Het had een groots feest moeten worden. Wat als een gebbetje begonnen was, een eenmalig cadeau aan de stad, was uitgegroeid tot een begrip in Rotterdam en zou voor de 25ste keer verschijnen. Dat was wel even uitkienen, want in maart 2020 verscheen #24 en #26 moest begin mei het licht zien. Die editie hadden we gekoppeld aan de herdenking van 80 jaar bombardement op de stad en 75 jaar bevrijding van Nederland. Eerste helft april. Kon net. Alles stond klaar.
En toen ging het land op slot.
En Gers!25 ging de vriezer in. Als een diepvriesmaaltijd waar-van je nog niet weet wanneer je hem zal gaan opwarmen.
Op dat moment hebben we wel met elkaar gezeten en overlegd: kunnen we überhaupt doorgaan? Bij veel van onze makers droogden de opdrachten op, de lockdowns zetten het leven op zijn kop en de stad lag er leeg en verlaten bij. We gingen toch door. Want Gers! toonde toch juist de veerkracht, de goede initiatieven en het doorzettingsvermogen van de Rotterdammer? En die waren er ook nu nog in overvloed. Bijzondere nummers werden het. Over de coronacrisis zelf en Het Depot, bijvoorbeeld. Het werden wel nieuwe edities. #25 bleef gereserveerd. Eens zou die crisis voorbij moeten zijn toch? Eens zouden we toch wel weer bij elkaar kunnen komen en het glas heffen op onze mooie stad?
Dat moment is er nu. De coronamaatregelen zijn afgeschaft. En al is die verdomde corona natuurlijk niet ineens weg, we kunnen het leven weer vieren. Dus doken we de ijskast in, schraapten de rijp van die bewaarde editie af en hielden hem tegen het licht. Sommige verhalen konden niet meer, zij waren gedateerd en ingehaald door de wereld die onherroepelijk voortgaat. Die verhalen zijn vervangen, net zoals we de covers toegevoegd hebben van de edities die ná april 2020 verschenen zijn. Maar verder is Gers!25 wat het was toen hij kant-en-klaar de vrieskist in ging.
Het gat is nu gevuld. Je staat met de 25ste editie van Gers! in je handen. En dus is het tijd voor feest. Gewoon, omdat het kan.