Kloppend hart van Rotterdam

Expedition Euromast

Mick de Witte Tekst
Rick Arnold Beeld

Even denken. De Euromast op tijdens het Expedition Festival om een bijzonder optreden van rapper Faberyayo te zien? Geregeld door Warsteiner? Of ik daar iets over wil schrijven? Dat ik er überhaupt over moest denken was een geintje. Ze hadden me al bij de Euromast.

De sessies van Warsteiner op de Euromast zijn nogal speciaal. Je kunt alleen een kaartje winnen. We lopen dus door het park, tussen de blije winnaars naar de Euromast niet wetende wat ons te wachten staat. Een intiem optreden ja. Een bijzonder optreden; dat is ons ook verteld. Enkele Duitse toeristen raken in de hal verstrikt in onze uitgelaten groep en vluchten schichtig de trap op. De sfeer zit er alvast lekker in.

De lift in de Rotterdamse droomtoren is altijd al een opmaat naar mooie dingen maar hier is niemand op voorbereid. De groep wordt een ruimte in geloodst waar rapper Faberyayao (aka Pepijn Lanen) zit als een vorst op een Louis-XIII fauteuil geflankeerd door twee kamerplanten en het mooiste uitzicht in de stad. Nee, in de wereld. Maar dan valt pas op: geen microfoons, geen lichten, pet achterstevoren op het hoofd of motherfuckers in de buurt te bekennen.

‘Geen pet achterstevoren op het hoofd of motherfuckers in de buurt te bekennen.’

Pepijn sommeert een luidruchtige gast op voor een rapper subtiele wijze stil te zijn en begint voor te dragen uit zijn boek Naamloos! Behalve de hardcore fans heeft het gehoor even wat moeite met deze onverwachte wending. Al gauw worden de zitzakken hier en daar opgeschud en vindt de toeschouwer een comfortabelere luisterhouding.

Als Pepijn voordraagt, luistert men. Een festivalpubliek wegtrekken uit baldadige drukte en hen dan uit een boek voordragen? Dat moet je kunnen. De tekst is dan ook sterk. Pepijn vertelt hoe het beest in hem wakker wordt, hoe hij ontsnapt uit een onbekend huis en een fles Veuve uit de koelkast meepikt. Hij sterft 10 doden die dag, maar leeft. Het is doodstil op de mast als hij zijn boek sluit en ons aankijkt met zijn grote ogen.

‘Het is doodstil op de mast als hij zijn boek sluit en ons aankijkt met zijn grote ogen.’

“Of we met hem op de foto willen?” vraagt hij, met een grote grijns en direct springt het publiek op van de zitzakken en staat in de rij om een kodakje te trekken met de artiest. Hij poseert en praat lang na met zijn fans over zijn muziek en boeken. Fotograaf Rick Arnold vraagt of Pepijn nog een quote heeft voor ons, en dan smijt hij er achteloos eruit: “Ik vond het Rotterdams Gersellig!”

Eenmaal terug op het festivalveld kijk ik nog vaak verrukt omhoog naar de Euromast. De belletjes koolzuur in mijn Warsteiner en de fantastische line up van Expedition razen voort door die dag. Ik kan het niet anders dan volledig eens zijn met Faberyayo.