Rotterdammers maken Rotterdam

‘Ik komp d’r an!’

Barbara Hoogsteden Tekst
Annemarie Kleywegt Beeld

Hoe beroemd de ‘t’ is in het Rotterdams, zo onbekend is het gebruik van de ‘p’. En toch is deze onmisbaar. Want waar de ‘t’ niet lekker klinkt, plakt de Rotterdammer er een ‘p’ achteraan. Weliswaar gebeurt dit bij een paar woorden, maar zeker niet de minste: ‘Ik komp d’r an!’

Zoals bekend wordt in het Rotterdams nogal gemakkelijk een ‘t’ ingevoegd of weggelaten. Ook bij ik-vormen van werkwoorden, zoals ‘ik doet’ en ‘ik hoort’. ‘Ik komt’ hoor je echter nooit. Volgens taalkundige Marc van Oostendorp heeft dat te maken met een zeker sprekersgemak. “De ‘t’ is een klein en kort klankje, maar je moet hem wel maken. Je moet daarvoor het puntje van je tong omhoog tillen tegen je tanden. Dat is net iets meer moeite dan om een ‘p’ te maken: je lippen tegen elkaar leggen en daarna de lucht eruit laten ontsnappen. De ‘m’ maak je ook met je lippen op elkaar. De ‘m’ en de ‘p’ lijken dus op elkaar en worden op ongeveer dezelfde manier gemaakt. De overgang van de ‘m’ naar de ‘p’ is dus veel kleiner dan naar de ‘t’. In dit geval wint dus het spreekgemak.”

‘Een Rotterdammer gaat niet naar de markt, maar naar de mart’

Hetzelfde is het geval bij ‘hemp’ (hemd). ‘Hempie’ wordt zelfs buiten Rotterdam gebruikt. Een ander voorbeeld van sprekersgemak is de ‘b’ in het woord ‘am(b)t’. Verdrongen tussen de ‘m’ en de ‘t’ wordt de ‘b’ weer niet uitgesproken. Maar dit is niet typisch Rotterdams. Dat geldt wel voor ‘mar(k)t’. Een Rotterdammer gaat niet naar de markt, maar naar de ‘mart’. Naast het toevoegen van een ‘p’ of een ‘t’, laat de Rotterdammer hier en daar ook gewoon een letter weg.

Adriaan van Dis

Terug naar de ‘p’. Deze beperkt zich tot de woorden ‘komp’ en ‘hemp’. Mensen buiten de regio Rijnmond willen hierin weleens doorslaan. Niemand minder dan de Nederlandse schrijver Adriaan van Dis laat in zijn autobiografische portret ‘De Indië boeken’ een Rotterdammer de volgende woorden uitspreken: ‘Ik zwemp na huis.’ Zwemp? Dat heeft nog geen Rotterdammer ooit gezegd. Maar waar komt de heer Van Dis eigenlijk vandaan? Hij komp in ieder geval niet uit Rotterdam.

Prof. dr. Marc van Oostendorp is gespecialiseerd in taalverandering en -verloedering. In 2002 verscheen van hem het boek Taal in stad en land: Rotterdams. Van Oostendorp is hoogleraar Fonologische Microvariatie aan de Universiteit Leiden en senior onderzoeker bij het Meertens Instituut. Hij heeft tientallen boeken, artikelen en publicaties op zijn naam staan en verzorgt rubrieken op radio en in (vak-)bladen.