Rotterdammers maken Rotterdam

‘Ik weet nu eindelijk wie ik ben’

Nienke Landré Tekst
Marieke Odekerken Beeld

Na een hobbelige jeugd in Enschede meanderde het pad dat Bjorn Ketzener aflegde langs scherpe bochten. Een pad dat hem via onveiligheid, onbegrip, isolement, hiv en ADHD voerde naar uiteindelijk een geborgen plek waar hij zich thuis voelt. 

Bjorn wist al op jonge leeftijd dat hij op mannen valt. “Op de laatste schooldag in groep 8 liep een vrouw langs het raam van ons klaslokaal. Een jongen riep: ‘Kiek, wat ’n lekker wief!’ Ik keek naar die jongen en dacht: ik vind jou veel leuker. Oké, dat voel ik dus… en dóór, dacht ik. Ik vond het heel normaal, maar durfde het thuis niet te vertellen. Ik schreef het liever op. Op een dag vroeg mijn moeder of ik haar niet iets moest vertellen. ‘Ik heb het wel gelezen hoor’, zei ze. ‘Dan hoef ik je ook niks meer te vertellen’, antwoordde ik.”

Jaren later hoorde Bjorn van zijn oma dat zijn moeder die dag huilend naar haar ouders was gegaan. Ze vond dat ze met haar zoon naar de huisarts moest, dan zou het wel overgaan. “Mijn opa drukte haar op het hart mij te accepteren. ‘Anders gaat ‘ie lopen en komt ‘ie nooit meer terug.’ Mijn opa was de eerste in mijn familie die mij nam zoals ik ben.”

Agressie thuis
Een onbezorgde kinder- en pubertijd had Bjorn allerminst. Zijn vader was alcoholist en had een kwade dronk. “Er was veel agressie thuis. Toen ik zeven was, gingen mijn ouders eindelijk scheiden. Eens in de zoveel tijd moesten mijn broertje en ik een weekend naar onze vader. Dat was afgelopen toen hij agressief naar mij begon te worden. Ik heb hem daarna nooit meer gezien.” De middelbare school was een ramp voor Bjorn. Hij had een mentor in vertrouwen verteld dat hij gay is. De mentor vond dat geen probleem, maar Bjorn mocht er met niemand over praten. “Ik vond een jongen op school heel erg leuk, maar kon er niks mee. Anders zouden ze me schorsen. Ik werd gepest, was wat dikker dan de andere jongens en hoorde nergens bij. Om maar niet naar school te hoeven, ging ik spijbelen. Waar anderen dat doen om stiekem de stad in te gaan, sloot ik me thuis op.”

Op zichzelf
Na de middelbare school ging Bjorn een mbo-opleiding dierverzorging doen. “In Doetinchem, want ik wilde weg uit Enschede. Ik heb het een half jaar volgehouden en toen stopte ik ermee. Van mijn moeder moest ik gaan werken en dat deed ik dan maar. Geen idee wat ik anders moest. Intussen kreeg mijn moeder een vriend. Geen feestnummer, zullen we maar zeggen. Hij had het heel erg op mij voorzien. Niet te doen. Op m’n achttiende schreef ik me in voor een woning. Een week later kreeg ik er eentje toegewezen. Eindelijk kon ik weg uit huis, weg van de spanningen. Ik ging veel uit, werkte af en toe in een homodiscotheek en had de tijd van m’n leven.”

Seropositief
Toen Bjorn een serieus vriendje kreeg, verhuisde hij naar Groningen. “Hij was seropositief, wat ik door hem uiteindelijk ook werd. In die tijd wist ik daar helemaal niks van af. Ik was achttien, de relatie hield geen stand en ik ging terug naar Enschede.”

Bjorn wilde open zijn over zijn seropositiviteit. Anders komt er nooit begrip, vond hij. Hij sloot zich aan bij het jongerennetwerk van de Hiv-vereniging. “Uiteindelijk wist heel Enschede van mijn hiv. Dat was best eng. Mensen waren bang voor me, sommigen durfden me niet eens een hand te geven. Toch bleef ik er open over. Ik wilde niet weer een kast in, omdat mensen het niet konden accepteren. Ik heb genoeg in kasten gezeten. Wel wilde ik weg uit Enschede.”

Suïcidaal
Een donkere periode volgde. Bjorn kreeg steeds meer last van zijn seropositiviteit, raakte arbeidsongeschikt en bouwde schulden op. Toen hij meedeed aan een experimentele studie en andere medicatie kreeg, ging het helemaal mis. “Ik ging drugs gebruiken om vooral maar niet met de realiteit bezig te zijn en werd zelfs suïcidaal. Toen kreeg ik andere pillen en ging het iets beter, maar de schade was al aangericht. Ik was mijn werk kwijt, had schulden en zou m’n huis uitgezet worden.”  Bjorn ontmoette iemand die zijn nieuwe partner zou worden. “Hij woonde in Middelharnis. Na twee weekenden trok ik bij hem in. We hadden het heel gezellig en hij had geen problemen met mijn hiv. Later kwam ik erachter dat hij ook seropositief was. Ik was volledig afgekeurd voor werk, zoals toen vaker gebeurde met hiv-patiënten. Om uit de uitzichtloze situatie te komen, ben ik mijn schulden gaan inventariseren en een schuldhulptraject ingegaan. Ook wilde ik weer aan het werk, wat ik bij het UWV kenbaar had gemaakt. Na een goed gesprek met een arbeidsdeskundige bleek jobcoach wel wat voor me te zijn. Het UWV zou de opleiding betalen.” Bjorn ging ervoor en slaagde met een negen voor de opleiding. Via een stage bij het UWV kon hij daar aan de slag. Vier jaar bleef hij er werken. 

Rotterdam
Intussen ging zijn relatie uit en moest Bjorn weg uit Middelharnis. Hij kon inmiddels prima in zijn eigen onderhoud voorzien en was al goed op weg met de aflossing van zijn schulden. “Ik verhuisde naar Rotterdam, naar een appartement op Zuid. Ik vond het er fantastisch, zou zo weer teruggaan. Toen ik jaren daarvoor voor het eerst in Rotterdam kwam, was ik al helemaal verliefd. Op slag. Wat een stad. Rauw aan de ene kant, anderzijds vol emotie.” Om mensen te leren kennen, attendeerde een UWV-collega Bjorn op Rainbow City, een stichting die seksuele diversiteit bespreekbaar wil maken. Naast zijn werk bij het UWV ging Bjorn hier aan de slag als vrijwilliger. Zo leerde hij steeds meer mensen kennen, wat later ook gebeurde toen hij voorzitter werd van Stichting GayRotterdam. 

Eind goed
De wens om voor zichzelf te beginnen, leidde tot Bjorns vertrek bij het UWV. “Onder het motto ‘Als we niet alleen en eenzaam willen zijn, hoe kunnen we dan wel onszelf en samen zijn?’ werk ik aan inclusie. Eerst bij Stichting GayRotterdam, dat gericht was op de LHBTIQA+-community en dat is overgegaan naar Stichting Zichtbaar Bewust met een bredere doelgroep. Als coach probeer ik nu mensen te bewegen hun toekomst vorm te geven. Ik heb een eigen methodiek ontwikkeld voor zelfleiderschap, waarin zelfvertrouwen, eigen kunnen en vaardigheden worden vergroot. Zo krijgen mensen inzicht in wie ze zijn en wat ze toevoegen. Dit in plaats van de gevestigde systemen die autonomie minimaliseren, waardoor steeds meer mensen uitvallen. Enerzijds omdat ze het niet weten, anderzijds omdat ze niet worden uitgedaagd. Dat is ook wat ik doe bij Heilige Boontjes, waar ik sinds kort werk, en in mijn eigen bedrijf Proposition: You.”

ADHD
In 2016 leerde Bjorn zijn huidige partner kennen. Tijdens hun relatie werd Bjorn gediagnosticeerd met ADHD. “In eerste instantie kreeg ik de diagnose borderline, maar dat voelde totaal niet als ik. Mijn huisarts verwees me naar een andere psychiater, die mij wilde testen op ADHD. Bij een van de daaropvolgende onderzoeken moest mijn moeder ook mee. Dat was heel confronterend. Toen zij in het gesprek de vraag kreeg hoe ik was als kind, zei ze dat ze mij als kind niet zag. Dat kwam keihard binnen en tegelijkertijd voelde het als een erkenning. We hebben nu een goede band gelukkig, ook al blijft onze relatie gecompliceerd.”

Bjorn benadrukt dat hij ook dankbaar is voor zijn verleden. “Ik ben niet zielig. Mijn ervaringen sterken mij juist en geven kracht aan wat ik doe. Ik ben nu rustiger en minder onzeker. Ik maak mezelf minder afhankelijk van anderen en durf beter mijn grenzen aan te geven. Ik weet nu eindelijk wie ik ben en dat maakt me zo gelukkig.”

Bjorn Ketzener
Bjorn Ketzener