Rotterdammers maken Rotterdam

Eindelijk door Rotterdam in de armen gesloten

Karin Koolen Tekst
Lennaert Ruinen Beeld

Misschien heb je de naam Gyor Moore nog niet gehoord, maar zijn werk ben je vast al tegengekomen. Na jaren van indrukwekkende projecten in Amsterdam heeft deze zelf-
verklaarde ‘design activist’ eindelijk zijn stempel gedrukt op zijn eigen stad. “Toen ik vanuit ons kantoor de tram voorbij zag rijden met óns ontwerp erop… wauw, dat gevoel was
onbeschrijfelijk.” Naast zijn bedrijf Studio Gyor Moore is hij ook druk met het maken van radio, het runnen van kledingmerk SOBKOLT en het jureren voor de Pride Canal Parade. Tijd om deze creatieve duizendpoot beter te leren kennen!

“Kun je me goed horen?”, vraagt Gyor Moore met een brede glimlach zodra hij op het scherm verschijnt. Een knappe man in een licht shirt en op zijn hoofd een zwart petje en een grote witte koptelefoon die nieuw genoeg lijkt om de verpakking nog op de achtergrond te zien liggen. Gyor frunnikt wat aan de oorschelpen, alsof hij nog niet helemaal zeker is of dit ding wel doet wat het moet doen. Als de verbinding eindelijk staat, leunt hij ontspannen achterover, klaar voor een goed gesprek. 

Gyor zit in zijn lichte appartement. Tegen de witte wand, subtiel versierd met een bies, staat een weelderige plant die een vleugje groen toevoegt aan de ruimte. Dit appartement, waar hij al zeven jaar woont, heeft hij onlangs kunnen kopen. Dat schreeuwt om een flinke herinrichting. “Het voelt echt als mijn plek nu ik het heb gekocht”, zegt hij, terwijl hij de camera even rond laat draaien om zijn woonkamer te tonen. Die oude grijze bank gaat vandaag nog naar de kelder, belooft hij, om plaats te maken voor een nieuw exemplaar dat morgen wordt bezorgd. Druk? Dat kun je wel zeggen.

Vliegeren
Geboren en getogen in Capelle aan den IJssel ontdekte Gyor al vroeg zijn creatieve talenten, iets wat hij van zijn vader meekreeg. “Mijn vader maakt vliegers”, zegt hij met een grijns. “In Suriname is dat echt een sport.” Hij lacht nog wat harder: “Mijn oude slaapkamer is nu zijn vliegerkamer.” Fun fact: “Mijn vader vertelt ook verhalen met zijn vliegers. Zo maakte hij tijdens de covid-pandemie een vlieger met een riem en een hart eronder. Die liet hij hoog de lucht in gaan om, zoals hij het zelf mooi verwoordde, ‘de eenzame mensen een hart onder de riem te steken’. Hoe lief is dat?” 

Als kind was Gyor een introverte en verlegen jongen, een schril contrast met de activist die hij vandaag is. “Ik vroeg mijn ouders laatst hoe ze me als kind zagen, omdat ik nu zo activistisch ben. Ze zeiden dat ik stil was, maar dat ik me wel enorm kon opwinden over onrecht. Berichten over oorlog hielden me dagenlang bezig.”

Zijn jeugd was een cocktail van verwondering en diepe nieuwsgierigheid. In zijn tienerjaren ontwikkelde Gyor een steeds grotere passie voor fotografie en Photoshop, gestimuleerd door zijn zus. Ook verdiepte hij zich in sociologie en kunstgeschiedenis. “Ik was altijd aan het experimenteren. Ik wilde alles begrijpen, uitproberen”, zegt hij. Zijn keuze voor de Willem de Kooning Academie leek dan ook een no-brainer. De afwijzing was een klap, maar het maakte hem alleen maar meer vastberaden. Uiteindelijk koos hij de opleiding Communicatie & Multimedia Design aan de Hogeschool Rotterdam. 

Design met een doel
Tijdens zijn studie ontwikkelde Gyor steeds meer zijn eigen visie. Hij stuitte op propaganda uit de tijd van de Tweede Wereldoorlog, die werd gebruikt om Joden te demoniseren. “Afschuwelijk, natuurlijk. Maar toen realiseerde ik me wel dat je kunst en ontwerp evengoed kunt inzetten voor het verspreiden van een positieve boodschap. Het was alsof er een lampje in mijn hoofd werd aangestoken. Design kan zoveel meer zijn dan alleen maar iets wat er mooi uitziet; het kan mensen in beweging brengen, echt iets teweegbrengen. En dat wilde ik.”

Zijn visie werd aangescherpt tijdens het vak design psychology. “Hier leerde ik vooral over de psychologie achter design en hoe kleuren en ontwerpkeuzes onze keuzes of bewegingen kunnen beïnvloeden zonder dat wij dat doorhebben.” Na zijn afstuderen had hij al een indrukwekkend portfolio opgebouwd, maar het gevoel dat hij echt impact maakte, ontbrak nog. “Dat wilde ik: impact maken als ontwerper”, zegt hij vastberaden.

Bewust
Na diverse stages en baantjes, waaronder bij Supersteil (nu Dept) en Blend Magazine in Amsterdam, begon Gyor zich steeds bewuster te worden van de uitdagingen als zwarte queer man in de creatieve sector. Hij hoorde er weliswaar bij, maar telkens als hij voorstelde om minderheidsgroepen te representeren, stuitte hij op een muur van weerstand. “Zullen we eens een queer stel in deze campagne gebruiken?”, vroeg hij eens voorzichtig. “Of een zwarte vrouw als hoofdpersoon casten? Misschien een statement maken tegen Zwarte Piet?” Steeds weer was het antwoord nee, hoe inclusief en divers de organisaties zichzelf ook presenteerden. Deze ervaringen maakten hem steeds meer vervreemd van de wereld waarin hij zich bevond.

Op zijn 25e, na een reeks van dergelijke afwijzingen en de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen, besloot hij voor zichzelf te beginnen en wél het verschil te maken dat hij zocht. “Dat was de dag dat ik begon te freelancen”, zegt hij, zijn stem serieus en zijn toon lager. “In het begin was ik heel boos en fel, ik schreef artikelen op LinkedIn over bedrijven waarvan ik vond dat ze niet divers en inclusief genoeg waren, terwijl ze dat wel claimden. Later heb ik die boosheid weten te kanaliseren.”

Zijn eerste freelance opdracht kwam van Museumnacht Amsterdam, die hun overwegend oude, witte hetero-doelgroep wilde diversifiëren. Een klus die Gyor op het lijf geschreven was. Hij denkt even na, glijdt in gedachten terug naar die tijd. “Het is mooi om te ontdekken dat je plots je weg vindt als je dicht bij jezelf blijft en echt staat voor wat jij belangrijk vindt”, besluit hij dan. “Deuren beginnen open te gaan, dingen klóppen en stromen, juist omdat je jezelf bent.” Iedereen heeft wel iets dat hen anders maakt dan anderen, iets wat je misschien als een zwakte ziet, stelt hij. “Maar juist dat maakt ons uniek en kan een bron van kracht zijn. Het is belangrijk om ook die kant van jezelf te omarmen en dat te verweven in het verhaal dat je uitdraagt. Wees authentiek. Dat maakt je completer en zorgt ervoor dat je pad duidelijker wordt. Dit is ook cruciaal wanneer je als freelancer bedrijven benadert; bedrijven bestaan uit mensen, zoals HR-managers of projectleiders, en die spreek je aan door transparant te zijn over wie je bent en waar je voor staat.”

Stoplicht
Met zijn eigen studio, gevestigd in The Social Hub aan de Willem Ruyslaan in Rotterdam, heeft Gyor inmiddels een indrukwekkend klantenbestand opgebouwd. Van de Nationale Politie tot Netflix, van de gemeente Rotterdam tot diverse musea, banken en verzekeraars, en zelfs Pampers. Zijn ontwerpen vind je overal. Maar altijd met een doel: de wereld een lievere plek maken voor iedereen. “Creating change through design”, staat dan ook prominent op zijn website, wit op zwart, direct en krachtig. Zijn werk is doordrenkt met sociale impact, altijd gericht op het creëren van positieve verandering.

“Dat is mijn day job”, zegt hij nuchter over zijn studio. Maar zijn ambities reiken verder. Naast zijn werk in de studio is Gyor de oprichter van Pride Radio FM, het enige platform dat uitsluitend muziek draait van artiesten die zich als queer identificeren, omdat juist die groep zo onderbelicht blijft op mainstream kanalen. Ook runt hij SOBKOLT, een kledingmerk dat zich richt op het vieren van individuele expressie en het doorbreken van traditionele normen. “SOBKOLT gaat over jezelf zijn, ongeacht wat de wereld van je verwacht”, zegt hij over zijn merk. “Het gaat over het vieren van datgene wat jou uniek maakt.”

Gyor leeft zijn droom. Van een Pride-stoplicht wekenlang op de Coolsingel tot interviews voor magazines en jureren bij de Amsterdamse Pride, zijn carrière kent vele hoogtepunten, maar het meest trots is hij op het feit dat hij nu eindelijk wordt omarmd door Rotterdam. Want dat heeft even geduurd. “In Rotterdam houden we misschien wat meer vast aan wat al is, we zijn iets terughoudender naar verandering”, zegt hij. “Amsterdam is anders; daar komen mensen van heinde en verre, en dat creëert echt een internationale, dynamische cultuur. Maar hoe leuk het ook is om mijn werk in Amsterdam te zien, ik ben Rotterdams, dit is mijn stad, mijn thuis. Juist hier wilde ik een verschil maken.”

Langzaam maar zeker ziet Gyor de veranderingen in de stad. Of dat nu is ingegeven door de tijd, door bewegingen als Black Lives Matter of de inzet van zoveel mensen; inclusie krijgt steeds meer ruimte, en hij is blij dat hij daar nu een rol in speelt. “Rotterdam is ook zo: als je eenmaal binnen bent en goed werk levert, blijf je binnen en gaan alle deuren open”, zegt hij.

Balanceren tussen droom en realiteit
Druk, dat is Gyor zeker, met zijn werk, vele passies en projecten, een huis dat om een nieuwe inrichting vraagt en een relatie erbij. Gyor komt uit een gezin waar hard werken de norm was en die drang voelt hij nog steeds. “Mijn ouders hadden allebei twee banen. Ik heb soms nog steeds dat gevoel altijd hard en veel te moeten werken. De drang productief te zijn”, zegt hij, reflecterend op zijn opvoeding. Toch was het niet de drukte die hem uiteindelijk bijna deed opbranden. “Ergens ben ik nog steeds die verlegen, introverte jongen”, geeft hij toe, zijn stem zachter, alsof hij een geheim onthult. “Mijn activisme vereist extraversie; ik moet soms letterlijk het podium op om mijn verhaal te doen. En dat brengt reacties met zich mee, soms zelfs haat en bedreigingen.”

Deze strijd om een inclusieve gemeenschap te bevorderen, terwijl hij zichzelf mentaal op de been moest houden, putte hem uiteindelijk uit. De haatberichten die hij ontving, vooral na een stuk over Keti Koti, raakten hem diep. “Natuurlijk laat ik me daar niet door remmen, dat is precies wat ze willen”, zegt hij vastberaden. “Maar het doet wel wat met je.”

De balans tussen vechten voor wat hij gelooft en zorgen voor zijn eigen welzijn bleek een moeilijke. “Ik voerde de strijd voor een inclusieve gemeenschap en vocht tegelijkertijd om mezelf mentaal op de been te houden. Het vrat me na een tijdje op”, bekent hij. Met tijd en therapie heeft hij zichzelf weer teruggevonden. “Ik hoop op een dag dat de strijd niet meer nodig is, dat diversiteit gewoon is”, zegt hij, met een blik die ergens tussen hoop en realisme zweeft. “Die dag is nog niet gekomen, maar die komt wel, dat weet ik zeker.”