Rotterdammers maken Rotterdam

Collectie met of zonder gebouw

Tjeerd Langstraat Tekst
Eric Fecken Beeld

Rotterdam, stad van lef, doorzettingsvermogen en visie op grootstedelijke gebiedsontwikkeling en architectuur. Maar net zo Rotterdams is het muggenziften en onvervalst zeiken op het zoveelste bouwplan. Zo ook bij het plan voor een nieuw Collectiegebouw in het Museumpark.

Museum Boijmans van Beuningen heeft een immense kunstcollectie, opgeslagen in zes depots verspreid door het land. Enkele daarvan zijn in slechte staat. Boijmans wil de collectie uiterlijk in 2018 samenbrengen in één centraal depot: het Collectiegebouw. Het is de bedoeling dat dit gebouw voor publiek opengaat, uniek in de wereld. De voordelen? Veel meer dan dat Rotterdam zo’n gebouw verdient en het kans heeft net zo iconisch te worden als de Markthal, is het niet.

Miljoenen

In april stemde het college van B&W, ondanks een kritisch rapport van de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKC), unaniem in met het plan. In juni heeft de RRKC het aangepaste plan opnieuw afgeschoten. Geschatte bouwkosten: € 50 miljoen (gemeente:

€ 35 miljoen, stichting De Verre Bergen: € 15 miljoen). In het herziene plan heeft De Verre Bergen nog € 5 miljoen extra toegezegd. Exploitatiekosten dik € 5 miljoen per jaar. Wethouder Financiën Adriaan Visser zegt dat de gemeente weinig risico loopt. Bij genoeg verhuur voor private collecties en 90.000 bezoekers per jaar, verdient Rotterdam de lening in 40 jaar terug.

De ‘tegens’ zijn een veelvoud van de ‘voors’. Zij zijn bovendien feitelijk onderbouwd, waar de ‘voors’ vooral op emotie gestoeld zijn. Volgens de RRKC kent het plan grote financiële risico’s voor museum en gemeente en lijkt het een ‘prestigedoel op zich’ te worden.

In juni is het politieke debat als voorbereiding op de raadsbehandeling gestart, dit wordt vervolgd na het zomerreces. Afhankelijk van die uitkomsten neemt de gemeenteraad een definitief besluit. Hoe dit afloopt? Dat was bij het drukken van deze Gers! nog niet bekend.