Kloppend hart van Rotterdam

Lekker lachen met De Tunes

Martine de Wit Tekst
Joris den Blaauwen Beeld

Hun vorige theatershow heette ‘De Jongens van Plezier’ en dat geeft prima weer wat je kunt verwachten tijdens een avondje De Tunes. Maar hoewel de mannen de lach aan hun kont hebben hangen, zijn ze bloedserieus met hun vak bezig. Nog steeds, na bijna dertig jaar. We spreken frontman Harry-Jan Bus over hoe het ooit begon, wat het succes is én waarom het leuk blijft. Want wordt het nooit saai na dertig jaar dezelfde soort grappige liedjes spelen? “Welnee! Ik lach me nog steeds af en toe gek om wat er in de zaal gebeurt.”

Verschillen tussen mannen en vrouwen, bemoeizuchtige buren en de stroom toeristen die ineens de Erasmusbrug bevolkt; De Tunes laten niets alledaags onbesproken en ieder nummer is een klein feestje van herkenning. Zo begon het ook in de jaren tachtig, zij het in een iets andere vorm. Bus: “De Tunes is begonnen als een duo. Samen met Erik Stok speelde ik op straat de openingstunes van bekende televisieseries uit onze jeugd: Flipper, Ivanhoe, Bonanza. Herkenning bij de mensen oproepen was toen ook al het doel. Op die manier hebben we toen onze vakanties verdiend, liftend naar Zuid-Frankrijk. En als het geld op was, gingen we gewoon weer spelen. Toen we in Saint-Tropez op straat stonden, kwam het weleens voor dat mensen ons vroegen om op hun luxejachten te komen spelen. Mooi was dat.”

Stok ging een tijdje in Boston compositie studeren en bij zijn terugkomst gingen De Tunes verder als trio. “In die tijd kwam Emiel Benda erbij op contrabas. Met Erik op ukelele en met mij op accordeon vormden we zo een typisch Rotterdams geluid, zoals je in die tijd overal op straat tegenkwam. Of ik voorbeelden wil geven? Heb je even? Natuurlijk de Amazing Stroopwafels, Trio de Janeiro, Trio Hasjee, Trio Bill Naad, De Berini’s… Zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik ken geen stad in Nederland waar zo veel van dit soort bandjes optraden. Dat kwam doordat Rotterdam de eerste stad was waar straatmuzikanten legaal mochten spelen. Dat veroorzaakte echt een golf van artiesten en wij zijn daar een uitvloeisel van. Als je overal om je heen mensen ziet spelen en merkt dat er best wat mee te verdienen is, is dat heel interessant. Zeker als je net afgestudeerd bent en nog een beetje loopt te klootzakken.”

‘Eigenlijk staan we gewoon de hele avond te lullen met het publiek’

Notarissen, stratenmakers, jonge broekies en ouwe lullen

Een beetje klootzakken was er halverwege de jaren negentig allang niet meer bij. De Tunes werden een vaste band bij Cabaret Restaurant Schellings en werden gevraagd voor bedrijfsfeesten door het hele land. “Zo hebben we echt geleerd het publiek aan ons te binden. Mensen hadden geen kaartje voor ons gekocht, maar ze moesten het wel leuk vinden. En dat is goed gelukt moet ik zeggen. Het publiek dat we in die tijd hebben opgebouwd bestaat uit notarissen, stratenmakers en alles ertussenin. Dat komt omdat we de actualiteit een beetje mijden: om onze grappen te waarderen hoef je niet elke dag de krant te lezen. We kijken meer naar wat we allemaal met elkaar gemeen hebben. Iedereen kent wel iemand die geen ‘nee’ kan zeggen, en vrijwel elke man moet op zaterdag verplicht met zijn vrouw de stad in. Op dat soort onderwerpen gaan we in, en dan zit je eigenlijk altijd goed.” Heel af en toe is er toch een actualiteit die de weg vindt naar de show, maar dan wel vertaald naar alledaagse situaties, vertelt Bus. “In de nieuwe show Drie op een rij gaat het nummer ‘Jammer dan’ over wat er gebeurt als je de bordjes niet goed leest. Vooral bij een bezoekje aan de Beekse Bergen kan dat vervelend uitpakken”, lacht hij.

In de nieuwe show gaan trouwe fans een nieuw gezicht tegenkomen. Erik Stok verliet de band al een tijd geleden en werd destijds vervangen door Steef Voren. Het afgelopen jaar verliet ook Voren de band en Leo Sienot vervangt hem. “Dat zorgt voor een frisse wind”, vertelt Bus. “Sowieso voor de dynamiek op het podium, waar we allemaal een typetje doen. Emiel speelt bijvoorbeeld een schlemielig type dat nog steeds bij zijn moeder woont en ik ben de ideale schoonzoon die ongestraft de meest vreselijke dingen kan zeggen. Daar stond altijd het type oude Rotterdamse brombeer tegenover, maar Leo is echt nog een jong broekie. Dus nu hebben we bijvoorbeeld een nummer waarin Emiel en ik klagen over intredend lichamelijk verval, Leo naar ons staat te kijken van ‘waar gáát dit over?’. De manier waarop we op het podium met elkaar omgaan is heel anders en dat doet natuurlijk ook veel voor het repertoire. Je zou denken dat je met die alledaagse onderwerpen een keer klaar bent, maar zeker met deze nieuwe samenstelling kunnen we voorlopig weer vooruit. Dat is een mazzeltje, want daar hebben we Leo natuurlijk niet op uitgezocht.” De belangrijkste voorwaarde voor het nieuwe groepslid was een stevige muzikale achtergrond, vertelt Bus. “Dat is gewoon niet de beste kant van Emiel en mij. Emiel is echt de man met de grappige ideeën en ik doe graag een voorzet voor de melodie. Leo zorgt voor de arrangementen en dat het allemaal goed klinkt. Muzikaal gezien trekken wij ons aan hem op.”

Het best bewaarde geheim

Naast de ideale schoonzoon met ideeën voor melodietjes, lijkt Harry-Jan vooral het strategische en zakelijke lid van de groep. Na tien jaar met De Tunes in Schellings opgetreden te hebben, richtte hij in 2008 Theater Walhalla op met zijn vrouw Rachèl. En dat was niet bepaald zonder succes. “Ik dacht er toen wel aan om te stoppen met De Tunes, maar ja. Wat is er nu leuker dan in je eigen theater optreden? Inmiddels staan we dus ook alweer hier tien jaar op het podium. We doen wel minder shows nu: in plaats van honderdvijftig per jaar doen we er nu nog maar zeventig, waarvan zo’n twintig in Walhalla en de rest bij bedrijven en mensen thuis. Anders wordt het te gek. Maar we hebben er veel lol in en Walhalla is eigenlijk altijd uitverkocht. Het Rotterdamse publiek kent ons natuurlijk ook al jaren. In de rest van Nederland weet bijna niemand wie we zijn, alleen hier. Een enkele keer komt het voor dat mensen uit bijvoorbeeld Amersfoort naar Rotterdam komen om ons te zien. Die kennen ons dan van een bedrijfsfeest of iets dergelijks. Maar ik vind het wel terecht om te zeggen dat we het best bewaarde geheim van Rotterdam zijn.”

‘Mensen hadden geen kaartje voor ons gekocht, maar ze moesten het wel leuk vinden. Dat is goed gelukt moet ik zeggen’

Op de vraag of het geheim nog verklapt gaat worden, is Harry-Jan duidelijk. “De Tunes blijven lekker in Rotterdam. Ik hoef niet door het land te toeren, want het Rotterdamse publiek is het leukste publiek dat er bestaat. De reacties uit de zaal zijn goudeerlijk en heel authentiek. Rotterdammers gaan niet zitten bedenken hoe ze grappig uit de hoek kunnen komen, die doen gewoon gezellig mee. En dat komt ontzettend goed uit de verf in zo’n kleine zaal. Eigenlijk staan we gewoon de hele avond slap te lullen met die gasten. Ik lach me soms gek om wat er gebeurt! Of ik voorbeelden kan geven? Dan krijg je van die ‘je had erbij moeten zijn’-verhalen”, lacht hij. “Dat ga ik dus ook niet doen. Mensen zijn van harte welkom op de Kaap om het helemaal zelf mee te maken. Extra leuk vind ik zelf altijd dat mensen van tevoren kunnen aangeven met wie ze naar de show komen. Die informatie gebruiken we dan in de show.”

Je hoort het: ga gezellig eens kijken en neem vooral je ooms, tantes, buren en vrienden mee. De voorstelling ‘Drie op een rij’ kun je nog tot eind juni zien en kaarten zijn verkrijgbaar via theaterwalhalla.nl.