Kloppend hart van Rotterdam

Het gedicht is een bericht

Serga van Roon Tekst
Marcel Veldman Beeld

De een werkt met vuil, de ander met de schoonheid van taal. Roteb en Poetry International vonden elkaar 25 jaar geleden. Sinds die tijd rijden de Rotterdamse vuilniswagens rond met dichtregels en laten ze menig Rotterdammer verward, geïnspireerd of vrolijk achter.

‘Poëzie is een daad’, dichtte Remco Campert ooit. Deze regel zou ook een mooie samenvatting kunnen zijn van de samenwerking tussen Poetry International Rotterdam en Stadsbeheer, zoals Roteb nu heet. Sinds 1988 halen de wagens niet alleen huisvuil op, maar brengen ze ook iets: mooie dichtregels. De naam van het project – Het gedicht is een bericht – is ontleend aan het gelijknamige gedicht van Jules Deelder; een van de eerste regels die op de vuilniswagens verschenen. Bas Kwakman, directeur van Poetry International: “Poetry haalt vanuit de hele wereld dichters naar Rotterdam voor het jaarlijkse festival in juni. Vroeger bleef er na afloop van het festival weinig achter, als de dichters weer naar huis waren. Zo ontstond het idee om regels uit hun gedichten op de vuilniswagens te plaatsen. Een idioot plan natuurlijk, het leverde geen geld op, integendeel, en poëzie stond ver af van de wereld van het vuilnis. Maar Roteb ging akkoord.”

‘Steden schuilen niet wanneer het regent’ 

‘Goede morgen, schoonheid’

Het project, uniek in de wereld, leverde direct veel publiciteit op: van Chili tot Japan reisden cameraploegen af naar Rotterdam om het fenomeen te filmen. Kwakman: “Een onverwacht neveneffect was dat de chauffeurs door die regels niet langer anoniem rondreden. De regels vormden een reden om de chauffeurs aan te spreken. En vuilnis werd ook nog eens gekoppeld aan iets dat staat voor schoonheid. Mensen zien steeds dezelfde regel in hun wijk rondrijden en spreken de chauffeur daarop aan. Neem die chauffeur die een supersonisch nieuwe wagen zou krijgen. Hij was dolblij, totdat hij begreep dat zijn dichtregel niet mee zou gaan. ‘Dan doe ik het niet!’ Zijn ‘Goede morgen, schoonheid’ zorgde elke dag weer voor vrolijke reacties van de mensen op straat. Dat gaf hem zoveel plezier in zijn werk, dat hij van de nieuwe wagen af wilde zien.”

Mooi was ook de reactie van een vuilnisman, die rondreed met de regel: ‘Tijd hebben we niet zoals u ziet, maar die zullen we samen maken.’ Kwakman: “Ik vroeg hem waar hij dacht dat die regel over ging. ‘Jaha’, zei hij, ‘dat is heel duidelijk. Wij hebben te korte pauzes. En die dichter die snapt dat!’ Mooi toch? Vorige week reed ik met mijn dochter in de auto. Komt een vuilniswagen langs met de regel: ‘Ergens moet hier een mens zijn’. Zij vroeg me: ‘Wat betekent dat? Er zijn toch overal mensen?‘ Afijn: we hebben het in de auto 20 minuten lang over poëzie gehad. Geweldig. Wanneer heb je het met je dochter daarover?”

Neonletters

De dichtregels op de wagens zijn ontleend aan het werk van dichters die sinds 1970 op Poetry International te zien zijn geweest. Kwakman: “We zoeken regels die mooi op zichzelf staan, bijna een gedicht an sich vormen. Ze moeten impact hebben. Ze kunnen grappig zijn of juist verwarrend. Ze moeten hoe dan ook blijven nazingen in je hoofd.”

Bas Kwakman, directeur Poetry International

Sinds kort is ook het gebouw van Stadsbeheer aan het Kleinpolderplein getooid met poëzie. Wie Rotterdam inrijdt, ziet in neonletters staan: ‘Steden schuilen niet wanneer het regent’ van Joseph Brodsky, afkomstig uit zijn gedicht Rotterdams Dagboek. Kwakman: “Hij schreef dit gedicht in Rotterdam. Dit was zijn eerste vluchthaven, nadat hij was verbannen uit Rusland.”

De neonregel symboliseert de 25-jarige samenwerking tussen Poetry International en Stadsbeheer. ‘Steden schuilen niet wanneer het regent’ is ook de titel van de speciale jubileumbundel die onlangs werd uitgebracht. Hierin staan de vijftig mooiste gedichten uit het project. Kwakman: “Het mooie van deze bundel is, dat de losse regels weer thuiskomen in het gedicht waar ze uitgeplukt zijn. Dan zie je de context. Er is een beroemde regel – ‘Als we weer een keer iets niet weten, dan bellen we wel’ – waar mensen werkelijk allerlei verschillende interpretaties op loslaten. Als je dan het gedicht leest, dan blijkt dat de ik-persoon met zijn moeder belt, omdat ze samen een kruiswoordraadsel oplossen. Dan wordt het opeens een kraakhelder verhaal.”

Slijk der aarde

Rotterdam is een stad die bekend staat als nuchter. Tegelijkertijd omarmen de bewoners die dichtregels, zo merkt Kwakman, en is men trots op die rijdende regels. “Natuurlijk is Rotterdam de stad van de nuchterheid, de no-nonsense. We koketteren zelf ook met die opgestroopte mouwen. Toch moet je daar ook mee uitkijken, want het brengt een te eenzijdig beeld. Ik las eens een Elle, waarin een journalist schreef: ‘Rotterdamse kunst is precies zoals de inwoners. Geen inhoud, geen theorieën, gewoon doen en niet nadenken.’ Maar dan ga je wel voorbij aan heel veel interessante dingen die hier ook gebeuren. Rotterdam is meer. Rotterdam is dus ook de stad waar highbrow-cultuur – want zo wordt ons festival vaak gezien – gecombineerd wordt met vuilnis, het slijk der aarde. Hier rijdt dus wel internationale poëzie door de straten. Ik hoor vaak: ‘Dat kan alleen maar in Rotterdam’. Ach, die Rotterdam-promotie. Ik ving ooit een discussie op tussen een paar marketeers. De vraag was: wat is ons antwoord op I Amsterdam? Na een half uur in de kroeg kwamen ze hiermee: Rotterdam, dan kom je toch niet.” Een goede voor op de wagens misschien?

Paul Keijzer, vuilnisman:

“Ik ben nu 25 jaar vuilnisman. In 2006 kregen mijn maat en ik een nieuwe wagen, met daarop de regel ‘Onverwacht zonlicht is een gebeurtenis,’ van Bei Dao. Mooi! Er zit iets onvoorspelbaars in die regel: zonlicht overkomt je, net als het leven zelf. Ik denk dat hij bedoelt dat je altijd het positieve moet blijven zien. Uit nieuwsgierigheid ben ik de dichter op internet op gaan zoeken. Bei Dao is een Chinese dissident, die sinds 1989 in de Verenigde Staten woont. Zijn werk is in China verboden. Dat maakt deze regel voor mij extra bijzonder.

‘Mijn maat en ik, wij zorgden goed voor onze wagen’ 

Met mijn collega’s heb ik het eigenlijk nooit over de dichtregels. Na al die jaren is het voor ons gewoon geworden, maar het blijft mooi. Iedereen heeft iets met gedichten, toch? Bij mij is ooit dit gedichtje spontaan ontstaan: ‘Liefde is mooi, het duurt maar even, het is veel te kort, net zoals het leven.’ Ik heb het nooit opgeschreven, het zit gewoon al jaren in mijn hoofd.

Mijn maat en ik, wij zorgen goed voor onze wagen. Daar hebben we ook de complimenten voor gekregen. Maar rond 2016 komt er toch een nieuwe, met een andere regel. Jammer, maar zo gaat dat. Ik zou het wel leuk vinden als er dan een andere regel van Bei Dao op komt te staan. Hij heeft betekenis gekregen voor mij. Dat komt ook omdat er dit voorjaar iets heel bijzonders is gebeurd. Mijn maat was bezig in het centrum, toen er een vrouw naar hem toekwam. ‘Dank je wel’, zei ze. ‘Waarvoor? Ik doe gewoon mijn werk’, zei hij. Wat bleek? De vrouw was vorig jaar zwanger, maar zag dat niet zo zitten. Ze dacht erover het kindje weg te laten halen. Toen zag ze onze wagen, met die regel: ‘Onverwacht zonlicht is een gebeurtenis.’ De zon ging als het ware weer schijnen voor haar en toen besloot ze het kindje te houden. En deze lente, toen ze onze wagen weer zag, kwam ze mijn maat dus bedanken. Haar baby lag in de kinderwagen.”