Rotterdammers maken Rotterdam

Eigenzinnige chocolademaker

Gerrit van Loon Tekst
Salih Kilic Beeld

Tegen de wand van zijn werkplaats staan glazen potten met ingrediënten. Geheimzinnig over de inhoud doet Marco Harreman niet. “Op de deksels staat wat er in de potten zit. Elk chocolaatje krijgt van mij zout mee. Een ander ingrediënt dat altijd in mijn producten zit? Liefde.” Harreman was op zijn twaalfde jaar al gek van chocolade. Op de lagere school leek het vak van voedselfotograaf hem wel wat. Maar bakker zijn trok Harreman, die opgroeide in Vlaardingen, eveneens. Hij leerde het vak bij een bakkerij aan de Karel Doormanstraat en bij Dudok. Aan de Horecavakschool ontwikkelde hij zijn kwaliteiten verder. Zijn specialisaties: chocolade en ijs. Met zijn diploma op zak startte hij zijn eigen zaak. Eerst nog een productieruimte aan de Kootsekade, maar sinds 2005 met een eigen ruimte én winkeltje aan de Goudsesingel, Chocoholic.

‘In chocolade kan ik mijn fantasieën kwijt’

Eigen weg

“Warme chocolade, dat ligt mij wel”, vertelt Harreman, de handen afvegend aan zijn schort, ondertussen zijn ondervrager een bonbon met tomatensmaak voorschotelend. “In chocolade kan ik mijn fantasieën kwijt. Allerlei figuren zijn te creëren, mede vanwege de vloeibaarheid van chocolade.” Of hij niet elke dag even proeft? “Zeker wel. Je moet toch weten wat je maakt en verkoopt. Gelukkig heb ik geen last van pukkels”, lacht hij. “Chocoholic doet wat het doet en volgt daarin zijn eigen weg. Niet gehinderd door wat andere chocolaterieën doen. In mijn vrije tijd ga ik eigenlijk nooit bij concurrenten kijken. Door onze unieke manier van werken, kunnen wij onze klanten een bijzonder product leveren. Met liefde gemaakt, dat proef je zeker terug.”

Keukenblokken

Je kunt het zo gek niet bedenken of het is met chocolade te maken. Bonbons en paaseieren zijn de meest voor de hand liggende producten. Maar Harreman maakte ook al een aspergeschotel van witte chocolade, bokshandschoenen en miniatuur-keukenblokken. “Dat lag me wel”, zegt Harreman, die in zijn vrije tijd bokst en fietst. Hij zegt ook weleens nee tegen verzoeken. “Een chocoladedildo vind ik te makkelijk en te plat. Ik doe geen seksthema’s. Chocolade als verondersteld afrodisiacum? Tja, wie maak je nu niet blij met chocolade? Als je moet kiezen tussen oesters en chocolade lijkt me de keuze snel gemaakt, toch?” Ook als een bedrijf niet weet dat chocolade goed bewaard moet worden, zegt Harreman nee. “Ik maak een kwaliteitsproduct. Bij aparte, complexe chocoladeaanvragen denk ik vaak even na. Langzaam komen dan de ideeën naar boven. Daarna heb ik alleen maar meer zin in de uit-daging en ga ik aan de slag met de uitwerking.”

Ambitie

Aan de Goudsesingel krijgt Harreman hulp van twee vaste medewerkers en een paar flexibele krachten. “Chocolade maken is een lastig vak. Je moet goed de focus op de kwaliteit houden. Chocolade maken heeft vooral te maken met gevoel. Het is niet iets wat je zomaar uit een boekje haalt. Liefde en aandacht voor het product. Inspelen op de invloeden van buitenaf, zoals temperatuur en luchtvochtigheid, daar zijn we hier mee bezig. De productie van mijn chocolade kan ik moeilijk uit handen geven. Zo zit ik een beetje in elkaar. Mijn ambitie is om nog bekender te worden met Chocoholic. Fantastisch dat er inmiddels ook repen in de bars van nhow Rotterdam liggen. In deze periode komen de Groos-doos kerstpakketten er weer aan. Samen met het Groos-team vul ik de inhoud. Wat mij betreft zouden ook bioscopen een goede afnemer kunnen zijn van mijn chocolade.”

In de winkel komen klanten van divers pluimage. “Van getatoeëerde mannen met baarden tot onze bovenbuurvrouw van 92 jaar. Bewust doen we niet aan reclame. We laten mensen liever iets proeven, dat is onze kracht. Nieuwe klanten komen in de winkel, omdat ze onze bonbons elders hebben geproefd of een doosje cadeau hebben gekregen.”

‘Als je dan moet kiezen tussen oesters en chocolade lijkt me de keuze snel gemaakt, toch?’

Wens

Buiten Rotterdam zoekt Chocoholic het nog niet. Harreman: “Er zijn genoeg plekken in deze mooie stad waar ik zou willen werken. Ik woon met veel plezier op de Kop van Zuid. Net buiten het drukke centrum, maar toch dichtbij genoeg om het stadse te ervaren. Op de Kop van Zuid mag wat mij betreft meer vertier en aanloop komen. Een verkooppunt in de Fenixloods op Katendrecht is een andere wens van me. Wie weet: misschien is die wens bij het verschijnen van deze Gers! inmiddels uitgekomen.”

Voor meer informatie, zie www.chocoholic.nl.