Rotterdammers maken Rotterdam

Breakdancen en Beethoven gaan prima samen

Anouk Ama Tekst
Luc Büthker Beeld

Hiphop en klassieke muziek. Het lijkt een onmogelijke combinatie, maar blijkt tijdens de feestelijke voorstelling ‘RPhO meets Maas’ verrassend goed te werken. Breakdancers en orkestmusici combineren stoute moves met brave melodieën en zetten zo een show neer die een succesvolle afspiegeling vormt van Rotterdam als stad: stoer en ingetogen tegelijk.

‘De muzikanten doen met deze voorstelling iets compleet anders dan ze gewend zijn. In plaats van de dirigent volgen ze bewegingen van dansers. Dat vind ik heel knap’

De zaal is net donker als linksboven de tribune een trompettist verschijnt. Simon Wierenga dwingt zijn instrument tot een rustige, mijmerende melodie. Zijn ogen zijn gesloten, alsof hij niet wil zien wat de klanken doen met zijn publiek. De scholieren in het publiek giechelen. Waarom heeft de trompettist zijn ogen dicht? Voordat ze antwoord krijgen op hun vraag, verschijnen op het podium negen mannen. Sommige in colbert, andere op sneakers. De een met stekels, de ander met kroeshaar. De diversiteit druipt van het podium.

Dan voegt de trompettist zich bij de rest en met zijn tienen zetten ze een ritmische dans in. Niet zomaar een dans, maar eentje zonder muziek en met geklap op de dij, gestamp op de vloer en geknip met de vingers. Het gaat synchroon en klinkt goed. Ineens lijken de mannen helemaal niet meer zo te verschillen van elkaar.

Goud

De samenwerking tussen het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO) en Maas theater en dans begon in 2014 vanuit het idee het beste uit twee werelden samen te brengen: breakdance en klassieke muziek. Vanwege succes herhaalt de voorstelling zich nu al vijf jaar. Regisseur Jolanda Spoel overlegt met musici uit het RPhO welke muziek er wordt gespeeld en welke muzikanten meedoen aan de voorstelling. “Als orkestmusicus houd je soms tijd over voor externe projecten”, licht trombonist Pierre Volders zijn deelname aan de voorstelling toe. “Deze voorstelling is daar een voorbeeld van. Erg leuk om de grote concertzaal eens in te ruilen voor een kleiner stadspodium. Maar toen ik voor RPhO meets Maas werd gevraagd, was ik terughoudend. Ik zag niet in hoe hiphop en klassieke muziek te combineren waren tot iets tofs. Gaandeweg was ik verbluft hoe goed het werkte. Ik had dit voor geen goud willen missen.”

Wendbaar

Danser Gianni Noten zag de samenwerking wél vanaf het begin zitten: “Het leek me niet alleen een uitdaging om breakdance te combineren met klassieke muziek, ik was er ook van overtuigd dat het iets tofs kon opleveren. Maar dan moest het wel goed klikken met de muzikanten.” En dat was nog even spannend.

De dansers en muzikanten hadden andere agenda’s en bovendien ook andere manieren van werken. Dat leidde in het begin wel tot gefronste wenkbrauwen, herinnert Gianni zich lachend: “Tijdens de eerste repetitie stonden de muzikanten ineens op en pakten hun instrumenten in. Ik vroeg waar ze heen gingen. ‘Naar huis’, antwoordden zij. ‘Maar we zijn nog niet klaar’, reageerde ik toen verbaasd. Zij vonden dat ze wel klaar waren, want het was vijf uur. Dat was voor de dansers even schakelen. Wij zijn gewend te stoppen als het werk af is, niet als de tijd dat zegt. Later begreep ik dat orkestmuzikanten altijd een strak schema hebben en minder wendbaar zijn dan dansers.”

Pierre Volders (links)
en Gianni Noten

Dansbazen

Na de gezamenlijke openingsdans verplaatsen de muzikanten zich naar de achtergrond en nemen de dansers de vloer over. Vervolgens voltrekt zich een uur lang een spektakel op het podium. Muziek, dans, humor, gevoelige monologen en zang volgen elkaar op. Al snel heb je niet meer door dat klassieke blaas- en slaginstrumenten de muziek produceren waarop stoere dansbazen salto’s en breakdancemoves maken.

Wat wel opvalt is het plezier dat zowel de dansers als de muzikanten beleven aan de show. Iedereen lacht, is energiek en gaat ervoor. Maar het meest fascinerende is dat de muzikanten en dansers elkaar feilloos lijken aan te voelen; de dansers weten de klassieke noten perfect te visualiseren en de muzikanten weten precies de juiste noten te raken. Hoewel de groep pas een week samenspeelt, vormt ze een geheel en het is een genot om naar ze te kijken en luisteren.

Diepe buiging

Volders en Noten leggen uit waar die goede klik vandaan komt: iedereen op het podium is goed in wat hij doet. Maar nog belangrijker: het wederzijdse respect dat bestaat tussen de dansers en muzikanten. Volders: “Ik had als kind de luxe bij een muziekvereniging en naar het conservatorium te gaan. Deze jongens hadden die mogelijkheden niet. Een van hen brak zelfs met zijn ouders om te kunnen dansen en een ander moest leren dansen met zijn handicap. Als je ziet hoe goed deze jongens ondanks al die beperkingen zijn, kan ik niet anders dan een diepe buiging maken.” Noten reageert dat het andersom niet anders is: “De muzikanten doen met deze voorstelling iets compleet anders dan ze gewend zijn. In plaats van de dirigent volgen ze bewegingen van dansers. Dat vind ik heel knap.”

Geheim

Als het einde van de voorstelling nadert, staan de muzikanten en dansers weer samen op het podium. De muzikanten swingen, de dansers zingen. Het afgelopen uur zijn al hun onderlinge verschillen, die in het begin zichtbaar waren, opgegaan in de muziek en luid overstemd door een gemeenschappelijk gedeelde liefde voor muziek. De voorstelling toont aan dat contrasterende werelden die op het eerste gezicht onverenigbaar lijken, heel goed samen kunnen gaan. Als de basis maar hetzelfde is. Daarmee inspireert ze niet alleen de muziekindustrie, maar verklapt ze ook indirect het geheim van Rotterdam.