Vóór die ene dag in 1992 was Ena Omerovic een onbevangen meisje dat leefde in een onschuldige wereld, onbekend van gevaar. En op die ene dag, ze was zes jaar, is die perceptie haar in één schot afgenomen. Terwijl angst haar verlamde, zag zij hoe de protesterende burgermassa bij het parlement in Sarajevo (Bosnië) werd beschoten. Het ongeloof zei dat de onrust wel zou overwaaien. De realiteit zei van niet: oorlog.
Hoewel de ouders van Omerovic al vliegtickets hadden gekocht om het gevaar de rug toe te keren, besloten zij uit goede hoop toch te blijven. Gevaarlijke momenten brachten zij door bij de buren, die half onder de grond woonden. Daar was het veiliger. “Op een dag kwam mijn vader binnengestormd om mede te delen dat we direct moesten vertrekken”, vertelt het jonge meisje in de alweer 33-jarige Omerovic.
Vluchten
Vlieg- en openbaarvervoertickets werden niet meer verkocht, maar haar vader had een weg gevonden om te ontsnappen aan het geweld. Een privéchauffeur vertrok naar Wenen en had ruimte in zijn bus om anderen mee te nemen. Tegen een forse betaling, dat wel. “We hadden het geluk dat we cash op zak hadden, anders ging het feest niet door. We propten ons in de overvolle bus om een plekje te bemachtigen en we vertrokken richting Wenen”, legt ze uit. “Vanuit Wenen ben ik met mijn ouders naar Slovenië gereisd, waar we een paar maanden hebben geleefd. In die tijd hebben we geld gespaard om naar Nederland te gaan. Mijn moeder was hier in de jaren ‘70 en had daar vrolijke herinneringen aan overgehouden. Van vrienden kregen we een auto mee, en de woorden: ‘vind je geluk’.”
Zoeken
Aangekomen in Nederland waren de ouders van Omerovic te koppig en trots om de status van vluchteling te accepteren. Liever werden zij vreemdeling en mochten zij daardoor zelf bepalen waar zij zouden wonen. Het werd Rotterdam, waar een tante van haar woonde. Terwijl zij geen cent te makken hadden en het verdriet over de oorlog hen dagelijks bekroop, probeerde de familie er het beste van te maken.
Mede door de selectiviteit van de media voelde Omerovic de drang zich te moeten bewijzen. “De beeldvorming was negatief, mensen uit Bosnië werden bestempeld als armoedig. Ik wilde niet dat mensen niet blij waren met dat ik er was, dus ik deed er alles aan om me zo goed mogelijk aan te passen. Ik deed er alles aan om een Nederlander te worden.” Op een gegeven moment besefte ze heel goed dat dit nooit zou gebeuren. Op 15-jarige leeftijd besloot ze terug te keren naar Bosnië.
Vinden
De vastberaden puber keerde terug naar ‘haar land’ om te leren begrijpen wie ze was. De wil om haar identiteit te vinden was ijzersterk. “Ik wilde tussen mijn mensen wonen, die mijn taal spraken en mij behandelden als individu, als Ena, en niet als Bosniër”, legt ze uit. “In die tijd ben ik goed gaan begrijpen dat integreren niet gaat over jezelf vergeten, maar over jezelf aanpassen tot een bepaalde grens. Dat begreep ik niet als kind.”
Thuis
Na dertien jaar is Ena voor een beter toekomstperspectief weer naar Nederland verhuisd, ze was toen 28. Uit liefde voor film is zij film- en televisiewetenschappen gaan studeren aan de universiteit van Utrecht. Met deze stad had zij geen enkele connectie en dus besloot ze te verhuizen naar Amsterdam. Daar zou ze zich beter thuis voelen vanwege de multiculturele samenleving, dacht ze. “Je zou zeggen dat Amsterdam zo multicultureel is, maar voor mij voelde dat niet zo. Voor mij waren er teveel culturele groepjes, in Rotterdam is dit veel meer een mengelmoes. Hier voel ik me het meest thuis, maar het liefst woon ik voor de helft van het jaar in Bosnië, hoor.”
Wat Omerovic het liefst doet in Rotterdam is naar Kralingen gaan. “Vroeger toen we hier woonden hadden we geen geld om op vakantie te gaan. Anderen gingen naar Spanje, wij gingen naar de Kralingse Plas en zwommen daar in het water. De plas was mijn Spanje.”