Rotterdammers maken Rotterdam

De Verre Bergen maakt het verschil

Sander Grip Tekst
Lennaert Ruinen Beeld

Roelof Prins gaf slechts een keer eerder een interview, en dat was voor de Havenloods. Waarom zo terughoudend in de media? Omdat hij de schijnwerpers persoonlijk niet nodig heeft. Bovendien is de familie Van der Vorm, de weldoener achter Stichting De Verre Bergen, ook niet uit op publiciteit. Sinds de oprichting in 2011 is Roelof de drijvende kracht achter de stichting. Met zijn pensioen in zicht, en dan alleen voor Gers!, doet hij dan toch zijn verhaal. Want ja, hij is trots op Rotterdam.

Op een zonnige vrijdagmorgen straalt het statige kantoor van Stichting De Verre Bergen aan de Parklaan in Rotterdam rust en geschiedenis uit. De letters van de voormalige Steenkolen en Scheepvaart Maatschappij (SSM) prijken nog trots op de gevel. Binnen sieren foto’s van succesvolle projecten die door de stichting zijn opgezet de muren: hardwerkende scholieren, breeduit lachende Syrische gezinnen en andere blije gezichten die in de camera stralen.
Roelof Prins, keurig in pak en met een gulle lach, ontvangt ons in zijn kantoor. Zijn bureau is geordend, met naast hem een grote hondenmand. In de kast valt ons oog op alle edities van Gers! magazine, vanaf de eerste. Dat ze geld waard zijn, weet hij best, maar geen haar op zijn hoofd die eraan denkt zich ervan te ontdoen.

Sinds de oprichting in 2011 door de familie Van der Vorm staat Roelof aan het roer van Stichting De Verre Bergen (SDVB). Deze filantropische organisatie heeft als missie om Rotterdam en haar inwoners te versterken door middel van sociaal-maatschappelijke programma’s. “We investeren in de gemeenschap door het ontwikkelen en ondersteunen van programma’s die écht een verschil maken”, legt Roelof uit. “Het gaat niet alleen om geld geven, maar om betrokkenheid en impact.”

Investeren in de stad
Eerst maar even terug naar het begin: Roelof begon zijn carrière bij HAL Investments in Rotterdam. Zijn loopbaan leidde hem daarna naar NPM Capital in Amsterdam. “Op een dag belde Martijn van der Vorm me om mij te vragen hem te helpen met zijn filantropische plannen in Rotterdam. ‘Maar ik weet helemaal niks van filantropie’, zei ik nog. Bij HAL investeerden we in bedrijven om ze groter en succesvoller te maken, en ik ben gewoon hetzelfde blijven doen, maar dan met maatschappelijke doelen. We noemen onze programma’s investeringen omdat er maatschappelijk goed gecreëerd moet worden.”

De beginjaren op de Westersingel waren… leerzaam. “We wisten niet precies wat Rotterdam nodig had, dus hielden we de deur open voor ideeën. ‘Kom maar binnen’, was ons motto. Mensen kwamen binnen met allerlei plannen die wij vervolgens uitvoerig bevroegen. Bij veel fondsen krijgen mensen geld en relatief weinig betrokkenheid. Wij wilden dat anders doen. Dus stelden we vragen: wat is nu echt het doel, de impact?” Die ‘Kom maar binnen’-mentaliteit leidde zelden tot succes, zo weet Roelof nu. “Tot 2015 stonden wij bekend als de stichting die altijd nee zei.” Hij lacht even: “We realiseerden ons al snel dat we meer betrokkenheid wilden. Een plek aan tafel in plaats van afwachten wat er van je gift terechtkomt. Uiteindelijk namen we het heft in eigen hand en zijn zelf stichtingen gaan opzetten, die de programma’s uitvoeren. Programma’s moeten echt een verschil maken in het leven van mensen. Het verbeteren van de situatie van kwetsbare groepen, het creëren van kansen voor kinderen en het versterken van de verbinding binnen de stad; dat is ons doel.”

Nieuw thuis
Een van de eerste grote eigen initiatieven van Stichting De Verre Bergen was Stichting Nieuw Thuis Rotterdam (SNTR), opgericht in 2015 te midden van de vluchtelingencrisis en woningnood. “In overleg met het gemeentebestuur kochten we tweehonderd woningen voor Syrische vluchtelingen. Deze woningen stonden al lange tijd te koop zonder interesse van kopers. SNTR ging niet alleen om huisvesting, maar ook om integratie. We verzorgden taal- en participatielessen en hielpen hen wegwijs te worden in de maatschappij.” Inmiddels biedt SNTR het zelfredzaamheidstraject aan voor statushouders, met als doel hun taalniveau te verhogen en duurzame participatie te bevorderen.

Stichting De Verre Bergen heeft inmiddels tientallen projecten opgezet met een gemeenschappelijk doel: gelijke kansen voor alle Rotterdammers. Een voorbeeld is Epos Onderwijs Rotterdam, een basisschool die zich richt op de ontwikkeling van elke leerling en de professionele groei van leerkrachten. In dezelfde geest biedt de Kinderfaculteit in Pendrecht naschoolse programma’s aan om talenten van kinderen te ontdekken en ontwikkelen. Een ander dierbaar initiatief is Bouwkeet, een werkplaats in Bospolder-Tussendijken waar kinderen en wijkbewoners handvaardigheidsprogramma’s kunnen volgen. “Het is geweldig om te zien hoe creativiteit en techniek samenkomen en de gemeenschap versterken “, zegt Roelof.
De stichting biedt ook onderwijsondersteuning, zoals met de Rekenfaculteit en het LeesLab, die kinderen helpen met rekenen, wiskunde, lezen en geletterdheid. “We zagen een grote behoefte aan extra ondersteuning op dit gebied”, vertelt Roelof. “Het bevorderen van geletterdheid is essentieel voor gelijke kansen in het onderwijs”, voegt hij toe.
Naast educatieve projecten richt de stichting zich ook op financiële en juridische ondersteuning. Zo biedt Nieuw Vaarwater financiële dienstverlening en schuldhulpverlening aan Rotterdammers. “Het gaat niet alleen om het aflossen van schulden, maar om mensen weer perspectief te geven”, benadrukt Roelof. Ook Je Goed Recht, dat juridische hulp en advies biedt, speelt in op de dagelijkse noden van de stad. “Het bieden van juridische hulp en advies is cruciaal voor veel Rotterdammers die anders geen toegang tot rechtshulp zouden hebben”, legt Roelof uit.
Wat zou hij voor Rotterdam willen? “De verschillen kleiner maken”, stelt hij zonder aarzeling. “Gelijke kansen zijn essentieel voor de toekomst van Rotterdam.”

Fiat 600
De liefde voor Rotterdam spat ervan af bij Roelof, hoewel hij een geboren en getogen Haarlemmer is. “Mijn vader was stuurman bij de Holland Amerika Lijn”, vertelt hij, “dus als kind kwam ik al vaak in Rotterdam. We haalden papa op van het schip, en ik heb levendige herinneringen aan die tijd. We reden over de Willemsbrug, onder het Poortgebouw door naar de Wilhelminapier. En dan liep ik als kleine jongen trots als een pauw met de pet van mijn vader op mijn hoofd over het schip. Dat zijn mijn vroegste herinneringen aan de stad. En natuurlijk probeerden mijn zusjes en ik op de terugweg de hele Maastunnel onze adem in te houden in onze Fiat 600. Hilarisch!”

Roelof verhuisde naar Rotterdam toen hij bij de stichting ging werken en woonde lange tijd in het Scheepvaartkwartier. “Rotterdam is multicultureel en divers, de enige echt internationale stad van Nederland. In Haarlem woonde ik in een witte enclave, dat is hier onmogelijk. Je hebt altijd mensen van over de hele wereld om je heen.”
Deze diversiteit wordt prachtig gevierd met de Vlaggenparade, ook gesteund door Stichting De Verre Bergen. De Vlaggenparade toont de vlaggen van alle 193 lidstaten van de Verenigde Naties langs de Boompjes. Dit project symboliseert de internationale gemeenschap en gastvrijheid van de stad en is een ware viering van Rotterdams diversiteit.

Soms voelt ons werk als een druppel op een gloeiende plaat. Voor sommige problemen moet je naar de overheid kijken, die zijn moeilijk particulier op te lossen. Tijdens de Covid-pandemie zorgden we wel binnen een week voor Chromebooks zodat kinderen thuis konden studeren, iets wat zij anders niet hadden gekund. En tijdens de energiecrisis stelden wij de energietoeslag beschikbaar voor een bredere groep Rotterdammers. Hij lacht even wrang: “Er werd minder gebruik van gemaakt dan gehoopt, het woord ‘toeslag’ was wellicht besmet na de toeslagenaffaire.”
Ach, zo leer je, lijkt hij te denken als hij zijn schouders ophaalt. “Het belangrijkste is om je altijd te blijven verwonderen en niets voor vanzelfsprekend te nemen. Verdiep je en kijk dan wat er beter kan, wat anders kan. Elk project brengt verrassingen met zich mee, zoals toen sommige Syriërs plotseling gingen scheiden en we opnieuw met een huisvestingsprobleem zaten.” Hij lacht even hardop. “Daar had niemand aan gedacht! Het is cruciaal om vooruit te plannen, alle scenario’s te bedenken en zoveel mogelijk voor te bereiden. Je kunt niet alles voorzien, maar doe toch je best.”
Gaat hij elke avond met een voldaan gevoel naar huis? “Absoluut! Het is fijn om in een organisatie te werken die dit kan doen, die zich belangeloos inzet. Het mooiste is toch als je ziet dat iemand echt vooruit komt, bijvoorbeeld een werkloze vrouw die dankzij onze hulp een baan vindt en haar leven op de rit krijgt.”

Opvolger
Bas Reintjes neemt het stokje per 1 juli over. Hij werkt sinds 2,5 jaar bij de stichting en leidde eerder Stichting Nieuw Vaarwater. “Wacht, ik haal hem er even bij.” Roelof staat al op en loopt naar de deur om zijn opvolger uit het naastgelegen kantoor te halen. Bas is een stuk jonger, niet strak in pak maar net zo bevlogen. Hij begroet ons met een warme handdruk.
“Roelof heeft me geleerd om groot te denken en te dromen, maar ook om tevreden te zijn met de kleine dingen en successen te vieren”, steekt hij van wal. “Het gaat erom dat je impact hebt, hoe klein ook.”
Net als Roelof benadrukt Bas het belang van sociale cohesie. “Ik hoop dat we meer verbinding kunnen creëren tussen verschillende groepen in de samenleving. Dat is de basis voor een goede en leuke samenleving.” Hij gelooft dat samenwerking met andere fondsen in de stad cruciaal is. “Door samen te werken en onze krachten te bundelen, kunnen we echt het verschil maken.”
Roelof blijft ook na zijn pensioen betrokken bij een aantal programma’s. “Ik hoop dat de zakelijke benadering blijft, dat we echt maatschappelijke resultaten voor onze programma’s realiseren. En dat we flexibel en proactief blijven, net zoals tijdens de Covid-pandemie of de energiecrisis. We moeten kijken wat nodig is en dat doen. Tegelijkertijd zullen er keuzes gemaakt moeten worden. Nu kunnen we overal ja op zeggen, maar straks moeten we wellicht selecteren en stichtingen naar zelfstandigheid begeleiden. Daar ligt een nieuwe uitdaging.”

“We hebben hoge verwachtingen van elkaar, en dat werkt”, vervolgt hij. “Als je hoge verwachtingen hebt, handelen mensen daarnaar. Dat geldt niet alleen voor ons team van vijftig man, maar ook voor de tweehonderdvijftig mensen binnen onze stichtingen en de mensen voor wie we dit allemaal doen. Het onderschatten van mensen kan fataal zijn.” Hij denkt even na. “Ik hoop dat Bas het beter doet dan ik en dat de stichting blijft groeien en bloeien.”

Met een glimlach en een vleugje melancholie neemt Roelof afscheid. De toekomst van Stichting De Verre Bergen ziet er rooskleurig uit, met Bas aan het roer en een solide basis van programma’s die dagelijks het leven van Rotterdammers verbeteren.
Bas sluit af met een visie voor de toekomst. “Geld maakt geen verschil, mensen maken het verschil. Met geld kunnen we dingen bij elkaar brengen en regelen, maar het zijn de mensen die het werk dag in dag uit doen, die het verschil maken. Onze middelen maken het mogelijk, maar het zijn de mensen die het echt doen.”