Rotterdammers maken Rotterdam

Kijk voorbij de kwaal

Nienke Landré Tekst
Lennaert Ruinen Beeld

Maar liefst twintig tot vijftig procent van de vragen aan huisartsen blijkt geen medische oorzaak te hebben. Eenzaamheid of opstapelende schulden liggen vaak ten grondslag aan klachten als vermoeidheid, nek- of hoofdpijn. Als een pilletje niet de oplossing is, kunnen huisartsen met Welzijn op Recept hun patiënten doorverwijzen naar welzijnsorganisaties, zoals wmo radar. Eric Devoghele, teamleider ouderen voor wmo radar in Charlois, ziet dagelijks hoe Welzijn op Recept het verschil maakt.

Wmo radar?
“Dat is de naam van één van de welzijnsorganisaties in Rotterdam. Wij proberen kwetsbare inwoners te signaleren in de wijk en hen te helpen een stapje verder te komen. Onze opdrachtgever, de gemeente Rotterdam, heeft ‘de kwetsbare Rotterdammer’ in drieën verdeeld: jongeren (tot 27 jaar), kwetsbare Rotterdammers (27-55 jaar) en ouderen (vanaf 55 jaar). Wmo radar en Welzijn op Recept richten zich op dezelfde doelgroepen. Zelf houd ik me met mijn team bezig met ouderen in Charlois. Ons doel is ouderen langer en prettiger thuis te laten wonen.”

Wat is Welzijn op Recept precies?
“Een bredere manier van werken, waarbij de huisarts verder kijkt dan de fysieke klacht van de patiënt. Heeft een patiënt bijvoorbeeld veel last van hoofdpijn en angstgevoelens, dan schrijft de arts niet meteen een pilletje voor, maar probeert te achterhalen waar de kwaal vandaan komt. Kampt de patiënt bijvoorbeeld met schulden, met verlies van een partner of werk, is de patiënt eenzaam? In dat geval verwijst de huisarts de patiënt door naar wmo radar of een van de andere welzijnsorganisaties in de stad: Buurtwerk-Grow Up, DOCK, SOL, Dia Rozenburg en Welzijn op de Hoek. Welzijn op Recept is overigens niet iets typisch Rotterdams, want ruim 145 gemeenten werken hier inmiddels mee.”

Wat doen jullie na verwijzing door een huisarts?
“Na een huisbezoek of een gesprek in een Huis van de Wijk bekijken we samen met de bewoner, wij spreken niet van patiënten, welke wensen, behoeften en mogelijkheden hij of zij heeft. Voor elk van onze drie doelgroepen hebben we verschillende programma’s. Als teamleider ouderen ben ik vooral betrokken bij de doelgroep zelfstandig wonende ouderen. Verwijst de huisarts ouderen naar ons door, dan onderzoeken we eerst waar zij tegenaan lopen. Zijn ze bang om te vallen, snappen ze niks van hun smartphone, doen ze voor de verkeerde mensen de deur open, of komen ze de dag nauwelijks door omdat ze niemand zien? Als we dat weten, kunnen we hen één of meer programma’s aanbieden: niet-geïndiceerde dagbesteding, valpreventie, een weerbaarheidstraining of een training om hun digitale vaardigheden te vergroten.”

Hoe zien die programma’s eruit?
“Niet-geïndiceerde dagbesteding is bedoeld voor eenzame en vergeetachtige ouderen. Zij kunnen bij ons elke week een leuk programma volgen. Denk aan spelletjes die het geheugen stimuleren, beweegoefeningen, schilderen, muziek maken en zingen. De deelnemers lunchen dan gezamenlijk en doen allerlei contacten op. Bij de weerbaarheidstraining leren ouderen op welke appjes en mailtjes ze beter niet kunnen reageren, waar ze op moeten letten als ze op straat lopen en voor wie ze wel of niet open kunnen doen als er ’s avonds wordt aangebeld. Maar ook: wat doe je met je bezittingen na je overlijden? Bij de valpreventie leren ouderen niet alleen fit te blijven door beweging, maar ook hoe ze hun huis valveilig kunnen maken. En verder proberen we ouderen digivaardiger te maken door ze bijvoorbeeld te leren hoe ze online veilig spullen kunnen bestellen, of hoe ze een DigiD aanvragen.”

Je hebt vast voorbeelden van ouderen die geholpen zijn met Welzijn op Recept?
“Onze seniorencoach ging op bezoek bij een mevrouw uit Charlois, die via de huisarts naar ons was doorverwezen. Ze had vage klachten en de huisarts concludeerde dat deze mevrouw vooral verlegen zat om een praatje. Het duurde even voordat ze onze seniorencoach binnen liet. Toen ze zo ver was, bleek dat er meer met deze mevrouw aan de hand was dan dat ze alleen haar verhaal kwijt wilde. Ze bleek een paar keer aan de deur te zijn opgelicht. Met veel geduld lukte het haar mee te laten doen aan de niet-geïndiceerde dagbesteding. Ze bleek heel goed in staat om daar contact te maken met andere ouderen en nu spreekt ze zelfs buiten de dagbesteding om met mensen af. Nu ze uit haar isolement is, gaat het veel beter met haar.
Ander voorbeeld: een oudere dame was via haar huisarts naar ons doorverwezen. Volgens de arts had ze behoefte aan een boodschappen- of wandelmaatje. Dus wij op zoek naar zo’n maatje. Bij een huisbezoek viel het onze seniorencoach op, dat ze heel wiebelig naar de keuken liep om een kop thee te halen. Onze coach stelde toen het valpreventieprogramma voor. Dat bleek een schot in de roos. Ze had geen wandelmaatje, maar valpreventie nodig.”

Maatjes zijn schaars?
“Ze staan helaas niet in de rij, nee. Het is zeker niet zo, dat we meteen iemand hebben als de huisarts een wandel- of boodschappenmaatje voorschrijft. Uiteindelijk lukt het wel, maar dat kan echt wel even duren. Wat je wel ziet, is dat inwoners nogal eens wat noten op hun zang hebben als het om zo’n maatje gaat. Dan willen ze bijvoorbeeld geen jongere. Zo werkt het natuurlijk niet en ik ga daar altijd over in gesprek. Dat zijn onredelijke eisen aan maatjes, die dit werk vrijwillig doen.”

Weet de huisarts altijd de vinger op de zere plek te leggen?
“Voor een huisarts kan het lastig zijn de vraag van een patiënt helder te krijgen. Zo’n arts heeft tijdens het spreekuur maar tien minuten om de hulpvraag te achterhalen. Verwijst hij de patiënt door naar ons, dan kunnen wij op huisbezoek gaan en hebben we ruim de tijd om door te vragen. Het is wel belangrijk dat we heel duidelijk met huisartsen communiceren wat Welzijn op Recept inhoudt. Ons werk heeft namelijk ook ergens een grens. Wij zijn het voorliggende, preventieve en signalerende veld. Wij zijn er voor eenvoudige hulpvragen en om mensen aan elkaar te koppelen. Gaat het om ingewikkelde en hardnekkige problemen als verslaving of huiselijk geweld, dan gaat dit voorbij het welzijnswerk en moet het wijkteam of een andere partner worden ingeschakeld. Huisartsen – en dat is absoluut geen verwijt – zijn daar soms wat zoekende in. Als welzijnsorganisaties hebben wij er daarom een taak in om duidelijk te zijn over onze opdracht.”

Hoe vaak verwijzen huisartsen via Welzijn op Recept mensen door?
“Dat is nog wel voor verbetering vatbaar, wat te maken heeft met de inrichting van ZorgDomein. Huisartsen en andere verwijzers gebruiken ZorgDomein om digitale verwijzingen en aanvragen te sturen naar, in ons geval, welzijnsorganisaties. Wij doen hier ook een terugkoppeling in en daaruit kunnen wij cijfers halen. Voor Charlois krijgen we op jaarbasis 120 tot 150 verwijzingen van huisartsen. 45 procent daarvan gaat over ouderen, 40 procent over kwetsbare Rotterdammers en 15 procent over jongeren.”

Wat drijft jou om dit werk te doen?
“Ik heb Culturele en Maatschappelijke Vorming gestudeerd en bij verschillende welzijns-organisaties in de stad gewerkt. In 2018 kwam ik bij wmo radar terecht, eerst als buurtcoach in Delfshaven en sinds tweeënhalf jaar in Charlois als teamleider Ouderen. Ik vind het belangrijk mensen in een kwetsbare positie verder te helpen. Wij hebben een signaalfunctie en moeten het vertrouwen van inwoners winnen. Heel mooi als dat lukt. Ik zie regelmatig hoe belangrijk het is om oog voor elkaar te hebben. Zo heb je in Charlois, net als in andere wijken in de stad, sleutelfiguren. Van die burgemeestertjes die overal op letten. Zij hebben een grote rol in het signaleren van kwetsbare Rotterdammers en bestaan eigenlijk naast Welzijn op Recept. Zo schakelde een sleutelfiguur ons onlangs in, omdat het niet goed ging met zijn hoogbejaarde overburen. Zij werden vervolgens opgenomen in een verzorgingshuis, waar ze helemaal opbloeiden. Dan voel je toch tot in het diepst van je vezels hoe belangrijk het is om naar elkaar om te kijken.”