Terwijl steeds meer kleine ondernemers met moeite het hoofd boven water kunnen houden, blijft het aanbod in het winkelgebied rondom het Zwaanshals groeien. Ook in de rest van het Oude Noorden beginnen investeringen hun vruchten af te werpen. De buurt is ‘hip & happening’, een plek waar het gebeurt en de sfeer goed is.
Rotterdammers weten waarom. Dat is de slogan waarmee het Oude Noorden zich sinds kort profileert. De vraag is of dat zo is. Want lange tijd was de wijk die grenst aan het centrum vooral negatief in het nieuws. Hoge criminaliteitscijfers, slechte leefbaarheid, verpauperde straten. Maar sinds 2007 is er een enorme verandering in gang gezet.
Veel partijen hebben flink geïnvesteerd in de buurt en dat begin je steeds meer te merken als je in het Oude Noorden rondloopt. Er hangt een positieve sfeer, buurtbewoners en ondernemers geloven er weer in. Lange tijd was Kookpunt aan het Noordplein de belangrijkste en enige trekker van de wijk. Maar inmiddels vormen het Zwaanshals en de Zaagmolenkade het nieuwe uithangbord. In deze straten kunnen liefhebbers van mooie, bijzondere winkeltjes hun hart ophalen. Zoals bij Viltlijn (Zwaanshals 510) waar je terecht kunt voor tassen, petten en sieraden van vilt. Of bij een van de fashionzaken zoals MLR, van modeontwerper Magiel La Riviere (Zwaanshals 283a). Alles is met de hand gemaakt en van alle stukken is maar een exemplaar. Of neem Noot & Zo (Zwaanshals 299), een winkel met eigen atelier waar serviezen, kunst en sieraden met de hand worden gemaakt.
Huisgemaakte taarten
Wie trek heeft gekregen van al dat shoppen, kan voor een lunch naar Lof der Zoetheid (Noordplein 1). Alles is huisgemaakt. Van de taarten en chocolaatjes tot de piccalilly en het stoofvlees. ‘s Avonds kun je bijvoorbeeld aanschuiven bij grand café Branco (Zwaanshals 345) of om de hoek bij het Spaanse restaurant Destino (Zaagmolenkade 37-38).
Kwaliteit, dat is het sleutelwoord in het Oude Noorden anno 2013. De gemeente, deelgemeente, woningcorporaties Woonstad Rotterdam en Havensteder hebben een gezamenlijke visie ontwikkeld tot 2020 om ervoor te zorgen dat de wijk over een tijdje niet weer afglijdt. “Zo kan niet iedereen in het Zwaanshals zomaar een ruimte huren”, legt Paul Elleswijk van Havensteder uit. “Een ondernemer moet passen binnen het concept ‘food’, ‘fashion’ of ‘design’. Hij of zij moet iets unieks te bieden hebben met een goed bedrijfsplan. Het komt je hier zeker niet aanwaaien, omdat er nog niet voldoende loop in de straten zit. Vanwege deze criteria moeten we ondernemers weleens een plek elders aanbieden, ja. Op de korte termijn zeg je misschien: ‘Zorg dat alles verhuurd is.’ Maar omdat wij geloven in de nieuwe aanpak, durven we voor kwaliteit te kiezen.” En het werkt, want ondertussen zijn bijna alle ruimtes verhuurd.
Gevangenis Noordsingel
Voor wie het niet gelooft: kom gewoon eens kijken. Marijke de Vries, procesmanager ontwikkeling Oude Noorden: “We gaan nog veel meer mooie, nieuwe projecten ontwikkelen in de wijk. De kade langs de Rotte wordt bijvoorbeeld helemaal aangepakt; daar komt een groene fietsroute naar de Bergse plas. Het monumentale gevangeniscomplex tussen de Noordsingel en de Zwart Janstraat krijgt een nieuwe bestemming en wordt nu al ‘De tuin van Noord’ genoemd. Dat is straks een plek voor heel de buurt.”
Klinkt allemaal mooi natuurlijk, maar het is niet voor het eerst dat het Oude Noorden onder handen wordt genomen. Waarom zou het nu wel lukken? Elleswijk: “Omdat onze aanpak sinds 2007 wezenlijk anders is. We doen het veel meer samen. Dus gemeente, corporaties, ondernemers en bewoners. Niet meer ieder op zijn eigen eiland. We richten ons op wat er goed gaat, zonder te vergeten dat dit een wijk is met ruwe randjes.”
Turkse slager
Het karakter van de wijk is in alle plannen leidend. “We willen niet dat hier alleen maar hippe, creatieve mensen komen wonen en winkelen”, zegt De Vries. “Dit is en blijft ook een wijk met Marokkaanse bakkers, Turkse slagers en Surinaamse eethuisjes. Waar gezinnen met jonge kinderen goed kunnen wonen. En waar je in de Zwart Janstraat en op het Eudokiaplein je dagelijkse boodschappen kunt blijven doen. Dat maakt het Oude Noorden uniek en interessant. Niet alleen voor Noorderlingen.”
Jarno Kooijman (30)
“Deze plek, aan de Rotte, die deed het echt voor mij. Ik ken Rotterdam goed en wist dat er hier allerlei plannen waren om het gebied op te knappen. Ik had al langer een website, maar was nog niet van plan om een winkel te openen. Tot ik het aanbod kreeg om me hier te vestigen. Dat was zo aantrekkelijk, ik zou wel gek zijn als ik dat niet had gedaan. Het is fijn om een plek te hebben waar klanten naartoe kunnen. Ze zien wie ik ben, kunnen de meubels aanraken. Dat is echt een pluspunt. Ik miste een ruimte waar ik op een mooie manier mijn collectie kon tonen. En dat ik niet in het centrum zit, vind ik geen nadeel. Mijn aanbod is zo specifiek dat mensen speciaal daarvoor naar mijn winkel komen. Ik verkoop voornamelijk designklassiekers uit de 20e eeuw, Scandinavische meubels uit de jaren ‘50, afgewisseld met bijzondere stukken uit de jaren ‘70.
‘Bij mij koop je geen weggooiproduct’
Ik vind het leuk om stijlen te mixen. Daardoor krijgt een interieur een bepaalde nonchalance. Er is wel veel concurrentie in deze markt. Daarom is het belangrijk om je te onderscheiden. Inmiddels heb ik een goed netwerk opgebouwd en heb ik klanten in binnen- en buitenland. Ik moet het niet hebben van de mensen uit de buurt. Nog niet. Toch kennen steeds meer buren me en misschien dat ze dan toch eens komen kijken. Alleen al om een idee te krijgen van wie ik ben en wat ik doe. Ik verkoop zeker niet alleen aan mensen met een dikke portemonnee. Of ik last heb van de crisis? Nee, eigenlijk niet. Ik ben ook begonnen in crisistijd, dus eigenlijk kan ik het niet vergelijken met ‘betere’ tijden. Mensen hebben een ander bestedingspatroon, denken er wat langer over na voordat ze iets kopen. Daar past mijn product perfect bij. Als je hier iets koopt, koop je het omdat je er jaren plezier van wilt hebben. Het is geen weggooiproduct.”
Zaagmolenkade 41
www.contemporary-showroom.com
Isis Vaandrager (41)
“Wat ik precies doe als fashionstylist? Dat is moelijk om in een zin uit te leggen; het omvat zoveel. Met mijn werk laat ik een bepaald beeld van mode zien. Dat gaat veel verder dan alleen kleding. Ik probeer bij anderen een bepaalde bewustwording te creëren. In mijn winkel aan het Zwaanshals wil ik mode vooral toegankelijk maken en laten zien hoe leuk het is. De winkel is een conceptstore, waarin ik met snel wisselende thema’s steeds een nieuwe beleving aanbied. Van seventies glamour tot nineties hiphop en alles wat daarbij past, zoals boeken, magazines en foto-expo’s. Voor mannen en vrouwen, van jong tot oud. Ik krijg mijn inspiratie vooral van jongeren, streetstyle, popcultuur, hiphop en subculturen. Ben je geïnteresseerd in mijn werk als stylist? Dan kun je een kijkje nemen in mijn atelier onder de zaak. Want als je iets koopt, doe je dat niet zomaar. Dat wordt gestuurd en is daardoor een bewuste keuze.
‘Mijn winkel reflecteert mijn werk als fashionstylist’
Ik ben ook docent aan de Willem de Kooning Academie en dat gegeven probeer ik mijn studenten te leren. Wat zien ze als ze echt kijken? Omdat ik freelancer ben, werk ik voor uiteenlopende klanten. Zoals Marlies Dekkers, Nike, maar ook voor tijdschriften als JFKmagazine en Esquire. Het is niet de bedoeling dat ik teveel mijn eigen stempel op projecten druk. Ik geef vooral input en denk mee. Met mijn winkel wil ik reflecteren wat ik doe op stylinggebied. Je kunt bij mij terecht voor mode, vintage labels, jonge labels, sneakers, maar ook streetluxury. Ik heb gekozen voor deze plek in het Oude Noorden, omdat ik hier al veel leuke ondernemers kende. Ik wil graag bij mensen in de buurt zitten met dezelfde energie als ik. Bovendien ben ik een oer-Rotterdamse. Ik zou niet weg willen uit deze stad. Wat ik nog wel mis zijn leuke tentjes waar je een broodje kunt eten of een kopje koffie kunt drinken. In Parijs vind je op elke straathoek wel een leuk terrasje. Dat zou hier ook goed passen.”
Zwaanshals 243a
www.isisvaandrager.nl
Guido de Groot (37)
“Ik woon al jaren in het Oude Noorden. En met veel plezier. Maar sinds ik een zoontje heb, hebben mijn vrouw en ik het er toch weleens over gehad of het goed is voor Sem om hier op te groeien. Qua kindvriendelijkheid kan er nog wel het een en ander verbeteren. Op het plein voor mijn deur ligt bijvoorbeeld altijd hondenpoep. Het zou goed zijn als honden daar helemaal niet meer mogen komen. Gelukkig gebeuren er ook heel veel goede dingen in de wijk. Ook voor kinderen. Er komen bijvoorbeeld steeds meer veilige speelplekken en er is een kindvriendelijke route gemaakt die je herkent aan fantasiedieren op lantarenpalen. Voor ons is het doorslaggevend dat we echt geloven dat het wat kan worden in de buurt. Er wonen zoveel mensen die goede initiatieven ondernemen en er iets van willen maken. Zelf heb ik de stichting Kito Events een jaar geleden opgericht. Ik organiseer jaarlijks het Bluegrass-festival op het Pijnackerplein en wat kleinere evenementen en exposities binnen en buiten de wijk. Het is belangrijk dat degenen die goede ideeën hebben daarin gesteund worden. Zij zorgen er namelijk voor dat de wijk op een positieve manier kan groeien.
‘Een klein dorp middenin de stad’
Want hoewel het Oude Noorden in de lift zit, heeft de wijk nog steeds – onterecht – een imagoprobleem. Terwijl het vooral een gezellige, volkse wijk is. Een klein dorp middenin de stad, dat veel minder rauw is dan mensen denken. Toch moet ik nog steeds aan buitenstaanders uitleggen dat dit een heel normale wijk is, waar ik gewoon mijn fiets voor de deur kan zetten. Laatst werd er wat thuis bezorgd. Zei de beste man: ‘Dat je in deze buurt kunt wonen!’ Dat is naar mijn idee vooral angst voor het onbekende. Er komen vervelende dingen voor in de wijk, maar die gebeuren net zo goed in Kralingen. Ik kan daar goed mee omgaan en stoor me niet overal aan. Ik ben blij met alle positieve aandacht en de veranderingen. Er zijn veel meer leukere winkeltjes en restaurants. Als iedereen met elkaar in gesprek blijft, elkaar durft aan te spreken op ongewenst gedrag en er meer betaalbare woningen voor gezinnen met kinderen komen… Dan gaan wij hier voorlopig niet weg.”