Kloppend hart van Rotterdam

Altijd in voor iets geks

Mia Spruit Tekst
Randy Ruijter Beeld

‘Dat je De Pui niet kent, is jouw probleem!’ Dat staat op het kaartje van het twintigjarig jubileum van eigenaar Jaap Brantenaar.Twintig jaar. Dat is niet niks. Voor Brantenaar is het nog steeds een uitdaging nieuwe mensen zijn kroeg in te krijgen. Dat vindt hij het spannendste.

Vallen en opstaan. Zo heeft Brantenaar de afgelopen jaren ervaren. De horeca is wezenlijk anders dan toen hij begon: het bestedingspatroon, de daling in omzet en het feit dat nu negen van de tien mensen naar hun telefoon zitten te turen in de kroeg. Gelukkig heeft de kroegbaas een vaste klantenkring. Kralingers, maar ook andere Rotterdammers weten De Pui goed te vinden. Studenten, muzikanten én zakenmensen.

Voor wie De Pui nog niet kent: het zit op een hoek aan de Oostzeedijk beneden. Je herkent het aan de karakteristieke donkerrode luifels. ‘Nieuwe bezoekers pik je er zo uit”, lacht Brantenaar. “Ze staren bij een eerste bezoek altijd een tijdje naar het plafond.” Brantenaar heeft het hele plafond namelijk bedekt met platenhoezen. Voor de vaste gasten gesneden koek. “Die zien dat waarschijnlijk al lang niet meer.”

Rijsttafeltje

Brantenaar is een geboren Rotterdammer en kwam – zoals hij dat zegt – “totaal niet uit een horeca-gezin”. Hij maakte zijn debuut op achttienjarige leeftijd als bartender bij de First Business Club op het Stadhuisplein. Ze vonden hem aanvankelijk te jong, vertelt hij. Maar na een tweede gesprek en een afspraak bij de kapper mocht hij toch starten. Zo rolde hij de horeca in.

Brantenaar werkte in cafés als de Mauritsbar, Melief Bender en le Vagabond. Maar hij stond ook aan de wieg van studentendiscotheek Ad fundum (later Quasimodo) en toptent Beluga aan de Maas. Na wat uitstapjes startte hij zijn eigen restaurant. Indisch en direct boven De Pui: J.W. IJzerman. “Ik vond de overstap naar een restaurant fijn. Daar komen mensen pas echt voor de gezelligheid. Heerlijk, gewoon een rijsttafeltje neerzetten en wat uitleg erbij. Eet smakelijk. Helemaal prima!” Maar toen hij de kans kreeg het bestaande café beneden te kopen, deed hij dat direct. Dat was op 1 mei 1995, nu twintig jaar geleden. Weer negen jaar later stopte hij met het restaurant om zich volledig te concentreren op De Pui.

‘Nieuwe klanten staren bij een eerste bezoek altijd eerst een tijdje naar het plafond’

Soepmarathon

Volgens Brantenaar is hij vooral goed in het bedenken van ludieke acties. Zo kreeg hij vorig jaar april na een lunch bij Kaat Mossel spontaan een pan vissoep mee om te serveren bij de borrel in De Pui. “Maar ik ken vrij veel mensen, dus toen ik dat tegen andere horecaondernemers vertelde, mondde de eenmalige actie uit in een ware soepmarathon.”Vijfentwintig dagen lang kregen gasten gratis soep geserveerd op het terras bij De Pui. De Old Dutch serveerde zijn befaamde kreeftensoep en zelfs chefkok François Geurds deed mee.

Adventskalender

Ook timmerde Brantenaar de ramen van zijn zaak een keer dicht als een adventskalender. Elke dag ging er een luikje open en konden bezoekers van De Pui een verrassing verwachten. Ze kregen dan een cadeau dat was aangeboden door verschillende ondernemers en bedrijven in de stad.

F@ck de file

En zo was er ook een keer die actie tijdens een opbreking van de Oostzeedijk. “Er stonden hier dagelijks auto’s in de file. “Ik hing een spandoek op met de tekst: ‘F@ck de file. één biertje mag. Café De Pui’.” Hoe hij het allemaal verzint? “Ik doe alles op gevoel.”