Kloppend hart van Rotterdam

Surfen op de blauwe golf van innovatie

Karolina Grenczyk Tekst
Chris Bonis Beeld

Vroeger een speelparadijs voor de kleine waterratten onder ons; inmiddels alweer jaren een speelparadijs voor circulaire ondernemers die de wereld een stukje beter maken door ‘afval’ een nieuw leven te geven. Gers! ging in gesprek met algemeen directeur Sabine Biesheuvel: “We streven ernaar volledig zero waste te gaan.”

Bij het Rotterdams publiek staat het voormalige Tropicana jarenlang bekend als subtropisch zwemparadijs, sauna en discotheek. Oorspronkelijk is het in 1988 door Center Parcs opgetrokken als entertainment voor gezinnen, zodat ze de stad niet hoefden te verlaten in het weekend. “Heel veel mensen die naar bungalowparken gaan, zullen de bouw wel herkennen; je komt er dit soort waterparken veel tegen”, zegt Sabine Biesheuvel, algemeen directeur van BlueCity. Wat begon als een succes, zakte echter in. Omdat, zo stelt Biesheuvel, de formule op de langere termijn niet werkt zonder bungalows. “Tropicana is verkocht aan een Schotse bierbrouwer. Deze verkocht het op zijn beurt weer door aan vastgoedontwikkelaar Lips Capital Group die het gebouw wilde slopen om er woningen voor in de plaats te laten komen.”

Lips stuitte echter op weerstand van omwonenden bij de herbestemming. Toen de vastgoedsector als gevolg van de crisis vervolgens implodeerde, moest er een nieuwe bestemming komen. Een reeks wilde plannen volgde. “We zagen plannen in het archief van het pand met goud bekleed als een soort tempel”, vertelt Biesheuvel lachend. Maar gelukkig trok restaurant Aloha er als eerste in en trok de locatie ook de aandacht van Siemen Cox. “Toen hij er op een dag langs fietste, dacht hij: ‘Verrek, dat is één grote stadskas!’ en zo was het eerste zaadje van BlueCity geplant. Een dag later heeft hij de sleutel van het pand opgehaald.”

Vreemd concept

Siemen Cox richt RotterZwam op, een bedrijf dat koffiedik gebruikt om oesterzwammen op te kweken. Zijn concept – afval als grondstof gebruiken – spreekt andere ondernemers ook aan. Een impactinvesteerder, Wouter Veer, raakt geïntrigeerd en koopt het hele pand op, maar er is één voorwaarde: er moeten minimaal dertig ondernemers komen die een bijzondere vorm van ondernemen gaan uitproberen, die circulaire of blauwe economie nastreven. Biesheuvel legt uit hoe het werkt: “Elk stukje van wat wij doen proberen we circulair te maken. Zo gaat er niets verloren. Afval is een vreemd concept in de natuur; het bestaat niet. Maar de blauwe economie is niet alleen gericht op recyclen of upcyclen van producten. Het probeert vooral de ultieme waarde van grondstoffen te bewaren en zo efficiënt te gebruiken, meerdere keren. Dat creëert overvloed in plaats van schaarste. BlueCity richt zich op ondernemers die producten op een duurzame manier maken. Tegelijkertijd zie je hoe belangrijk design is: een product moet mensen vooral aanspreken, omdat het een goed en mooi ontworpen product is dat voorziet in een behoefte.”

Biesheuvel is van oorsprong antropologe en wilde destijds de journalistiek in. Ze belandde echter in het bedrijfsleven en richtte zich op innovatieprocessen. Na drie jaar trok ze de conclusie dat duurzame verandering haar te langzaam ging: “De hiërarchische politiek binnen een bedrijf zaagt vaak aan de stoelpoten van haar eigen innovatie.” Ze vond dat dit anders kon en besloot het roer voor haarzelf radicaal om te gooien. Ze zegde haar fulltimebaan op en sloot zich aan bij de mannen van RotterZwam: “Maar ik had geen supergrote bankrekening, dus ik gaf mezelf een half jaar de tijd om het met BlueCity te proberen.” Inmiddels is ze, naast medeoprichter, al drie jaar lang een van de gezichten van BlueCity.

‘Het is een uitdaging om producten te maken van reststromen, maar we willen het publiek vooral verleiden met mooi en goed design’

Restafval

Tijd voor een rondleiding! We beginnen in de voormalige balzaal van Tropicana, die nu een conferentieruimte is. Eén van de activiteiten van BlueCity is namelijk het organiseren van evenementen en de verhuur van ruimtes met als oogpunt Rotterdammers te informeren en andere ondernemers te enthousiasmeren voor de duurzame economie. Daarin staat alles in het teken van circulair. Biesheuvel neemt de bar als voorbeeld: “We proberen elk deel van het assortiment geleidelijk naar zero waste te brengen. We willen een zo laag mogelijke impact hebben en gebruiken zoveel mogelijk lokale en seizoensgebonden producten. We produceren zoveel mogelijk in het pand. We gebruiken geen petflessen maar water van de tap en siropen om drankjes te maken. Verder hebben we bieren van bierbrouwer Vet&Lazy op de tap en zijn de tafels, van restafval uit de staalindustrie, gemaakt door meubelmaker OkkeHout, die ook in het pand gevestigd is.”

We lopen naar het deel van Tropicana waar vroeger de disco was; hoge plafonds, een bar en kantoorruimtes. Originele elementen uit het zwembad zijn verweven met ruimtes die opgetrokken zijn uit bestaande materialen. “Negentig procent van wat je ziet is hergebruikt materiaal. De kozijnen komen uit een pand in Maastricht dat gesloopt zou worden en zijn demontabel, de tafels zijn gemaakt van meerpalen uit de Maas en de lampen komen uit Erasmus MC. Eén van onze principes is niet te veel energie steken in dingen anders maken dan ze zijn.”

We gaan de trap op en komen in een langwerpige vergaderruimte met cubicles die uitkijkt op kantoren. De oude zitjes van de discotheek zijn hergebruikt in de vergaderhokjes. “Ze zijn wel opnieuw bekleed met banners uit de evenementen industrie en de lampen zijn gemaakt met oude parfumreclames.” De lampen waar Biesheuvel naar wijst hebben een strak design en geven mooi, zacht licht. Stukjes reclameteksten schijnen inderdaad door het plastic heen.

Op deze verdieping zitten een paar innovatieve bedrijven bij elkaar, vervolgt Biesheuvel. “Zo heeft BetterFutureFactory een specialisme in kunststof recycling. Een van hun startups, Refil, begon door voor Lowlands een oplossing te zoeken voor de plastic bekertjes die tijdens het festival werden gebruikt en direct weggegooid. Ze zijn deze gaan shredderen en maakten er terplekke zelf 3D-inkt. Zo konden ze met 3D-printers mooie designvoorwerpen maken. Inmiddels maken ze de 3d-printinkt op industriële schaal, met onder andere het plastic dat afkomstig is uit dashboards van auto’s en binnenkanten van koelkasten.” Geometrische vaasjes van mat kunststof in grijs en wit sieren de wand. “Plastic laat zien hoe complex onze wereld is,” voegt Biesheuvel toe. “Vanuit design oogpunt is het een heel efficiënt materiaal en het voorkomt voedselverspilling, maar aan de andere kant zijn we doorgeslagen in het extreem inefficiënte gebruik ervan. Waar we allemaal plastic omheen doen, wat we na één keer gebruiken weggooien, is gewoon bizar!”

Verleiden

Ook andere bedrijven hebben hier hun kantoor. “Toen plastic tasjes verboden werden, ontstond Beat the Bag. Dit franchisebedrijf, opgericht door VerdraaidGoed, maakt tassen van oude reclamedoeken – een alternatief voor de standaard plastic tassen.”

Hoewel BlueCity een perfect voorbeeld is van hoe een circulaire economie kan werken, willen ze niet preken naar of oordelen over de consument. “Het is een uitdaging om producten te maken van reststromen, maar we willen het publiek vooral verleiden met mooi en goed design. En toch, gelet op de schaarste aan grondstoffen, is het natuurlijk ook onvermijdelijk dat we met zijn allen minder zouden willen.” Want de voortdurende vraag naar nieuwe producten is het probleem, aldus de directrice.

We verplaatsen ons richting een hal, waar herenschoenen en verschillende soorten leer zijn uitgestald, maar schijn bedriegt. “Fruit Leather is een voorbeeld van zo’n verleidelijk product”, stelt Biesheuvel. “Zij maken schoenen van fruit dat wordt verscheept, maar voortijdig wordt afgekeurd in de Rotterdamse haven, zoals mango’s. In plaats van recyclen wil BlueCity op de lange termijn bewegen naar iets nieuws, want als je recyclet, blijf je de behoefte naar het originele product stimuleren. Een voorbeeld daarvan is het petflesje voor water, wat we eigenlijk helemaal niet nodig hebben in Nederland. Als we heel erg goed worden in dat recyclen na gebruik, en dat recyclen gaan opschalen, heb je op lange termijn een perverse prikkel in je systeem om het product in stand te houden.” Met een nieuwe kijk en nieuwe manier van denken, willen de ondernemers van BlueCity mensen uitdagen om andere wegen te bewandelen.

Rok van bacterie

We lopen als laatste naar de productieruimtes en het lab, die zich in de koele, donkere kelder bevinden. In het laboratorium wordt geëxperimenteerd met ‘bio based’ producten. Dit zijn producten die gemaakt worden van levend materiaal. “We grow materials!” zegt Biesheuvel enthousiast. Uit het initiatief van RotterZwam is namelijk letterlijk iets nieuws ontsproten. Ze gebruiken nu een restproduct van de oesterzwammen om iets nieuws te produceren: “Mycelium, ofwel zwamflok, kun je in allerlei vormen laten groeien. Zo ontstaan er voorwerpen uit levend materiaal.” Ze laat een organisch, wit lampje zien en iets wat op een stapeltje camemberts lijkt: het blijkt de basis voor lichtgewicht verpakkingsmateriaal dat na gebruik zo in de tuin thuis kan worden gebruikt voor je grond. Ook heeft BlueCity de opdracht gekregen om twee rokken te kweken van een restproduct van komboucha, een bacterie, die je ook in allerlei vormen kan laten groeien. Waaronder in die van een rok dus. ‘Super fast fashion’ noemt Biesheuvel dat. “Stel je voor, je hebt een week een rok aan en gooit die zo op een composthoop!” Mooi initiatief, want de kledingindustrie is een van de meest vervuilende industrieën op aarde.

Uiteraard heeft BlueCity ook toekomstplannen. Binnenkort plaatsen ze samen met Physee, een startup uit Delft, Engie en de Rabobank Rotterdams eerste slimme glasgevel. Het glas is een zonnepaneel en zonwering in één. Sensoren in het raam sturen de zonwering aan. Daarnaast komt er steeds meer eigen programmering. Zoals een groot festival over plastic, waarbij BlueCity onder andere samenwerkt met de Europese Unie en ByTheOceansWeUnite. Ook starten ze dit najaar een circulaire woning, waarin het zero waste principe voor woningbouw, wonen en leven wordt getoetst. Biesheuvel woont zelf nog niet in Tropicana. “Was het maar waar!”

Tot slot van het gesprek stelt Biesheuvel een van haar medeoprichters, en de investeerder, Wouter Veer voor. Veer vertelt dat hij al twintig jaar ondernemer is. “Hiermee heb ik veel geld verdiend, maar dat had ik niet allemaal voor mezelf nodig.” Hij besloot het te gebruiken om de wereld wat mooier te maken. “Door te investeren in ondernemers die de overgang naar duurzaamheid versnellen.”

‘Je draagt de rok een week en gooit ‘m erna zo op een composthoop. Super fast fashion!’

BlueCity kijkt naar het bredere plaatje, vertelt de bevlogen investeerder. “Aan de ene kant trekken we de aarde leeg – dit is toegestaan en goedkoop – en aan de andere kant gooien we de dingen die we gebruiken ook zo weer weg.” Duurzaamheid is volgens hem een simpel concept; iets wat blijvend is en daardoor lang te gebruiken is. “Mensen leven in een droom, het systeem zoals het nu is, is aan het crashen. Bij BlueCity maken we mensen bewust van de keuzes die ze hebben.” Die verandering zal geleidelijk gaan, maar de innovators van BlueCity doen hun best bewustwording te creëren. En het voormalige Tropicana is een perfect speelparadijs waar die innovators alternatieven kunnen onderzoeken.