Kloppend hart van Rotterdam

Van rijke Arabieren tot varkensboeren

Annemiek de Gelder Tekst
Joost van der Vleuten Beeld

Statig, sjiek, klassiek. Het zijn woorden die bij Rotterdammers uit de mond rollen als het gaat over het oudste hotel van de stad: het Bilderberg Parkhotel. Al vele sporters, beroemdheden en minder bekende – maar niet minder belangrijke – mensen legden hun hoofd te ruste in een van de 189 kamers. Drie bekende Bilderberg-gezichten vertellen over hun ‘Grande Dame’.

Portier Ton Schobben zag heel wat voorbijkomen in zijn tijd aan de deur. “Van BB King en de Dolly Dots tot Piet en Truus uit de Achterhoek.” Jarenlang was hij het gezicht van het hotel. In zijn statige outfit verwelkomde hij iedereen met een glimlach. Met zijn 71 jaar zou hij nu lekker kunnen genieten van zijn pensioen, maar hij kiest ervoor om toch op oproepbasis te blijven werken. “Ik vind het heerlijk om nog steeds in en rond het hotel bezig te zijn. Of het nu is als hulp in de afwas, als manusje-van-alles bij de technische dienst of vertrouwd aan de deur.” Wie door het hotel in hartje Rotterdam loopt, begrijpt dat er hier altijd wat te doen is. Het hotel telt 189 kamers, acht vergaderzalen, een bar, een statige cigar lounge en het befaamde restaurant The Park, waar topchef Eric van Loo de keuken bestiert.

Pensionado Alex Rietveld

Ogen en oren

Het enthousiasme van Schobben typeert de medewerkers. Ook zijn oud-collega Alex Rietveld denkt dat daar de kracht van het hotel ligt. “Als medewerkers goed met elkaar omgaan, voelen de gasten dat.” Pensionado Rietveld was jarenlang de bartender in de oude bar, die na de verbouwing in 2014 verhuisd is naar een meer centrale plek in de lobby. Als de zon onder ging, begon zijn shift. “Een heerlijke tijd heb ik gehad. Er kwamen allerlei verschillende mensen langs: van rijke Arabieren tot een varkensboer uit Meppel. Hier is iedereen gelijk.” Maar naast het inschenken van een biertje en een praatje over koetjes en kalfjes, gebeurt er in de bar nog iets belangrijks. “Je bent de ogen en oren van het hotel. Op een informele manier kom je een hoop te weten. Zijn de gasten tevreden? Kunnen we nog iets doen om het verblijf aangenamer te maken? Je pikt dat op en zorgt ervoor dat het wordt opgelost, zonder dat het een heel ding wordt.”

Barvrouw Elske Lucas

Ouderwetse gastvrijheid

Het ruim negentig jaar oude pand ademt een en al sfeer. De vernieuwing is goed zichtbaar, maar het klassieke karakter is behouden. Oude schilderijen hangen naast moderne lampen. Frisse blauwe tinten gaan hand in hand met klassieke bruine kleuren. Iets wat de derde oude rot in het vak Elske Lucas wel kan waarderen. Lucas is al jarenlang verantwoordelijk voor de bar. Ze maakte al vele renovaties mee. Toch blijft de sfeer hetzelfde, vindt zij. “Het karakter zit gewoon in het gebouw. Hoewel het van de buitenkant misschien wat zakelijk lijkt, is het dat binnen absoluut niet. Dat komt denk ik ook door de mensen die hier werken. Iedereen heeft hetzelfde doel: de gasten in de watten leggen en hen een ‘thuisgevoel’ geven. Zoveel jaar op dezelfde plek zou kunnen gaan vervelen, maar Lucas heeft daar geen last van. “Het werk blijft in de kern natuurlijk hetzelfde. Maar de gasten maken het gevarieerd. We hebben een heel breed publiek. Van dagjesmensen tot zakenlui.” In één woord samenvatten wat het hotel zo bijzonder maakt, vindt Lucas lastig. “Het zit hem in de kleine dingen. Even een kopje thee zetten voor iemand die niet lekker is of een extra kussen regelen voor de gast die dat zo prettig vindt. Het klinkt wat afgezaagd, maar het komt uiteindelijk allemaal neer op ouderwetse gastvrijheid. Net even dat stapje extra willen zetten voor de gasten. Dat maakt ‘mijn hotel’ bijzonder.”