In het hart van de gemeente Rotterdam zet R-Pride zich in voor meer inclusie en diversiteit op de werkvloer. Wat ooit klein begon, is inmiddels uitgegroeid tot een belangrijk intern netwerk dat LHBTIQA+-medewerkers en bondgenoten samenbrengt. Gers! sprak met Emmy van Gennip en Idelette Rocha, beiden werkzaam bij de gemeente Rotterdam en lid van het netwerk R-Pride.
Emmy van Gennip en Idelette Rocha verschijnen tegelijkertijd op het scherm. Ze zitten in een spreekkamer van het Timmerhuis, een neutrale off-white muur als achtergrond. De kleurloosheid van deze omgeving is in sterk contrast met hun verhaal en missie. Deze zijn net zo levendig als de foto die van hen werd genomen in het trappenhuis van het gemeentegebouw. Met de Pride Progress-vlag op de achtergrond, verlicht door zacht bovenlicht, stralen ze voor de camera.
Aandacht voor diversiteit
Emmy, geboren en getogen in Rotterdam, begint haar carrière bij de gemeente als trainee en werkt zich op tot beleidsadviseur. In 2019 realiseert ze zich dat er iets ontbreekt. “Er was nauwelijks aandacht voor diversiteit en inclusie”, herinnert ze zich. “En ik had persoonlijke ervaringen met me niet altijd thuis voelen op de werkvloer.” Samen met collega’s besluit ze hier verandering in te brengen, wat leidt tot de oprichting van een bescheiden inclusiviteitspanel. Hun doel: meerdere perspectieven aan tafel krijgen bij de besluitvorming binnen de gemeente. Wat begint als klein initiatief, groeit uit tot haar baan: Emmy is nu programmamanager van het panel voor meer diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid binnen de gemeente.
Aan de andere kant van het scherm stelt Idelette zich voor met een brede glimlach. “Ik ben queer”, begint ze meteen. Ze grinnikt even, alsof ze bedoelt: laten we dat maar direct duidelijk maken. Haar achtergrond is net zo divers als de gemeenschap waarvoor ze zich inzet. Ze was DJ en organisator van queer-evenementen in Amsterdam en Rotterdam en werkte daarna als jongerenconsulent bij de gemeente, waar ze onder andere queer- en transjongeren begeleidde. “Vorig jaar kreeg ik de kans om tijdelijk freelance als programmamaker aan de slag te gaan voor Rotterdam Pride”, vertelt ze. “Ik ben zo trots op wat we toen hebben neergezet.” Nu werkt ze bij de gemeente als beleidsadviseur bij de afdeling Cultuur en speelt ze een actieve rol binnen R-Pride.
Klad
Emmy en Idelette komen in beeld na de coronapandemie, als R-Pride wat van zijn energie verloren heeft. “De klad was erin gekomen”, geeft Idelette eerlijk toe. Met frisse ideeën en hernieuwde drive hebben Emmy en Idelette, samen met andere collega’s, het netwerk nieuw leven ingeblazen. Elke eerste donderdag van de maand is er een borrel voor collega’s die zich identificeren als LHBTIQA+. Bondgenoten zijn er ook welkom: mensen die niet per se queer zijn, maar wel solidair of gewoon de gezelligheid waarderen.
“Na de pandemie wilden we iets doen dat impact zou maken”, zegt Emmy, terugblikkend op de herstart van Pride in Rotterdam. “We besloten met een groepje ambtenaren mee te lopen in de Pride Walk. We droegen allemaal dezelfde petjes en op kantoor deelden we queer-koffie-to-go en R-Pride-stickers uit aan collega’s die niet snel naar de Pride zouden komen.” Dit gebaar biedt niet alleen zichtbaarheid, maar ook de kans om in gesprek te gaan met collega’s over onderwerpen die vaak onbesproken blijven. “Het was heel mooi om te zien welke gesprekken dan ontstaan” vertelt ze. “Mensen die heel belangstellend zijn, maar ook iemand die vertelde dat haar dochter net uit ‘de kast’ is gekomen.”
Keycords
Symbolen spelen een belangrijke rol in het werk van R-Pride. De Pride Progress-vlag die nu trots in het trappenhuis van het gemeentegebouw hangt, is slechts een van hun initiatieven. “Maar het zijn niet alleen de grote gebaren die impact hebben”, benadrukt Emmy. “We hebben regenboog-keycords laten maken voor de gemeentepassen, en die liepen echt storm!”
Idelette vult haar collega aan: “Veel mensen vinden het spannend om naar de gemeente te stappen, uit angst voor onbegrip. Maar als ze een collega zien met zo’n regenboog-keycord, voelen ze zich direct meer welkom. Het straalt inclusiviteit uit en verlaagt de drempel om hulp te zoeken.” Emmy knikt instemmend en voegt toe: “Zo’n idee ontstaat vaak tijdens onze brainstormsessies. We komen elke zes weken met een klein groepje bij elkaar. Nee, het is geen officieel bestuur, maar een team van mensen die zich inzetten voor R-Pride. Met een beperkt budget moeten we creatief zijn, maar dat houdt ons scherp.” Naast de keycords en vlaggen werken ze al aan nieuwe initiatieven, zoals een filmscreening van een documentaire over LHBTIQA+-thema’s en een groter netwerkevenement.
Thuis voelen
R-Pride is niet alleen een belangrijk intern netwerk binnen de gemeente, maar ook een krachtig signaal naar de stad en daarbuiten. Netwerken zoals deze zijn ook te vinden in steden zoals Amsterdam, Den Haag en Utrecht, evenals bij grote bedrijven zoals Unilever en Shell. “Dit soort netwerken worden steeds belangrijker, omdat ze echt bijdragen aan het diversiteitsbeleid van een organisatie”, legt Emmy uit. “Het zorgt voor representatie op de werkvloer en maakt een werkgever aantrekkelijker. Mensen zien: hier kun je jezelf zijn, hier is ruimte voor verschil en hier vind je gelijkgestemden. Dat zorgt ervoor dat medewerkers zich thuis voelen en langer en liever blijven werken.”
Daarnaast verandert R-Pride de sociale norm op de werkvloer. “Mensen zien dat diversiteit hier normaal is, dat we openlijk over deze onderwerpen kunnen praten”, vervolgt Emmy. De impact van R-Pride beperkt zich echter niet tot de gemeente. Idelette beschrijft het netwerk als een spiegel voor de stad: “Rotterdam heeft een grote queer-community, met veel overkoepelende organisaties en plekken zoals Club FERRY – een van de meest populaire clubs in de stad.” Tegelijkertijd voelt de stad nog lang niet altijd veilig voor veel LHBTIQA+-personen. “Ik ben altijd alert als ik in Rotterdam hand in hand op straat loop met mijn vriendin”, stelt Emmy. “Dit komt misschien doordat de gemeenschap niet heel zichtbaar is in Rotterdam, waar dat in andere steden, zoals Amsterdam, meer is.”
Aan tafel
Ondanks – of dankzij – de uitdagingen blijft R-Pride zich inzetten om inclusiviteit op de agenda te zetten. “Via R-Pride kunnen we intern advies geven en kwesties bespreekbaar maken”, legt Emmy uit. “Denk aan de gendervrije wc’s die we nu hebben in het gemeentegebouw – dat voelt als een overwinning.” Maar, zo benadrukken beiden, er is nog veel werk te doen. Emmy: “We lopen nog regelmatig tegen weerstand op, zelfs binnen de organisatie. Zo zorgen we er vanuit het inclusiviteitspanel voor dat mensen van R-Pride ook aan tafel zitten bij beleidsmakers en besluitvormers, zodat beslissingen voor de stad worden gemaakt met diversiteit in gedachten. Of het nu gaat om werving en selectie of om nieuwe initiatieven in de stad, we willen dat die keuzes worden gemaakt met oog voor inclusiviteit.”
Soms is een tafel echter onverklaarbaar ‘vol’, of horen ze pas op het allerlaatste moment dat iemand van het inclusiviteitspanel mag aanschuiven bij besluitvorming, en dan is het te laat om iemand te vinden. “Dit soort vertragingen zijn ook een vorm van weerstand”, zegt Emmy. “Diversiteit en inclusie zijn nu prioriteiten voor de gemeente, maar dat betekent niet dat we geen obstakels tegenkomen. Gelukkig zijn verreweg de meeste mensen met wie we ons omringen meer dan bereid ons te helpen.”
Voornaamwoorden
Emmy en Idelette hebben ambitieuze plannen voor de toekomst van R-Pride. “We willen de structuur van R-Pride formeler maken”, legt Idelette uit. “Nu doet iedereen het in eigen tijd, als iets erbij. Om echt impact te hebben, moet er een vast budget komen en misschien iemand die een paar uur per maand kan besteden aan coördinatie.”
En inhoudelijk? Emmy benadrukt het belang van meer aandacht voor genderneutraal taalgebruik binnen de gemeente. “Daarnaast zouden meer interne trainingen, en de bevoegdheid die zelf te geven, veel verschil maken”, vult Idelette aan. “Collega’s lopen vast of hebben niet de juiste kennis over voornaamwoorden, wat tot ongemak en weerstand kan leiden. Wij kunnen hen de nodige handvatten bieden.” Ze werken ook aan het promoten van de bystander-training, zodat collega’s leren hoe ze effectief kunnen reageren wanneer ze getuige zijn van discriminerende opmerkingen of kwetsende grappen.
Hoewel er veel is om trots op te zijn in Rotterdam, zoals de diverse queer-organisaties, erkennen Emmy en Idelette dat er ook nog veel uitdagingen zijn. “Mijn vriendin en ik zijn eens heel bedreigend achtervolgd door iemand en niemand deed iets”, herinnert Idelette zich. Dit maakt duidelijk dat, ondanks alle vooruitgang, de weg naar een volledig inclusieve samenleving nog lang is. “Mensen verstoppen zich nog steeds, en oudere LHBTIQA+-personen voelen zich soms gedwongen terug de kast in te gaan als ze naar een verzorgingstehuis moeten.”
Terwijl het gesprek ten einde loopt, reflecteren Emmy en Idelette op de reis die achter hen ligt. Idelette benadrukt nogmaals dat Pride een protest is: “Het lijkt altijd een feest, met de boten in Amsterdam en de festiviteiten, maar het is eigenlijk een protest om ruimte te nemen en te mogen zijn wie je bent.” Emmy lacht, maar met een serieuze ondertoon: “Er is nog zoveel werk te doen.”