Rotterdammers maken Rotterdam

Da’s main wain!

Barbara Hoogsteden Tekst
Theresa Hartgers Beeld

“Behalve een communicatiemiddel is taal ook een manier om jezelf te onderscheiden”, schrijft professor Marc van Oostendorp in zijn boek Taal in stad en land: Rotterdams. Door ‘blaif bai mai’ (in plaats van Blijf bij mij, van Paul de Leeuw, red.) te zingen, laat je niet alleen weten wat je van iemand verlangt, maar ook wie je bent en waar je vandaan komt. Het moge duidelijk zijn, dit keer bespreken we de klinkerklank ai.

Een ‘waintje drinke’. Die is van ‘main’. De ij uitspreken als ai is een echt Rotterdams gegeven. Hoewel? De meningen verschillen daarover. Maar daarover straks meer, want eerst volgt een uitleg. Waarom spreken we van ai in plaats van ij. Van Oostendorp: “In het Duits en Engels gebeurt hetzelfde, wine en wein, klinken ook hetzelfde als ‘wain’. Deze woorden stammen af van het Latijnse woord vinum, afgekort vin. Je spreekt het met een lange i, wat niet prettig is. Dat geldt ook voor de lange ij. Voor een Rotterdamse mond is het makkelijker om er een ai van te maken. Je maakt je mond groter en rond, meer niet eigenlijk.”

Haau van maai

Tot zover de uitleg over de totstandkoming van een ‘aisie eten’. Maar hoe zit dat met de Rotterdamse afkomst? Van Oostendorp: “Volgens taalkundige Jan Stroop valt de ontwikkeling van de ij naar de ai onder het nieuwe Nederlands: het Poldernederlands. Paul de Leeuw was hier bijvoorbeeld een boegbeeld van. Hij zong over ‘haau van maai’ en over ‘gewaun’ en de rest van Nederland nam het over, volgens Stroop, en dan vooral jonge vrouwen.” Van Oostendorp is het hier niet mee eens. “’Main’ is nog steeds typisch Rotterdams. Dat was het en dat is het. Dat weet iedere Rotterdammer.”

Van m’n aige

En dan hebben we tot slot nog de bekende uitspraak: ‘van m’n aige’. “In de 17e eeuw bij de totstandkoming van de Statenvertaling, de eerste officiële Nederlandse Bijbelvertaling, is gekozen voor de woordkeuze mezelf en niet mijn eigen. Mijn eigen is vervolgens een eigen leven gaan leiden, vooral in Rotterdam en de ring daaromheen.”

En dus zeggen we met een Rotterdamse tongval: ‘He! Afblaive! Die wain is van m’n aige!’

Prof. dr. Marc van Oostendorp

is gespecialiseerd in taal verandering en -verloedering. In 2002 verscheen van hem het boek Taal in stad en land: Rotterdams. Van Oostendorp is hoogleraar Fonologische Microvariatie aan de Universiteit Leiden en senior onderzoeker bij het Meertens Instituut. Hij heeft tientallen boeken, artikelen en publicaties op zijn naam staan en verzorgt rubrieken op radio en in (vak-)bladen.