Rotterdammers maken Rotterdam

Gedicht

Hans Reitzema Tekst
Hans Reitzema Beeld

Zakkenvullers

in de woestijn is water goud waard

maar wij waren jong en vulden onze zakken liever met zand

wij wisten toen al dat je zelf een oase kunt scheppen
door een kom te vouwen uit palmen en vingers

maar ook dat er zo altijd barsten ontstaan

waartussen het water wegsijpelt evenals het zand

de korrels die ontglippen polijsten de uren van de dag

wij moesten niets weten van zandkastelen bouwen
groeven liever diepe gaten en gaven de grond
uit verschillende lagen nieuwe namen

kattenoog vuurbasalt tijgerijzer rozenzand valkenklauw

moeder mopperde slechts modder tijdens het schrobben
maar wij waren jong stopten zand in onze oren
en waanden ons koning van het witzondagse eiland

tot onze kuiten in het water met onze enkels in de bagger

struinden wij de Dungarra de Drilpudding en de Zadeltas af

wij waren reuzen rotsen bergen ja we waren jong

en met onze zakken vol zand konden we de hele wereld aan

maar naarmate de dag langer duurde schuurde het kwarts
overal de ruwe randen af en wat is zand anders dan stukjes

berg rots reuzenas

Umeu Bartelds

Umeu Bartelds (Guinee Bissau, 1990) is dichter, schrijver en filosoof. Vanaf 2012 was hij twee jaar de campusdichter van de Erasmus Universiteit. Hij groeide op in Rotterdam. Arthur Rimbaud, de invloedrijke Franse dichter die zijn meeste poëzie al vóór zijn twintigste schreef, kreeg hem aan het dichten. “Dat vond ik toen zo indrukwekkend, dat ik ook maar ben begonnen. Zijn werk had een bepaalde sfeer en rauwheid en zijn gebruik van enjambementen [regelafbreking midden in een zin, red.] vond ik erg mooi. Dat heb ik van hem overgenomen en dat doe ik in bijna elk gedicht nog.”

Umeu weet niet of zijn werk echt Rotterdams is. “Ik weet niet precies wat echt Rotterdams inhoudt. Daar ben ik misschien weer te veel filosoof voor om zoiets te zeggen.” Of het helpt bij het dichten, die filosofie? “Nee. Eigenlijk staan de filosofie en de poëzie tegenover elkaar. De associaties die in de poëzie juist vloeiend worden, probeer ik in de filosofie strak te maken, te begrijpen. Tot nu toe gebruik ik de poëzie niet om grip op de werkelijkheid te krijgen zoals in de filosofie. Maar daar ben ik nu wel mee bezig, dat is nog work in progress.”