Kloppend hart van Rotterdam

Een IT-bedrijf dat containers overslaat

Kim Hoefnagels Tekst
Antim Wijnaendts van Resandt Beeld

Rotterdam kent veel mooie en bijzondere plekken. Maar wat is nou het beste van Rotterdam? Gers!-initiatiefnemers Wouter van Lieburg, Edwin Veekens en Arjen van Riel gaan om beurten ‘op locatie’ bij hun favoriete plek in de stad. Wouter Lieburg neemt een kijkje bij Rotterdam World Gateway (RWG), de ‘meest innovatieve en geautomatiseerde containerterminal ter wereld’.

Het is zomer. De zon schijnt over het nieuwe land van de Tweede Maasvlakte. Elf enorme grijze kranen torenen hoog boven een asfaltvlakte uit. Verderop worden containers uit een binnenvaartschip getakeld. “Vandaag schijnt de zon, maar het kan hier ook behoorlijk spoken”, zegt Niels Dekker, Public Affairs & Communications Manager bij RWG. Hij zit in een ruime vergaderkamer in een gloednieuw kantoorgebouw en kijkt vanuit zijn stoel uit over het water. “Er is hier nauwelijks beschutting, dus weer en wind hebben vrij spel. Maar ook op een zonnige dag als deze merk je dat we hier midden op zee zitten: het licht wordt aan alle kanten weerkaatst.”

Surrealistisch

Ruim veertig kilometer heeft Wouter gereden om bij de RWG, de ‘meest innovatieve en geautomatiseerde containerterminal van de wereld’, te komen. Alleen al de rit ernaartoe – door een surrealistisch landschap van raffinaderijen, rokende schoorstenen en bergen kolen en ijzererts – laat er geen twijfel over bestaan: dit is een wereld op zich, een universum met een andere schaal dan de stad. “Tussen mammoettankers en immense hijskranen overvalt me hetzelfde gevoel als dat ik had toen ik als klein jochie ging kijken bij de bouw van de Oosterscheldekering”, vertelt Wouter. “De machines, schepen, voertuigen, kranen; alles is groot, groter, grootst.”

Niels, blauw overhemd en grijs colbertjasje, knikt instemmend. “En grootst kan altijd nóg groter. Zeeschepen zijn tegenwoordig tot wel 400 meter lang en meer dan vijftig meter breed. Die reuzen kunnen niet overal terecht. Havens met toegang via één rivier en één zeearm zijn in het nadeel, maar de ligging van de Rotterdamse haven leent zich juist uitstekend voor groei. De Maasvlakte ligt pal aan zee en de nieuwe Prinses Amaliahaven is twintig meter diep. Zo heeft schaalvergroting ertoe geleid dat de haven van Rotterdam steeds verder westwaarts is getrokken.”

Onbemand

Niels overhandigt Wouter een helm, veiligheidsvest, -bril en -schoenen en begeleidt hem naar buiten. Ze lopen over de kade, onder de 127 meter hoge kadekranen (“omhoog geklapt zijn ze bijna even hoog als de Erasmusbrug”) en langs het voor mensen afgesloten binnenterrein waarop onbemande voertuigen af en aan rijden. Niels: “In totaal hebben we 59 van dit soort volledig elektrische automated guided vehicles. Ze voeren zelfstandig het transport uit tussen de kadekranen en de automatische opslagkranen. Als hun accu leeg is maken ze een ‘pitstop’ in een van de twee battery exchange stations om deze te verwisselen. Daar komt niemand meer aan te pas. Het oppakken van de container uit het schip gaat op afstand. Bijna het hele proces van laden en lossen verloopt volledig automatisch.”

Vanuit China?

De mensen in de kraan zijn vervangen door remote operators in een comfortabele stoel op kantoor met schermen om zich heen, vertelt Niels. “Het zijn over het algemeen jonge mensen met uitstekende oog-handcoördinatie die goed zijn in beeldschermwerk. Zij sturen nu elk één kraan aan, maar op termijn kan één operator meerdere kranen tegelijk aansturen.” Wouter: “Nu zitten ze nog hier op het terrein van RWG, maar is het mogelijk dat ze in de toekomst hun werk doen vanuit China?” Niels: “Technisch gezien is dit waarschijnlijk mogelijk, maar voorlopig zal dat niet gebeuren. Op een schip gebeurt het los- en vastmaken van containers nog met de hand. Om de veiligheid van de mannen op het dek te waarborgen is het noodzakelijk dat we de kranen direct, met één druk op de knop, tot stilstand kunnen brengen. Stel dat we door een haperende internetverbinding met China even figuurlijk met onze handen op de rug komen te staan? Dat willen we te allen tijde voorkomen natuurlijk.”

Shuttlebus

Veiligheid is van het grootste belang voor RWG, benadrukt Niels. “Daarom zijn de verkeersstromen voor bezoekers en personeel gescheiden van het operationele verkeer. Het laden en lossen van containers moet veilig en snel gebeuren, zodat het schip met zo min mogelijk oponthoud zijn reis kan vervolgen.”

Hij vergelijkt de diensten van RWG met het organiseren en verkopen van reizen. “Zoals mensen een reis boeken, zo worden containers ook geboekt op een schip. Een binnenvaartschip is te vergelijken met een shuttlebus die mensen naar hun uiteindelijke bestemming brengt. Bij ons boeken vrachtwagens een tijdslot voor het brengen of halen van containers.” Wouter: “Wat gebeurt er als ze dat tijdslot missen?” Niels: “Dan moeten ze een nieuwe afspraak maken. Hetzelfde geldt als de douanepapieren niet op orde zijn. Voorafgaand aan het brengen of halen van containers moeten alle noodzakelijke gegevens elektronisch zijn voorgemeld. Zo niet, dan kunnen die containers niet worden geladen of gelost. Uiteraard proberen we dit te voorkomen door alle betrokkenen goed op de hoogte te houden, bijvoorbeeld via onze speciale app. Deze biedt de gebruiker operationele informatie zoals de aankomst- en vertrektijden van schepen en de containerstatus.”

Dan klinkt plotseling de ronkende diesel van een vrachtwagen. Aan de noordzijde van het onbemande binnenterrein parkeert de chauffeur achteruit in bij een van de 105 uitwisselingspunten (truckafhandelingposities, in RWG-jargon). Hij stapt uit en voert de benodigde gegevens in bij een kanariegele informatiezuil. Slechts enkele minuten later plaatst een automatische opslagkraan een container op het chassis. Als hij deze goed heeft vastgemaakt, stapt de chauffeur weer in en rijdt naar de uitgang van de terminal.

Innovatie

Tegenover de truckafhandelingposities ziet Wouter zes rails liggen. Niels: “Dat is onze spoorterminal. Nu is het nog relatief rustig, maar we gaan er vanuit dat de volumes die per trein worden vervoerd de komende tijd snel stijgen.”

Hij vervolgt: “Containers worden geassocieerd met scheepvaart, maar bij RWG gaat het veel meer om logistiek, om de hele vervoersketen. In die keten draait het om planning en een hoge productiviteit. Of zoals onze directeur Ronald Lugthart altijd zegt: RWG is geen traditioneel havenoverslagbedrijf maar ‘een IT-bedrijf dat containers overslaat’.” Een mooi staaltje innovatie, concludeert Wouter: “Ik denk dat we over twintig jaar terugkijken op deze tijd en ons niet meer kunnen voorstellen dat RWG nog niet bestond.”