Kloppend hart van Rotterdam

‘Hallo wereld. Dit is Orpheus!’

Remco Stunnenberg Tekst
TheLostVisuals Beeld

Orpheus, god van de muziek, zong zo mooi dat de bomen, wilde dieren en zelfs de stenen ervan huilden. Een toepasselijke naam voor een boyband, vonden de in Rotterdam geboren en getogen Michael Blessed, Tevin Raynor, Andy Brian en Steve City. Na hun deelname aan X-factor in 2013 zijn ze op ontdekkingsreis gegaan. “Nu hebben we onszelf helemaal gevonden en dat willen we met de wereld delen!”

Begin twintig zijn ze pas. Toen het X-factor avontuur begon – ze haalden de halve finale – waren ze bovendien pas twee maanden samen. Tevin: “Dat is nog vrij jong als groep. De maanden na X-factor hebben we daarom een stap teruggenomen. We zijn op ontdekkingsreis gegaan. Op zoek naar onszelf. Door veel muziek te maken en op te treden, zijn we erachter gekomen wie Orpheus is en wat we precies willen. Bij sommigen duurt het tien jaar, bij anderen een week. Bij ons duurde het een half jaar: begin 2014 hebben we onszelf gevonden. Dat willen we nu met de wereld gaan delen. De kledingstijl, de muziekstijl, de manier waarop we op elkaar zijn ingespeeld; alles sluit nu op elkaar aan. De Orpheus-trein is in beweging en niet meer te stoppen. We staan nu aan het begin van de echte introductie. Hallo wereld! Dit zijn wij, dit is Orpheus!”

De geboorte van Orpheus

Orpheus was niet de eerste stap in de muzikale carrière van het viertal. Tevin deed de vooropleiding van het conservatorium, Steve volgde een opleiding tot muzikant & producer en Andy kreeg muzieklessen van de Ethiopische dirigent Amare Bilate, die onder andere samenwerkte met Céline Dion en Stevie Wonder. Michael stond solo al op menig poppodia en won tijdens het Rotterdams Open Podium samen met Steve de Publieksprijs.

‘Als we naast onze schoenen gaan lopen, krijgen we stuk voor stuk een corrigerende tik van onze moeders’

De vier speelden voor het eerst samen tijdens een evenement in Rotterdam; een tribute aan The Jackson 5. Dat beviel zo goed, dat ze besloten om samen te blijven. Orpheus was geboren. Michael Jackson is hun grote voorbeeld. “Maar ook artiesten als Prince, Stevie Wonder, The Weeknd, Beyoncé en Drake staan hoog op onze lijst”, zegt Tevin. “We gebruiken veel verschillende bronnen voor onze muziek. Van nu en van vroeger.”

Gevraagd naar hun eigen stijl, is het antwoord unaniem: “Urbanpop met een vleugje Orpheus.” Michael: “Wij halen onze inspiratie ook uit kunst en films. Ik heb laatst nog een nummer geschreven op het deuntje van een Sprinter. Een trein, ja. We kunnen uit alles inspiratie halen.”

Outcast

Idool Michael Jackson schreef regelmatig maatschappijkritische liedteksten. Denk bijvoorbeeld aan zijn Earth Song: What have we done to the world, look what we’ve done. Hoe is het met het maatschappelijke besef van Orpheus? “Recent nog hadden we een optreden in Rusland”, vertelt Tevin. “De opbrengsten daarvan gingen naar kinderen met een geestelijke handicap in een Russisch weeshuis. En vorig jaar hebben we samen met Lee Towers, Anita Meijer en Paul de Leeuw een liedje opgenomen waarvan de opbrengsten naar het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam gingen.”

“We vinden het sowieso belangrijk om voor de outcast op te komen”, gaat Tevin verder. “Wij waren zelf altijd anders in onze jeugd. We hadden geen doorsnee interesses, hielden van dans, zang. Klasgenootjes vonden ons maar vreemd. Om die reden vinden wij het nu belangrijk op te komen voor mensen die het gevoel hebben er niet bij te horen. Kleur, geloof, uiterlijk, geaardheid, leeftijd is niet belangrijk. Gelijkheid, daar gaat het om. Daaraan moet aandacht worden besteed. Juist nu in 2014. Kijk naar de verharding in onze stad Rotterdam. Neem het toenemende racisme. We dachten dat dat weg was, maar het lijkt terug als nooit tevoren. Maar anyway, Rotterdam is en blijft onze stad. Hier zijn we geboren en getogen. Hier zijn we thuis. Dat zal altijd zo zijn.”

Viereenheid

Zeven dagen per week zijn de vier Rotterdamse jongens van Orpheus samen. Nog net geen 24 uur per dag. Toch zijn spanningen een zeldzaamheid. Michael: “We repeteren zeven dagen per week. Iedere dag oefenen. Soms in Rotterdam, soms in Amsterdam en vaak met choreografen en zangdocenten. Over creatieve beslissingen hebben we zelden of nooit discussie. Eigenlijk zitten we altijd op één lijn.” Zijn er dan nooit meningsverschillen? “Natuurlijk wel. We zijn vier jonge mannen onder elkaar. Maar we zijn samen om iets moois neer te zetten. Dat is ons doel. We laten het nooit op ruzie aankomen. Dat zit niet in onze aard.”

Binnen Orpheus heeft ieder zijn eigen rol. Tevin: “Iedereen blinkt ergens anders in uit. We vullen elkaar aan. Zo is Andy heel sterk in videoproducties, Michael is de man van de shows. Hij regelt ook alles op het gebied van muziek en show.”

Michael knikt: “We hebben allemaal onze eigen karaktertrekken. Tevin is de benjamin, de vrije vogel van de groep. Hij is open minded, een free spirit. Hij heeft ook de meeste lef. Steve is de rust zelve. Wanneer het nodig is, weet hij ons te kalmeren. Hij heeft bijna nooit stress, hij is een easy going guy.”

Steve hoort het aan en lacht vriendelijk. Michael vervolgt: “Ik ben de grote broer van de groep en ik neem daarom de meeste verantwoordelijkheid op me. Ik probeer alles constant onder controle te houden en Andy is voor de teamspirit. Hij denkt altijd als eerste aan het teambelang.”

 ‘Vraag je ons echt naar een droom dan kan ik kort zijn: een Grammy’

Geld

Vier getalenteerde, goed uitziende jongemannen in een opkomende band. Een gouden combinatie voor snelle, gladde kerels met dito praatjes op zoek naar geld. Toch? Michael: “We regelen al onze zaakjes zelf. We willen wegblijven bij dat soort types. Natuurlijk hebben we advies nodig. Dat krijgen we bijvoorbeeld van Tevins moeder en van een neef van een van ons. Contracten laten we altijd nalezen door een advocaat, gespecialiseerd in muziekrecht. We willen ons niet laten bedonderen. Daarnaast krijgen we veel hulp en advies van mensen van de muziekschool. Allemaal mensen die ons oprecht willen helpen. Geen types die geld aan ons willen verdienen. We zijn heel close, one big family.’

Steve: “Natuurlijk willen we hier van kunnen leven. Wie wil er niet een paar miljoen op zijn bankrekening hebben staan? Maar wat is geld wanneer je dingen doet die ver van je af staan? Zolang wij dit kunnen doen en mensen kunnen inspireren, is dat voor ons al genoeg. We willen dicht bij ons hart en bij onszelf blijven.”

Tevin: “Mochten we onszelf ooit kwijtraken, dan zijn onze moeders er altijd nog. Geloof me, wanneer wij naast onze schoenen gaan lopen, krijgen we stuk voor stuk een corrigerende tik in ons gezicht.”

De droom

Tevin: “We denken aan Amerika. Maar ook Engeland is interessant. En wat dacht je van Azië?” Michael: “We bekijken alle opties. Maar vraag je ons echt naar een droom dan kan ik kort zijn. Een Grammy.” Andy: “Zover zijn we nog lang niet, maar we zijn onderweg.” Tevin: “Als je droomt, moet je het goed doen. Hoe vet zou dat zijn? Een Grammy, iets tastbaars!”