Het is niet alleen maar op elkaar inbeuken. Zolang je meedoet, krijg je respect van de anderen.”
‘Je verwacht misschien niet dat er achter deze mannen zoveel schuilgaat, maar ze zijn eigenlijk hartstikke lief’
Wat de filmmaker graag in zijn film wilde laten zien, is de contradictie tussen het gevecht en de mannen die daar achter schuilgaan. “Ik vind het mooi om een anti-held neer te zetten. Je verwacht misschien niet dat er achter deze mannen zoveel schuilgaat, maar ze zijn eigenlijk hartstikke lief.” Özpamuk krijgt vaak de vraag hoe hij de mannen zo ver heeft gekregen zich helemaal bloot te geven. “Ik heb er veel tijd in geïnvesteerd. Ik ken de mannen al jaren en ik probeer nog steeds regelmatig contact te houden. Henk bedankte mij na het zien van de film. ‘Bedankt dat je mijn vertrouwen niet hebt geschaad.’ Ze waren bang om te kakken gezet te worden. Toch wilden ze graag meewerken, om dit stukje Rotterdamse geschiedenis niet verloren te laten gaan. Ik ben blij dat ik op tijd was.”
Fit van geest
Het was een intensieve periode voor Özpamuk. Hij had een klein budget van de gemeente Rotterdam gekregen, maar stak wel al zijn tijd in de film. “Het is een echt liefdesproject geweest. De verhalen van de mannen waren prachtig en ook qua beeld leende dit verhaal zich goed. De mannen zijn misschien niet meer zo fit als in hun jonge jaren, maar ze zijn nog enorm fit van geest.”
Droevig verhaal
Zonder te veel over het eind van de film te verklappen, gaat Özpamuk verder: “In de kern is mijn documentaire een droevig verhaal. Het laat zien dat je de strijd tegen de dood niet kunt winnen. Toch is het mooi dat de mannen nog wel ergens voor vechten, voor het boksen. Dat houdt ze jong. Zo hoop ik ook oud te worden.”
‘Laatste ronde’ is tijdens het Sportfilmfestival op 9 april om 19.00 uur in Cinerama te zien.