Haar danstaal is krachtig én poëtisch, stoer én lyrisch. Ze wil mensen van binnen aanraken en daar iets teweegbrengen. Dat lukt, beter en beter. Conny Janssen Danst trekt uitverkochte zalen, krijgt lovende recensies en weet jongeren te bereiken. Conny Janssen spreekt over haar vak, haar dansers en over haar carrière als ‘parelketting van mooie momenten’. “Denk niet teveel na, maar laat je verleiden.”
”Potverdorie, we zijn ergens komen’
Conny Janssen Danst is het moderne dansgezelschap van choreografe en artistiek directeur Conny Janssen (54). Al 21 jaar maakt ze voorstellingen waarin het contrast tussen de kracht van de groep en de breekbaarheid van het individu centraal staan. Ze laat zich in haar choreografieën inspireren door de stad, en werkt ook veel op locaties zoals de tramremise in Hillegersberg, het dak van de Hofbogen en de Van Nelle Ontwerpfabriek. Voortdurend zoekt ze de verbinding met andere kunstenaars, zoals muzikanten, fotografen of straatdansers. Vorig jaar werd ze benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Burgemeester Aboutaleb zei toen: “In haar werk herkennen we onszelf en onze wil om contact te maken, hoe onbeholpen soms ook. Haar danstaal brengt werelden bij elkaar.’’
Over ‘angst’ voor moderne dans
“Bezoekers komen soms verbouwereerd naar me toe na afloop van een voorstelling. Zeggen ze: ‘Dit was prachtig. Maar ik houd eigenlijk helemaal niet van moderne dans.’ Of ze zeggen: ‘Dit gaat ook over mij.’ Natuurlijk! Het gaat over jou en mij. En over hoe wij leven met elkaar. Mensen zijn vaak bang dat ze moderne dans niet begrijpen. Maar je moet niet denken: wat zou Conny er mee bedoelen? Want dan ga je teveel nadenken, dat werkt vernauwend. Laat het over je heen komen, laat je verleiden. Als je je openstelt, kun je overweldigd worden. Mensen openbreken, dat vind ik spannend.”
Over mooie momenten
“Een voorstelling is geslaagd als alles klopt. Als je voelt dat je het publiek hebt aangeraakt, als je je dansers ziet groeien en bloeien, als je met muziek en dans een wereld hebt geschapen waarvan je zelf ontroerd raakt. Ieder ziet iets anders. Als je superverliefd bent, kijk je anders naar een voorstelling dan dat je in een relatiecrisis zit. Dan ervaar je verlorenheid op het toneel. Als mensen me na afloop vertellen wat ze ervaren hebben, ben ik soms verbaasd. Een man van 85 bijvoorbeeld, die tijdens de voorstelling ZOUT iets van zijn verleden in het Jappenkamp terugzag. Dan kijk ik met dat verhaal in mijn achterhoofd naar de voorstelling en denk: ja, verhip! Wow. Zo kan je er ook naar kijken. Dat vind ik prachtig. Dat zijn cadeautjes voor mij. Het is die parelketting van mooie momenten, die maakt dat ik doorga.”
Over choreograferen
“Soms raakt iets je zonder dat je precies weet waarom. Twee jaar geleden zag ik in Berlijn een graffititekst: HOW LONG IS NOW. Boem. Die kwam echt binnen. Ik zei gelijk: ‘Dat is de titel van de nieuwe voorstelling.’ Het maken van een voorstelling is als het afpellen van een ui. Voor de voorstelling van volgend jaar zomer, in de haven, is de eerste laag net afgepeld. Ik ga op zoek naar een tegenkleur van de haven, naar het poëtische en de schoonheid van muziek en dans op die plek. Ik praat met de dansers, doe wat dingen voor, geef ze dansmateriaal. Het is krabbelen, net zolang tot we op dezelfde golflengte zitten. Dan breken de dansers open en geef ik ze opdrachten. Langzaam kom je tot de kern. Pas bij de première zijn alle lagen van de ui afgepeld.”
‘Dans is voor mij een manier om de wereld te begrijpen’
Over de stad
“Rotterdam, dat is een extra gennetje dat in me zit. Ik leef hier, ik werk hier, de stad kleurt mij. Rotterdam is energie, directheid, drukte, poëzie, chaos, schoonheid én lelijkheid. Rotterdam is spannend, ruig, onaf. Het kan hier altijd kantelen. De stad sijpelt door in mijn werk. Rotterdam is een dansstad. We hebben diverse dansgezelschappen, een grote urban scene, veel amateurdansers, een dansacademie en jonge makers. Maar we moeten wel zorgen dat dat allemaal te zien blijft. Daar zet ik me ook voor in, om Rotterdam als dansstad sprankelend te houden. Het is niet zo dat als ze mij in een andere stad een mooi artistiek leiderschap aanbieden, dat ik dan zeg: ‘Toedeledokie’. Conny Janssen Danst is mijn kind en dat kind hoort in Rotterdam.”
Over succes
“Ja, het gaat goed met Conny Janssen danst, al een aantal jaar. Dat is het resultaat van jarenlang hard werken. We hebben altijd veel geïnvesteerd in de relatie met de stad. Jong, oud, kenner, leek: we hebben verbinding weten te leggen. Dat werpt zijn vruchten af. Ik ben er heel blij mee. Potverdorie, we zijn ergens gekomen! Het moment dat ik geridderd werd, was ook heel mooi. Het gebeurde na afloop van de première van HOW LONG IS NOW. Er was toen veel aan de hand in mijn persoonlijke leven. Tegelijkertijd krijg je erkenning en waardering voor je werk. Op dat moment kwam alles samen.”
Over randverschijnselen
“Het is voor mij als kunstenaar niet voldoende om werk alleen voor mezelf te maken. Wat ik maak, wil ik delen met zoveel mogelijk mensen. Daarom zoek ik constant de verbinding. We doen veel aan educatie voor jongeren en ik werk graag met en voor jongeren. Ik heb gastchoreografieën gemaakt voor onder andere de Rotterdamse Dansacademie, Het Nationale Ballet en So You Think You Can Dance. En ik kom altijd graag een verhaal houden of een opening verrichten, maar dan wil ik ook mijn dans in al zijn kwaliteit kunnen laten. Zoals bekend, werk ik graag op locaties en is mijn werk te zien op festivals als Lowlands en De Parade. Ik wil de dans naar mensen toe brengen en zo de drempel verlagen.”
Over de dansers
“Talent is meer dan techniek alleen. Een danser moet ook iets te vertellen hebben. Hoe interdisciplinair mijn voorstellingen ook kunnen zijn, de dans heeft altijd de hoofdrol. Een danser moet uitstraling en humor hebben, kunnen ontroeren, nieuwsgierig en avontuurlijk zijn. Creativiteit is belangrijk: dansers moeten zelf ook aan kunnen dragen. De danstaal van Conny Janssen Danst is krachtig, stoer en dynamisch en tegelijkertijd lyrisch, poëtisch en sensitief. Die twee krachtvelden, daar moet een danser iets mee kunnen.”
‘Je moet niet denken: wat zou Conny ermee bedoelen?’
Over de toekomst
“Conny Janssen Danst is nu in de positie om iets terug te geven. Ik voel dat dit het moment is om ruimte te geven aan jonge choreografen en dansers. Daar hebben we coachingstrajecten voor opgezet. Het ontwikkelen van talent kost veel tijd en geld, maar is belangrijk. Kunst is belangrijk. Wat je ervoor terugkrijgt, is een stad die leeft, die bruist. Anders zit je maar voor de tv. Zelf wil ik ook blijven groeien. Groeien in de taal en de poëzie van het lichaam. Je moet avontuurlijk blijven denken, geen grenzen kennen. Dans is voor mij een manier om de wereld te begrijpen. Het is als reizen. Een première is een station. Maar je komt daar enkel aan om weer verder te gaan. Er is geen eindpunt.”