Een combinatie die maar niet lijkt te werken: Rotterdam en een bruisende muziekscene. Nighttown en diens opvolger WATT verdwenen, Ahoy’ nog slechts voor minder aantrekkelijke buitenlandse bandjes en De Kuip waar naast de stadionspeakers nog slechts de beats van een sporadische rave party zijn te horen. Schijn bedriegt gelukkig. Sterker: de underground is nergens zo alomtegenwoordig en intensals in de havenstad. En als er één moment is waarop dit beeld bevestigd wordt, dan is dat wel tijdens het tweedaagse festival van muziek, dans en performance dat Motel Mozaïque heet. Na 15 edities is het uitgegroeid tot internationaal vermaard event om zijn bizarre slaapplekken en unieke venues. Van kerkkansel tot winkeletalage; tijdens Motel Mozaïque kan alles. Gers! pikte op zaterdag 11 april vier krentjes uit de rijk gevulde pap van bands, die weerspiegelen hoe veelzijdig de muziekscene in deze stad wel degelijk is.
De Likt
16:30 – Schouwburgplein
Een waterig zonnetje schijnt op het natgeregende Schouwburgplein. Jordy Dijkshoorn hangt in de draagbalken van het kleine podium, de aderen in zijn nek dik opgezwollen. Of de stad zin heeft om te hurken.
Ja hoor, Rotterdam hurkt wel.
Als de beat begint, springt het publiek als één op en gaat uit zijn plaat – de armen en hoofden zwaaien spastisch heen en weer op de beats van Giorgi Kuiper en John van Beek. De mannen van De Likt, in de Volkskrant al de Rotterdamse Jeugd van Tegenwoordig genoemd, doen of het doodnormaal is een vol plein in extase te brengen met hun snoeiharde elektro-rap maar na het optreden blijkt wel anders.
Overdonderd zijn ze door dat publiek, zielsgelukkig met deze thuismatch waar het podium robuustgenoeg bleek om de heruitvinding van de stage-dive van Jordy aan te kunnen. ‘Als het publiek zo mee gaat … geweldig’, hijgt hij na.
In de coulissen is Jordy een totaal ander persoon. Timide en met kleine pretoogjes is er niets over van de grizzly beer die zojuist nog over het podium stuiterde. De mannen proosten met een lauwwarm blik bier. Motel Mozaïque voelt als een warm en nat bad. Ook al bleef het waterige zonnetje tot het eind van hun show fanatiek schijnen.
Half Way Station
21:15 – Paradijskerk
In de sacrale ruimte kijken versteende discipelen neer op de in rook gehulde gestalten van Half Way Station. Rood en paars oplichtend stoten zij hun warme, volle klanken uit. Weerkaatsend op de witte pleisterplafonds, waar de engelen en dat ene oog in het midden van de kerk schijnbaar onbewogen neerkijken op de banken, gevuld met figuranten in een muzikale kerkdienst. De drums bekleed met ducktape en theedoeken om het geluid te dempen.
Vanmiddag stond de pastoor nog op de kansel, nu draagt deze Rotterdamse formatie haar mis van glam- en progrock met uitstapjes naar stromingen als Americana op. Al paste de lege kerk tijdens de soundcheck op vreemde wijze net wat beter bij de setting, in Rotterdams eigen versie van Paradiso is Half Way Station in haar element en is het publiek verguld. In het poëtische Float lukt zelfs een close harmony tussen band en toehoorders.
The Villagers
22:00 – Schouwburg, Grote Zaal
In de hele grote zaal bezingen The Villagers heel klein hun eigen naïviteit en vragen ze liederlijk of we ze kunnen horen. Met harp, trompet en contrabas weten de folkrockers uit Ierland de aanwezigen te betoveren. En terwijl de band zich vertwijfeld afvraagt of dit eerste optreden in hun nieuwe tour wel ergens naar zal klinken, wiegt het publiek in vervoering mee op hun zoetgevooisde klanken. Met een gezellig schemerlampje wordt het hele grote podium toch een heel knus huiskamertje. De aanwezigen horen de band prima en Rotterdam geeft de ingetogen muzikanten van The Villagers een warme knuffel die ze de rest van hun tour zullen blijven voelen.
Rotterdam geeft de band een warme knuffel die ze de rest van hun tour zullen blijven voelen.
Tweak Bird
0:00 – Rotown
In plaats van festivalafsluiter Purity Ring – aanlokkelijk aangekondigd als retro-futuristisch met stotterende drums – kiezen we voor Tweak Bird. Dit wildbehaarde duo met kippenborstjes brengt een onnavolgbare versie van stonerrock ten gehore in het tot de nok toe gevulde Rotown. De drummer belooft het publiek te hypnotiseren omdat ze anders hun muziek wellicht niet waarderen, waarna hij in trance You don’t know where you are begint te murmelen in de microfoon. De twee broertjes Bird uit Illinois (VS) trekken vervolgens een niet te slechten muur van geluid op waarop menig hardrockband jaloers kan zijn. Dat alles met niet meer dan een gitaar en een drumkit die klaarblijkelijk vanavond nog stuk moet. Soms wordt het duo een trio als een al even langharige woesteling met een sax probeert de claxon van een vrachtwagen te imiteren. De broers Ashton en Caleb Bird krijgen iedereen aan het lachen met hun bizarre van humor doorspekte liedjes en intermezzo’s. Deze mengeling van Primus en Ozzy Osbourne is voor de aanwezigen in Rotown de perfecte muzikale afsluiter van een tweedaagse wereldreis langs zo’n beetje elke muziekstroming die thans hip is.