Kloppend hart van Rotterdam

Tuschinski, een Rotterdammer?

Daphne Rustwat Tekst
Luc Büthker Beeld

Iedereen kent Theater Tuschinski, de imposante bioscoop aan de Reguliersbreestraat in Amsterdam. Maar weinig mensen weten dat de stichter, Abraham Içek Tuschinski een Rotterdammer was. En dat zijn bioscopenimperium in de Maasstad ontstond.

Abraham Tuschinski kwam in 1904 aan als Poolse migrant in Rotterdam en besloot te blijven. Hij werd kleermaker en opende met zijn vrouw een pension voor migranten. Tuschinski was ambitieus en vond zichzelf daarna uit als bioscoopmagnaat. Na zijn eerste theater Thalia aan de Hoogstraat, opende hij zes andere filmzalen in de Maasstad. Ook ontwikkelde hij één theater in de hoofdstad. Zijn formule van een luxueus interieur, personeel in uniform, livemuziek en een consumptie voor een redelijke prijs sloeg ook daar aan. Hij gunde iedere stadsbewoner een luxe avond uit. Alleen het Amsterdamse theater overleeft de oorlog en bestaat binnenkort honderd jaar. In de tweede wereldoorlog werd de Joodse Tuschinski gedeporteerd richting zijn geboorteland. In de buurt van de plek waar vandaan hij werd afgevoerd, komt nu de Tuschinskistraat. Rotterdam lijkt zich eindelijk te herinneren dat Tuschinski een Rotterdammer was.

Hoewel zijn basis in Rotterdam lag, was Tuschinski’s grote droom een filmzaal in de hoofdstad. Hij liet in het centrum een woonblok slopen en creëerde Theater Tuschinski. Deze droom kostte hem in 1921 het astronomische bedrag van vier miljoen gulden. Hij ontwikkelde daarmee een theater dat alle andere overtrof. Critici omschreven het gebouw vlak na de opening als rommelig, overdreven en bombastisch, maar de ‘gewone’ Amsterdammers vonden het fantastisch. Zij waren gecharmeerd van de Tuschinski-stijl die al veel Rotterdammers deed smelten. Luxe voor de gewone mens.

Een eeuw later spreekt het gebouw nog steeds aan. Internationale sterren flaneren over de rode loper voor ‘het Tuschinski’, die bij premières over de trambaan gedrapeerd wordt. Het gebouw laat nog altijd de typische Tuschinski-stijl zien; zijn klassieke extraversie is nog steeds over-the-top stijlvol. In de bioscoop worden rondleidingen en audiotours gegeven door personeel dat net zo enthousiast is over het theater als theatermanager David Hanemaayer.

David Hanemaayer, theatermanager Theater Tuschinski

Honderd jaar

Tuschinski’s theaters in Rotterdam sneuvelden door het bombardement in 1940. Ook in Amsterdam drukte de bezetter zijn stempel op het levenswerk van Tuschinski: zijn amusementspaleis werd omgedoopt in het niet-Joodse ‘Tivoli’.
Het bleef zo wel behouden; in 2021 viert Theater Tuschinski haar honderdste verjaardag. De Rotterdamse David Hanemaayer vertelt trots over zijn bioscoop. Hij is nu tien jaar theatermanager van de mooiste bioscoop van Nederland. Hij moest er ‘de mooiste rotstad van Nederland’ voor verlaten, maar voor een theater als dat van Tuschinski deed hij dat graag.
“Toen Tuschinski hier honderd jaar geleden kwam, was het ongekend wat hij presteerde. Zo’n luxe theater voor de stadsmens. In alles was hij visionair op dat moment: zijn stijl, zijn hele doen en laten. Tegelijkertijd was hij boeman en generaal – alles moest op zíjn manier en hij duldde geen tegenspraak.”
Tuschinski zag precies voor zich hoe het theater moest worden. Hij was zo stellig dat hij conflicten kreeg met vele architecten, kunstenaars en artiesten. Maar het theater kwam er op zijn manier en is inmiddels erkend Nederlands erfgoed. Hanemaayer legt uit dat het pand een Rijksmonument is: “Er wordt streng gekeken naar wat er aan de bioscoop wordt aangepast. Pathé kocht het pand in 1996 en heeft sindsdien alles proberen te renoveren in de originele stijl. Op die manier houden we Tuschinski’s droom levend; extravagant maar bereikbaar voor de gewone mens.”
‘Toen Tuschinski hier honderd jaar geleden kwam, was het ongekend wat hij presteerde’

Techniek en stijl

Tegelijkertijd doet de bioscoop er alles aan om bij te blijven in ontwikkelingen op filmgebied: “We implementeren steeds de nieuwste technologie. Ook vergrootten we het theater: oorspronkelijk waren er twee zalen, waarvan één voor cabaret. Nu zijn er zes; een uitbreiding die mogelijk werd door een pand bij het originele te voegen. Ook in het nieuwe gedeelte proberen we te blijven bij de originele stijl: rood tapijt, wandschilderingen, bewerkt hout aan de muren en lampen, veel lampen.”
Als Hanemaayer eenmaal begint over de stijl van Tuschinski, raakt hij niet snel uitgepraat. “Zijn stijl vind je het meest terug in zaal 1, de kroonzaal. Een geweldige ruimte met zijn prachtige zwevende balkons zonder ondersteuning, een innovatie die Tuschinski in zijn Rotterdamse theaters ontwikkelde. In de hal worden ze aangegeven met ‘Fauteuils de Balc’. In het Frans. Stijlvol, maar wel bereikbaar voor de gewone inwoners van de stad. Tuschinski ten top.”

In de cabine staat nieuwe en oude techniek naast elkaar

Herwaardering

Vanaf 2017 neemt de belangstelling voor Tuschinski toe. Er verschenen meerdere documentaires over hem en een boek over zijn liefdesaffaire. In Rotterdam wordt hij inmiddels herinnerd als de inspirerende en markante stadsgenoot die hij was.
Voor het huis in de Rochussenstraat, waar hij zijn laatste tijd in Rotterdam doorbracht, liggen drie gouden tegeltjes. Deze ‘Stolpersteine’ liggen overal in het centrum van Rotterdam voor de mensen die werden gedeporteerd. Op 14 mei 2018, bij de herdenking van het bombardement, kreeg Tuschinski speciale aandacht. Die dag werd de documentaire ‘De Hoge Vlucht van Abraham Tuschinski’ van Arthur Bueno vertoond in LantarenVenster.
Verder zijn er meerdere tentoonstellingen in de stad waarin hij een rol speelt. In Museum Rotterdam is de expositie over Hotel New York en de Holland-Amerika Lijn waarin hij wordt herinnerd als doorvaarder die in de havenstad bleef hangen. Hij kreeg ook een eigen tentoonstelling in Verhalenhuis Belvedère op Katendrecht. Op de Kaap werd ook een muziekvoorstelling van Arie van der Krogt en Iris van der Lee gewijd aan de veelzijdigheid en het manische doorzettingsvermogen van de Rotterdamse held. En de Tuschinskistraat in de nieuw te bouwen wijk Little C is een blijvende herwaardering. Tuschinski gaf Amsterdam dan wel de mooiste bioscoop van ons land, hij was toch vooral Rotterdammer.