Kloppend hart van Rotterdam

Gerse gozer, de mazzel!

Barbara Hoogsteden Tekst
Annemarie Kleywegt Beeld

“Gerse gozer!” Menig Rotterdammer spreekt deze woorden regelmatig uit, al dan niet met een ‘t’ eraan geplakt. Typische Rotterdamse woorden. Alhoewel? Gers en gozer blijken hun oorsprong te vinden in het Jiddisch. En zo zijn er wel meer voorbeelden.

In de achttiende eeuw had Rotterdam de op twee na grootste Joodse gemeenschap van Nederland. Hoewel we een Jiddisch woord als ‘mokum’ nu met Amsterdam associëren, stond Rotterdam toen ook wel bekend als ‘Mokum R.’. Mokum betekent plaats of stad, en in het Nederlands-joods taalgebruik werden steden aangeduid met de eerste letter van het Hebreeuwse alfabet.

Veel Jiddische woorden zijn allang niet meer in zwang. Professor Marc van Oostendorp: “In de zeventiende eeuw kwamen veel arme, joodse arbeiders naar Nederland. Zij spraken slecht of nauwelijks Nederlands. Onder het Franse juk werden alle joden, in het kader van vrijheid, gelijkheid en broederschap, Nederlanders gemaakt. Vervolgens vond koning Willem I dat iedereen dan maar Nederlands moest praten. En dat is hem gelukt. Begin twintigste eeuw sprak bijna niemand meer Jiddisch.

‘Hebbie nog wat lekkers te nassen?’

Pleitvaart

Toch zijn een paar woorden blijven hangen. ‘Mazzel is zo’n woord. Op zijn Rotterdams uitgesproken als ‘marzel’. Maar denk ook aan ‘pleite’. Dit wordt in Rotterdam ook wel vervormd tot ‘hij heb de pleitvaart genomen’. Een andere bekende is: ‘hebbie nog wat lekkers te nassen?’ Rotterdamser kan bijna niet, zou je denken. Niet helemaal, want ook ‘nassen’ komt uit het Jiddisch.

En hoe zit het met ‘gers’? Waar pleite en mazzel door heel Nederland gebruikt worden, beperkt het gebruik van gers zich toch voornamelijk tot Rotterdam. Het blijft gissen naar het antwoord, want hier is geen wetenschappelijke studie naar gedaan. Van Oostendorp denkt dat de keuze voor Jiddische woorden in zijn algemeenheid wordt gebruikt om iets te benadrukken. “Of om er een emotie aan toe te voegen.” Of misschien is het de Rotterdamse nuchterheid? Het is ook gewoon heerlijk om uit te spreken. Want laten we eerlijk zijn, dit klinkt toch best lekker: “Gerse gozer(t); de marzel!”

Prof. dr. Marc van Oostendorp is gespecialiseerd in taalverandering en -verloedering. In 2002 verscheen van hem het boek Taal in stad en land: Rotterdams. Van Oostendorp is hoogleraar Fonologische Microvariatie aan de Universiteit Leiden en senior onderzoeker bij het Meertens Instituut. Hij heeft tientallen boeken, artikelen en publicaties op zijn naam staan en verzorgt rubrieken op radio en in (vak)bladen.