Kloppend hart van Rotterdam

Bollywooddansen en huiselijk geweld bestrijden

Martine de Wit Tekst
Kelly Josefien Alexandre Beeld

Het werk van Shantie Singh bij de gemeente gaat hand in hand met theaterwerk en een schrijfcarrière. Dat lijkt tegenstrijdig, maar juist door deze combinatie blinkt ze uit in wat ze doet. Inspiratie voor haar tweede roman ‘De Kier’ kwam rechtstreeks uit haar bestuurlijke praktijk, en op de bühne bespreken zij en haar man de politiek met humor en kunstzinnigheid. Zachtaardig én gepassioneerd, bloedserieus én goedlachs. Dat is Shantie Singh. Deze ambtenaar, artiest en auteur is niet in een hokje te stoppen.

“Ik vond het altijd heerlijk om te lezen, maar ik realiseerde me pas laat dat je zelf ook verhalen kunt schrijven”, vertelt Singh op haar werkplek in het Timmerhuis. Ze herinnert zich: “Het schrijverschap leek zo’n andere wereld dan de mijne! Als achttienjarige kwam ik richting Rotterdam voor een studie bestuurskunde. En een bestuurskundige, dat is iets totaal anders dan een schrijver, vond ik. Dat veranderde toen ik de behoefte kreeg meer te leren over mijn geschiedenis: hoe de Hindoestaanse bevolking in Nederland terechtkwam. Ik had hierover nog nooit een roman gelezen en vroeg me af: waarom is dit er nog niet? Vervolgens dacht ik: zal ik dan zelf maar iets schrijven? Toen dat kwartje eenmaal viel, besloot ik het te doen.”

Singhs debuutroman Vervoering was een zoektocht naar haar eigen geschiedenis in relatie tot die van ons land. “Zo heb ik mezelf voor een groot deel gevonden, werd ik echt volwassen”, concludeert ze. “Maar toen het boek uitkwam, nu vijf jaar geleden, bleef ik nog wel strijden met de paradox van de auteur en de bestuurskundige in mezelf. Aan de ene kant kan ik heel rustig zijn en schrijven, maar aan de andere kant wil ik het podium opklimmen, ergens aandacht voor vragen en een groep meekrijgen. Eerst dacht ik: ik moet dat scheiden, dat past niet bij elkaar. Maar inmiddels besef ik dat het wel goed samengaat. Dat je ook vanuit stilte een krachtig geluid kunt laten horen. Ik denk dat mijn nieuwe boek daarvan een goed voorbeeld is.”

Verborgen kracht

Haar nieuwe roman De Kier, die begin 2020 uitkomt, is politieke roman en liefdesverhaal ineen. Het gaat over de verborgen kunst een ambtenaar te zijn. Over hoe lastig het kan zijn het verschil te maken in levens van vrouwen die in stilte lijden. Singh vraagt hiermee aandacht voor verborgen kanten van de stad, waaronder de zogenoemde verborgen vrouwen. Dit onderwerp komt rechtstreeks uit haar werk bij de gemeente: “Sinds 2015 werk ik met mijn team en partners in de stad aan de aanpak van schadelijke traditionele praktijken. Dat zijn tradities die een gevaar vormen voor de zelfbeschikking, een veilig thuis of de keuzevrijheid van vooral vrouwen. Denk aan het gedwongen huwelijk en, ik vind het verschrikkelijk dat dit ook in Rotterdam speelt, vrouwelijke genitale verminking. Je weet natuurlijk wel dat die problemen er zijn, maar je beseft je niet dat het zo dicht bij huis gebeurt.”

We mogen ons best wat meer bewust zijn van verborgen leed, vindt Singh. “Niet alleen omdat het erg is wat er gebeurt, maar juist ook omdat er zo een podium ontstaat voor mooie dingen. Uit verhalen over verborgen leed blijkt vaak hoe krachtig mensen zijn. In mijn project werken we bijvoorbeeld met sleutelpersonen die verborgen geweld in de wijken signaleren. Dat zijn heel sterke vrouwen. Sommige van hen hebben hetzelfde meegemaakt, en zijn eruit gekomen. Daar gaat De Kier dan ook over: over de verborgen kracht áchter verborgen leed. Als je je ogen sluit voor het een, mis je ook het andere.”

‘Ik besef goed dat alles wat ik nu kan en mag doen, het resultaat is van offers die andere vrouwen voor mij hebben gebracht’

Onterecht onzichtbaar

Zaken die anderen liever over het hoofd zien, daar zet Singh haar spotlight op. “Zo veel verhalen zijn onterecht onzichtbaar”, vindt ze. “Terwijl ze ontzettend inspirerend kunnen werken. Op dit moment ben ik bijvoorbeeld bezig met een project dat ik De Dolle Kavita’s heb genoemd, met een knipoog naar De Dolle Mina’s. Het wordt een theatervoorstelling met allemaal verhalen die we niet kennen, maar die wel heel belangrijk zijn voor vrouwenemancipatie en feminisme. Ik besef goed dat alles wat ik nu kan en mag doen, het resultaat is van offers die andere vrouwen voor mij hebben gebracht. Mooi dus als dat meer zichtbaar wordt. Ik vind dat De Dolle Kavita’s net zo goed in ieders geheugen thuishoren als De Dolle Mina’s. Ergens in 2020 gaan we er de bühne mee op, maar de T-shirts liggen al klaar”, lacht ze.

Theater speelt op verschillende manieren een rol in Singhs werk. Ook voor de gemeente gebruikt ze waar mogelijk de kracht van verhalen: “Door herkenbare situaties na te spelen, merken mensen dat ze niet de enige zijn. Zo ontstaat er ruimte om moeilijke zaken te bespreken. Jongeren bijvoorbeeld, die worstelen met de schadelijke tradities waarover ik het had, kunnen zich heel alleen voelen. Daarom hebben we het lespakket Vrijheden ontwikkeld. Met theater in de klas snijden we het thema laagdrempelig aan en zorgen we dat jongeren zich vrij voelen om erover te praten. Dat werkt goed. Ik werk nu voor de aanpak bij de gemeente veel met ervaringsdeskundigen die hun verhaal delen, zodat professionals daarvan kunnen leren. De stad ingaan, luisteren naar wat de mensen zeggen en met ze werken: dat past gewoon bij Rotterdam.”

Een écht gesprek

En dan is er nog TalkTheater, een show die ze doet met haar man Munish Ramlal. “Hij en ik zijn erg maatschappelijk betrokken en ook allebei creatief. We wilden altijd al iets samendoen en daar is TalkTheater uitgekomen. Hiermee houden we een spiegel voor als het gaat om maatschappelijke ontwikkelingen. Met humor, maar tegelijkertijd ook serieus. De laatste editie ging bijvoorbeeld over de Nederlandse identiteit, een onderwerp dat met de laatste verkiezingen natuurlijk best gevoelig lag. Ik denk dat wij het op een manier hebben gebracht dat iedereen erom kon lachen én aan het denken werd gezet.”

Een nieuwe kijk op de zaak en een fris geluid zijn hard nodig bij sommige discussies van nu, vervolgt ze. “De toon is soms zo hard dat een echt gesprek lastig wordt, terwijl dat volgens mij het enige is waar we behoefte aan hebben. Om een écht gesprek te kunnen voeren, moet eerst de hardheid eraf. Daar is kunst een goed middel voor. Er zijn nu drie edities van TalkTheater geweest en het is de bedoeling er meer te doen in de toekomst. Aan inspiratie is er geen gebrek; hier thuis zijn er altijd wel discussies. Als we ergens boos over zijn, of als iets ons raakt, levert dat altijd ideeën op. Vervolgens kijken we met welke artiesten we kunnen samenwerken. Om een divers publiek aan te spreken, werken we in TalkTheater namelijk steeds met verschillende kunstvormen. Van spoken word, met de rauwheid van de Rotterdamse straat, tot Caraïbische muziek en moderne dans.”

Paradoxen omarmen

Over dans gesproken: dat doet duizendpoot Singh gewoon ook nog. “Als hobby, hoor”, zegt ze snel. “Ik heb het vroeger veel gedaan, tot ik schrijven interessanter ging vinden. Maar ik vind het nog steeds een mooie vorm van expressie en ik wil het wel weer meer oppakken. Ook in het theater, om ergens aandacht voor te vragen. Dus wie weet wat er nog gaat gebeuren…”

En zo laat de glambtenaar Singh zien dat je jezelf niet hoeft op te sluiten in een hokje. “Nee echt, dat is zo zonde”, besluit ze. “Ieder mens zit vol paradoxen en dat maakt ons juist fascinerend. Sinds ik niet meer tegen mijn eigen paradoxen vecht, ze omarm, heeft alles wat ik doe meer betekenis gekregen.”