Kloppend hart van Rotterdam

Een enorme theekop als buurman

Mark Boninsegna Tekst
Chris Bonis Beeld

Ondanks zijn glinsterende, de stad herhalende buitenkant is Depot Boijmans Van Beuningen niet bepaald te missen. De enorme theekop in het Museumpark is een blikvanger van jewelste. En toch zitten de direct omwonenden ook weer niet in de oogverblindende weerkaatsing van het zonlicht op de flanken ervan. Het depot voegt zich naar zijn omgeving en de buurtbewoners (leren) houden van hun nieuwe buurman.

‘Dit gaat zóveel mensen trekken’

Michiel van Meegdenburg,

Scheepmakerskwartier

Wonend in het Scheepmakerskwartier heeft Michiel van Meegdenburg vanuit zijn keuken, slaapkamer en kantoor uitzicht op het dak en een deel van het spiegelpaneel. “Vanaf het begin af aan heb ik het depot al een fantastisch ding gevonden. Ik vond het jammer dat er in het begin veel bombarie over was. Ik hoopte dat het door zou gaan. Het is natuurlijk wel een díng hè? En wat ik gehoord heb is dat de binnenkant nog fantastischer moet zijn dan de buitenkant.”

De rommel die de bouw van zo’n groot project met zich meeneemt, neemt Van Meegdenburg voor lief. “Het wordt een mooi stukkie daar, waar het depot staat. Nu ligt er nog allemaal rotzooi van de bouw, maar straks als het daar ook mooi bestraat is, dan is het volgens mij echt mooi. Je ziet ook heel de stad in het depot. Als je op het pleintje gaat staan van het Chabot Museum, dan heb je een waanzinnig zicht. ’s Avonds ziet het er trouwens ook heel kick uit.

Ook het ontwerp is sowieso van een te gekke architect: Winy Maas, die is ook van de Markthal. Dat is een heel eigenzinnig ontwerper, dat vind ik wel spectaculair”, zegt Van Meegdenburg enthousiast. “Dit gebouw gaat dan ook weer zóveel mensen trekken. Dat is volgens mij niet normaal meer. Je loopt er ook zo naartoe, het ligt op een steenworp afstand van het centrum.

‘Het wordt gewoon al leuk om daar alleen maar af te spreken.’

“En alle werken die het museum bezit, kan je daar bezichtigen. Dat is geloof ik uniek in de wereld. Het zit ook in een prettige omgeving en die omgeving, zoals de andere musea, zal er denk ik ook weer profijt van hebben. Kijk, aan de overkant bij mij zijn ze nu de Zalmhaventoren aan het bouwen. Voor het uitzicht dat daardoor nu weggaat, krijg ik weer een mooi uitzicht terug met het depot.”

Jan van Vliet

Rochussenstraat

“Vroeger was ik echt onwijs tegen het depot”, vertelt Van Vliet in zijn woning met een formidabel uitzicht op het depot. “Ik heb zelfs nog een buurtpetitie tegen de bouw ondertekend. Dat was omdat het zo’n kolossaal iets is en geheel uit glas bestaat. Daardoor was ik bang dat in de zomer de zon extra zou weerkaatsen en het hier nog warmer zou worden dan het zomers al is.” Ook de impressietekeningen van het depot maakten Van Vliet niet erg enthousiast. “Ik dacht: wat een monstrosity! Wat een ding! Wat moet dat worden?! En dan is het ook nog een bloempot. Typisch Rotterdamse geldingsdrang.”

‘Wat een ding! Wat moet dat worden?!’

Uiteindelijk blijkt Van Vliets angst ongegrond te zijn geweest. “Nu het eenmaal staat, heb ik gewoon ongelijk gehad en had ik nooit die petitie moeten tekenen. Het reflecteert nauwelijks. Ik woon er hemelsbreed ongeveer honderd meter vandaan en met de begroeiing in de straat, heb ik eigenlijk helemaal niet zo door dat het depot daar staat. Het valt helemaal niet zo op. Ik vind het nu echt mooi en als ik bijvoorbeeld even naar het Wester Paviljoen ben geweest en ik loop terug door de Mathenesserlaan en ik kijk goed in het depot, dan zie ik mezelf lopen. Dat vind ik wel tof. Het is hier ook echt opgeknapt door dat ding. Het zal ongetwijfeld ook weer een toeristentrekpleister worden, net als al die andere gave gebouwen in de stad.”

Ook met speciale gebeurtenissen die wel voor weerkaatsing in het depot zorgen, is Van Vliet blij. “Een maandje geleden of zo, zat ik hier ’s avonds op de bank en op de muur van het EMC werd er iets paars geprojecteerd. Die projectie weerspiegelde weer in het depot en dat gaf echt een waanzinnig aanblik. Zeker met de soort van lichtshow in de avond in de galerij van het Nieuwe Instituut. Die combinatie was echt geweldig.”

‘Ik vind het nu echt mooi en als ik bijvoorbeeld even naar het Wester Paviljoen ben geweest en ik loop terug door de Mathenesserlaan en ik kijk goed in het depot,
dan zie ik mezelf lopen’

Ági Torok

Erasmus MC-Sophia

Ági Torok werkt als anesthesioloog in het Erasmus MC-Sophia, naast het depot. “In het begin schrok ik wel. Het is een mooi park daar en opeens waren alle bomen weg. Toen ze eenmaal begonnen met bouwen toen kon ik ook moeilijk plaatsen wat het was dat ze aan het bouwen zijn. Eerst dacht ik dat het een ei was. Maar toen ik iets over het depot gelezen had, vond ik het eigenlijk gelijk geweldig. Het is echt iets Rotterdams, iets moderns. Het is wat anders dan de trapgevels die je in al die andere steden ziet. Zo is dat ook met de Kop van Zuid, met het gebouw van Koolhaas: De Rotterdam. Ik vind het echt bijzonder.”

‘Het is wat anders dan de trapgevels in andere steden’

“Ik heb begrepen dat bij het Sophia er wel mensen bang waren voor de privacy van patiënten door de reflectie van de spiegels in het begin. Maar de spiegels zijn wat matter gemaakt dan in het oorspronkelijke ontwerp en nu heeft niemand er last van.” Ondanks deze angst vanuit het Sophia in het begin, vind Torok de reflectie juist mooi. “Door de reflectie krijg je een modern panorama van Rotterdam. Panorama’s waren in het begin van de negentiende eeuw heel populair, maar dat waren panorama’s aan de binnenkant en dit is er een aan de buitenkant, precies andersom.”

Veel woorden zijn er onder het personeel niet gevallen over het depot. “In het Medisch Centrum hebben we alleen in het begin over de bouw of over het gebouw gepraat. Het is natuurlijk best wel opvallend. Het EMC is zelf ook erg op kunst gericht. Er is veel kunst binnen. Op die manier past het kunstzinnige ontwerp van het depot eigenlijk ook weer goed bij het EMC.

Verder hebben we het er niet zo vaak over gehad. Tenminste, niet in de kring waarin ik beweeg. Het lijkt alsof bijzondere ontwerpen inmiddels normaal gevonden worden in Rotterdam. We zijn eraan gewend. Daarbij zijn er natuurlijk ook veel dingen de laatste tijd in het ziekenhuis gebeurd waar we onze handen aan vol hadden.”

‘Door de reflectie krijg je een moderne panorama van Rotterdam’