Rotterdammers maken Rotterdam

Ouder worden is topsport

Pascalle Winde Tekst
Antim Wijnaendts van Resandt Beeld

Arthur Hoeve is een gepassioneerde geriatriefysiotherapeut die zich al jaren inzet voor de mobiliteit en levenskwaliteit van ouderen. Hij specialiseerde zich in de behandeling van ouderen en revalidatie bij chronische aandoeningen. Na zijn fysiotherapieopleiding, waarin hij in 2012 afstudeerde, begon hij in het Paramedisch Centrum Hoogvliet. Hier zet hij zich tot op de dag van vandaag in voor ouderen. In 2017 ontwikkelde hij zich na zijn masteropleiding verder als specialist op het gebied van ouderenzorg en valpreventie. Inmiddels is hij voorzitter van de Vakgroep Valpreventie van Rijnmond Paramedische Zorg en werkt hij samen met de gemeente Rotterdam om ouderen met een hoog valrisico beter te ondersteunen.

“Het draait niet alleen om vallen voorkomen, maar ook om kwaliteit van leven verhogen”, benadrukt Arthur. Hij vindt het belangrijk dat de patiënt centraal staat. “De zorgvraag neemt toe, terwijl er steeds minder zorgpersoneel is. Daarom moeten we efficiënter werken en beter samenwerken tussen disciplines en organisaties.” In Rotterdam loopt men hierin voorop. De stad is een van de eerste plekken waar valpreventie als ketenzorg wordt georganiseerd. Dit betekent dat fysiotherapeuten, verschillende paramedici, huisartsen, welzijnsorganisaties en wijkverpleging samen optrekken om ervoor te zorgen dat ouderen langer veilig en zelfstandig kunnen blijven wonen.
De stijgende zorgvraag in Nederland zorgt voor een grote uitdaging. “We moeten slimmer omgaan met de verdeling van zorgtaken en de inzet van preventieve programma’s. Hoe eerder we ingrijpen, hoe meer we op lange termijn kunnen besparen op intensieve zorgkosten en ziekenhuisopnames.”
Een Val Niet Training heeft ook nog een sociaal doel. Zo zijn er gezamenlijke lunches en andere activiteiten in de wijk aan verbonden. “We willen niet alleen het valrisico verkleinen, maar ook eenzaamheid en passiviteit aanpakken. Dat zijn belangrijke factoren die bijdragen aan het welzijn en de levensverwachting van ouderen.”

Schrikbarend
Het idee om valpreventie grootschalig aan te pakken, is niet uit de lucht komen vallen. Arthur legt uit dat hij zich al tien jaar bezighoudt met balanstraining en het begeleiden van patiënten met een verhoogd valrisico. In 2022 werd hij benaderd door de wijkverpleging in Hoogvliet, die een enorme toename van valincidenten onder ouderen constateerde. Uit onderzoek bleek dat maar liefst 70% van de 75-plussers in Hoogvliet een verhoogd valrisico had, iets hoger dan het Rotterdamse gemiddelde van 68%. Deze schrikbarende cijfers vormden de aanleiding om een samenwerking op te zetten tussen fysiotherapeuten, wijkverpleging en welzijnsorganisaties. Met steun van de gemeente Rotterdam en Veiligheid NL werd een gestructureerd valpreventieprogramma ontwikkeld. Val Niet Trainingen zijn er in alle 14 gebieden en worden steeds verder verfijnd om nog meer ouderen passende hulp te bieden.

Screening en risicogroep
Het valrisico wordt bepaald met een screeningstool van Veiligheid NL, waarbij drie vragen centraal staan: ben je in de afgelopen 12 maanden gevallen, ben je bang om te vallen, of heb je moeite met bewegen? Een ‘ja’ op een van deze vragen duidt op een verhoogd risico, wat meestal vanaf 65 jaar geldt, maar er zijn ook 55-plussers met klachten. Daarnaast wordt ook de loopsnelheid over vier meter gemeten en volgt een uitgebreide analyse op dertien verschillende domeinen. Dit helpt specialisten te bepalen welke factoren bijdragen aan een verhoogd valrisico en waar gerichte hulp nodig is. “Een gebroken heup is niet alleen fysiek ingrijpend, maar ook levensbepalend: een schrikbarend hoog percentage ouderen overlijdt binnen vijf jaar na zo’n val. Het versnelt het verouderingsproces en vermindert de zelfstandigheid drastisch.”

Indrukwekkend traject
Naast Arthur zit Maria, een stralende 76-jarige Rotterdamse. Ze is al tien jaar onder zijn begeleiding en heeft een indrukwekkend traject afgelegd. “Bijna vier jaar geleden ben ik gevallen; ik liep een hersenschudding op. Ik moest opnieuw leren vertrouwen op mijn lichaam en daar heeft Arthur me enorm bij geholpen.” Ze vertelt hoe ze deelnam aan een Val Niet Training dat haar niet alleen fysiek sterker maakte, maar ook mentaal. “Ik ben zelfverzekerder geworden. Ik weet nu bijvoorbeeld hoe ik moet lopen met mijn rollator en hoe ik risico’s in huis kan minimaliseren, maar ik ben vooral fysiek veel sterker geworden.”
Maria herinnert zich de dag van haar val nog levendig. “Ik woon alleen en ging de deur uit op een stormachtige dag. Ik had de windkracht erg onderschat, maar wilde toch even boodschappen halen en dacht dat ik het wel kon.” Terwijl ze de deur uitstapte, voelde ze hoe de wind haar bijna meesleurde. “Ik probeerde mijn sleutel te pakken om weer naar binnen te gaan, maar dat lukte me niet zo snel. Op dat moment kwam er een plotselinge windvlaag. Ik hoorde een krak van een boom, voelde hoe ik uit balans raakte en voor ik het wist, lag ik op de grond. De boom was volledig omgewaaid. De boom heeft het niet gered, maar ik wel,” zegt Maria met een kleine glimlach, hoewel de gebeurtenis een grote impact had.
Het ongeluk veranderde haar leven. “Ik was altijd zelfstandig, maar na die val was ik bang om alleen naar buiten te gaan.” Het fysieke letsel herstelde met de tijd, maar de mentale klap kwam ze niet te boven. “Ik dacht steeds maar weer: wat als ik opnieuw val?”

Meer dan fysiek sterk worden
Wat Arthur vooral ziet, is dat ouderen na een val vaak angstiger worden. “Onzekerheid is een grote valfactor. Je durft minder, je beweegt minder en dat maakt je juist kwetsbaarder.” Maria herkent dat: “Ik was zelfstandig, maar na mijn val ging ik een lang revalidatietraject in en werd het lastiger de deur uit te komen. Tijdens de training leerde ik niet alleen hoe ik mijn balans kon verbeteren, maar ook hoe ik mentaal sterker kon worden. Ik zeg altijd: waar een deur dichtgaat, gaat een raam open.”

Ik was altijd zelfstandig
Ik was altijd zelfstandig

Val Niet Training: hoe werkt het?
Arthur legt uit dat het traject bestaat uit een screening op valrisico en daarna een analyse met dertien verschillende onderdelen, waaronder medicatiegebruik, zicht, gehoor, balans en voeding. Deelnemers krijgen eerst een driedaagse cursus over veilig bewegen en wonen, gevolgd door tien weken training, twee keer per week. De rode draad? “Veel ouderen bewegen verkrampt na een val. Door ontspanning en balans te trainen, verkleinen we het risico op nieuwe valincidenten.” Daarnaast wordt voeding meegenomen in het programma. “Veel mensen realiseren zich niet dat voeding een grote invloed heeft op spiermassa en zelfs mentale gezondheid.” Maria beaamt dit: “Bij de bijeenkomsten kregen we adviezen en recepten. Het was niet alleen leerzaam, maar ook heel gezellig.”

Voeding en mentale gezondheid
Voeding heeft niet alleen invloed op fysieke gesteldheid, maar ook op mentale gezondheid. “Onze darmen worden ook wel onze tweede hersenen genoemd,” zegt Arthur. “Als je darmflora niet in balans is, kunnen je hersenen daaronder lijden. Dat kan leiden tot neerslachtigheid en zelfs ouderdomsziektes zoals Alzheimer.” Maria knikt: “Ik ben altijd gezond bezig geweest, maar toch leerde ik nieuwe dingen tijdens de training.”
Arthur hoopt dat de overheid meer aandacht gaat besteden aan voeding en preventieve zorg. “Een suikerbelasting en betere educatie over voeding op scholen zouden een stap in de goede richting zijn. Er zou eigenlijk al in het onderwijs les moeten worden gegeven over voeding en beweging. De keuzes die je maakt als kind en jongvolwassene, hebben een enorme impact op je gezondheid later.” Maria knikt instemmend: “Zie jezelf als je beste vriendin en zorg goed voor haar.”

Arthur benoemt ook het belang van gecombineerde leefstijlinterventie (GLI), een programma dat gericht is op het verbeteren van de gezondheid door voeding, beweging en ontspanning, geïnspireerd op de Blue Zones.

Omkijken naar elkaar
Aan de training is inmiddels een nieuw initiatief toegevoegd: deelnemers mogen iemand meenemen. “Een dochter, zoon of kleinkind kan zo zien hoe het dagelijks leven van een oudere eruitziet en wat de risico’s zijn. Bewustwording begint bij begrip”, zegt Arthur. Maria vindt het een prachtig idee. Zij vertelt hoe ze het contact met haar dochter en kleinkinderen koestert: “Dat zijn mooie momenten. Je herleeft het verleden en blijft mentaal verbonden met je familie. Alles heeft een impact.”
Ze benadrukt hoe belangrijk het is dat mensen naar elkaar omkijken. „Een klein berichtje of een herinnering ophalen samen kan zoveel verschil maken. Zo vragen mijn kleinkinderen regelmatig hoe het met me gaat, of ze vragen me om advies. Die band is zo waardevol. Het is belangrijk dat jong en oud elkaar blijven vinden.”

Het leven begint pas na je pensioen
Een van de belangrijkste adviezen die Arthur zijn cliënten meegeeft, is: leef niet alleen toe naar je pensioen, maar blijf actief en betrokken, want ná je pensioen begint het pas. Er is dan nog een heel leven te ontdekken. Plan vooruit, maak afspraken, zoek een hobby en blijf in beweging, bijvoorbeeld door je aan te sluiten bij een sportclub. Zo ziet hij mensen na hun pensioen vaak passiever worden, waardoor binnen enkele jaren gezondheidsproblemen kunnen ontstaan. Een gebrek aan activiteit versnelt het verouderingsproces. Het is daarom essentieel, vindt hij, dat we een cultuur creëren waarin een actieve levensstijl ook na het werkende leven vanzelfsprekend blijft. Maria benadrukt dat ouder worden ook echt leuk en positief kan zijn. “Elke fase in het leven heeft zijn charme. Als je blijft bewegen, blijft leren en sociale contacten onderhoudt, voel je je jong van geest. Het leven is te leuk om na je pensioen achter de geraniums te kruipen, dan begint het pas!” En zo komen we terug bij Arthurs favoriete slogan, die in zijn praktijk op het scherm prijkt: “Ouder worden is topsport.”