Kloppend hart van Rotterdam

Op nummer 10

Mia Spruit Tekst
Laura Buijtendijk Beeld

Voor buitenstaanders is het vaak lastig ‘het centrum’ van Rotterdam te vinden. “De stad heeft geen kern”, “Ik weet nooit waar ik heen moet”, of “Ik kom altijd op de Lijnbaan uit”. Dat is voor Rotterdammers helemaal geen issue. Waarom moet je überhaupt weten waar het centrum is? Het centrum is namelijk zo veel meer dan alleen de Lijnbaan en de Coolsingel. We namen een kijkje bij Rotterdammers die in de luwte van het stadshart wonen. Uiteraard op nummer 10!

‘Binnen zitten is niks voor mij’

Piet van Dijke
Hobokenstraat 10
62 jaar
Ladingcontroleur

Piet van Dijke runt samen met zijn broer het huishouden aan de Hobokenstraat nummer 10. Een zijstraatje van de Nieuwe Binnenweg, waar hij in 1979 met zijn ouders terechtkwam. Zijn ouders zijn inmiddels overleden. Piets broer kookt en hijzelf doet meestal de administratie. Ze kunnen het goed vinden met elkaar. Van Dijke zoekt graag de drukte op. Hij vindt het niks om binnen te zitten. “Ik ben een man die graag naar festivals gaat, gezellig vind ik dat. Het is toch bijzonder hoe mensen met weinig middelen anderen met elkaar weten te verbinden? Daar geniet ik echt van. Dan ben ik trots op Rotterdam.”

‘Ik ben een man die graag naar festivals gaat’

Van Dijke loopt aan de ene kant zo de Nieuwe Binnenweg op en aan de andere kant de Rochussenstraat. Zijn huis staat precies tussen twee straten met doorgaand verkeer. “Weet je wat ik het enige frustrerende vind aan wonen op deze plek? De troep die sommige mensen achterlaten als ze in mijn portiek hebben gezeten. Maar dat is voor mij geen reden om hier weg te gaan. Er zijn mensen in het Oude Westen die verhuizen omdat de buurt verpaupert, maar dat heb ik nog nooit overwogen.” Van Dijke zit tevreden op zijn balkon. Hij heeft een actief leven en zet zich al jaren in voor een buurthuis in het Oude Westen. Daar komt hij wel een paar keer per week. Maar als het even kan, loopt hij de stad in. “Dan wandel ik door het park naar de Parkkade en ga ik naar Dennis, die heeft een patattentje naast de Ballentent. Ik kijk altijd even naar de boten en daarna loop ik helemaal rond. Heerlijk!”

Broodje kip op loopafstand


Cor en André Wijnstekers
Zwarte Paardenstraat 10
74 en 75 jaar
gepensioneerd

“Al moeten ze me hier wegdragen, ik ga nooit weg uit het centrum!’ Wat moet ik in een buitenwijk doen? Daar liggen ze alleen maar te slapen.” Cor Wijnstekers woont al 33 jaar met haar man André in de Zwarte Paardenstraat, een klein zijstraatje van de Witte de Withstraat. In het midden van de achttiende eeuw lag op de hoek van de Paardenlaan en de Binnenweg een stalhouderij. Op de deuren waren twee springende zwarte paarden geschilderd. Later werd die omgebouwd tot toneelzaal en veranderde de laan in een straat.

’Wat moet ik in een buitenwijk doen? Daar liggen ze alleen maar te slapen’

Terug naar Cor en André. Last van de drukte bij hun in de buurt hebben ze niet. “Vroeger zaten er allemaal gokhuizen aan de Witte de Withstraat. Nooit geen last van gehad. Je ziet wel dingen gebeuren, maar ja…” De Rotterdamse is niet bang. Het echtpaar haalt af en toe een roti of een broodje kip bij Warung Mini. De laatste twintig jaar van haar werkende leven zette ze zich in voor een bewonersorganisatie. “Zonde wel dat alle buurthuizen hier weg zijn. Er is helemaal niks meer; geen bejaardentehuis, niks. De gemeente heeft beloofd dat er meer bakken met groen in de Witte de Withstraat zouden komen.” Wijnstekers hoopt het.

Op de vraag wat ze van de burgemeester vindt, antwoordt ze: “Hartstikke fijn! Ja dat is zo’n burgemeester”, en steekt haar duim op. “Gisteren hebben we ‘m weer gezien op televisie met Koning Willem-Alexander.”

‘Hier moet je scherp zijn’

Rick van Dijk
Sint-Jacobsstraat 10
32 jaar
Sales engineer

Rick van Dijk is geboren in Emmen, heeft gestudeerd in Groningen en woont sinds vijf jaar in Rotterdam. Hij belandde in Rotterdam door een afstudeeropdracht. Eerst een half jaar in Noord en nu op deze plek. Vanaf zijn balkon kijkt hij uit op de Binnenrotte. “Van achttien vierkante meter naar dit huis is wel erg relaxed”, zegt hij. Wat zijn eerste indruk was van Rotterdammers? ‘Wij Noorderlingen zijn nuchter, maar Rotterdammers zijn erg direct. Dus het is snel nadenken en snel handelen. Ik heb het gevoel dat ik scherp moet zijn.” Van Dijk vertelt het met een grote glimlach.

‘Ik dacht bij mezelf: het is hier allemaal wel, maar ik kan het niet vinden’

De sales engineer beachvolleybalde in Groningen, maar toen hij naar Rotterdam kwam, kon hij daarvoor nergens in de buurt terecht. Sinds kort is er een vereniging in Nesselande, daar is hij direct gaan spelen. Hij staat nog steeds achter zijn keuze om in het centrum te gaan wonen, omdat hij vanaf deze plek de dingen meer opzoekt. “Ik kende in het begin niet zoveel mensen. Ik dacht bij mezelf: het is er allemaal wel, maar ik kan het niet vinden. En natuurlijk is het er; je moet de dingen alleen echt opzoeken. Nu loop ik makkelijker de stad in en ik kom veel bij Café Pol en Van Zanten. Ja, ik blijf hier nog wel een tijdje.”