Kloppend hart van Rotterdam

Valse start in oorlogstijd

Christina Boomsma Tekst
Annemarie Kleywegt Beeld

Het was zo mooi bedacht; alle dieren zouden in een feestelijke optocht van de oude locatie bij het centraal station naar de nieuwe Diergaarde Blijdorp worden gebracht. Door het bombardement in 1940 werd alles anders. Toch kwam de diergaarde de oorlog wonderbaarlijk goed door. In 1945 woonden er zelfs meer dieren dan aan het begin van de bezetting. Nog steeds komen er nieuwe bijzondere verhalen naar boven uit die tijd. 

Het begin van de oorlog

In de zomer van 1940 is de opening van de nieuwe Diergaarde Blijdorp gepland. De oude dierentuin vlakbij Centraal Station wordt stukje bij beetje gesloopt. Op 12 mei 1940 komt de sloop op een wrange manier in een stroomversnelling; achttien bommen van Duitse bommenwerpers vallen op de dierentuin.

Na het bombardement treffen de verzorgers een complete ravage aan. Overal liggen kadavers van kamelen, schapen, damherten en andere grote hoefdieren. Sommige dieren moeten ze uit hun lijden verlossen. De roofdieren hebben het wonder boven wonder overleefd. Maar niet voor lang. Uit angst dat de dieren uit de gehavende dierentuin ontsnappen, de stad in, schiet het Nederlandse leger ze alsnog af.

Alleen de halftamme leeuw Tammo, een tijgerin en haar welpjes en wat kleine ijsberen mogen blijven leven. Ondertussen zwemmen de zeeleeuwen in de Westersingel. Met emmertjes vis worden ze teruggelokt. Op 14 mei volgt de genadeslag; tijdens het grote bombardement op Rotterdam wordt het hele centrum verwoest. De bommen vallen dit keer niet op de dierentuin, maar de allesverwoestende brand in de stad kost alsnog veel dieren het leven.

Tammo komt om in zijn noodhok, andere dieren weten te ontsnappen. Zebra’s, damherten, bizons en apen worden overal in de stad teruggevonden. Een chimpansee en een orang-oetan worden op de bagagedrager van een fiets naar een café gebracht waar ook andere aapjes tijdelijk onderdak hebben gevonden. Twee maanden na het bombardement verhuizen alle overgebleven dieren alsnog naar de nieuwe locatie. Zonder feestelijke optocht.

Beeld: Collectie Stadsarchief Rotterdam

Tijdens de oorlog

Het is een mooie, zonnige middag, ergens tussen 1941 en 1943. Twee vriendjes zijn samen een dagje uit in Diergaarde Blijdorp. Ze kopen een kaartje en stormen dan meteen naar de beroemde 47 meter hoge uitkijktoren. De filmcamera van hun vader of moeder registreert hoe ze omhoog zoeven in de lift. Vanuit die lift kun je door de ramen naar buiten kijken. De revolutionaire toren van architect Sybold van Ravesteyn is gebouwd als een fijnmazig web van beton en glas. De lift gaat naar het uitkijkplatform, helemaal bovenin. Daar kun je pas écht ver kijken.

Het is druk in de dierentuin. Van oorlog of bezetting is hier even helemaal niets te merken. Iedereen lijkt onbezorgd te genieten. De splinternieuwe dierentuin is een topattractie in Rotterdam. In 1941 kopen bijna 600.000 mensen een kaartje, in 1942 zijn dat er meer dan 700.000 en in 1943 passeren 825.000 personen de poort.

Diergaarde Blijdorp is dan nog een weidse vlakte, zonder hoge bomen. Behalve iconische gebouwen zoals de Rivièrahal en de oude ingang zie je weinig van de dierentuin zoals we die nu kennen. Ook de omgang met de dieren is heel anders dan we nu gewend zijn. Een ijsbeer glijdt op commando van een glijbaan, olifanten doen kunstjes op een verhoging. Acht kinderen stappen in een bakje op de rug van een olifant en maken een ritje. Ook op de kamelen mag je rijden, de beren kun je visjes voeren. Maar wat je niet ziet, is wat er achter de schermen gebeurt. Veel Rotterdammers die voor de Arbeitseinsatz per trein naar Duitsland moeten, springen bij de Diergaarde uit de trein, wachten in een greppel tot het donker is en vinden via de Diergaarde veilig onderdak.

In de Hongerwinter zijn de vogels, herten en andere dieren hun leven niet zeker. ’s Nachts maken Rotterdammers gaten in het hek om een stuk vlees te bemachtigen. Blijdorp zet extra bewaking in. In 1943 bombarderen de Amerikanen de spoorweg naast de Diergaarde. Daarbij sneuvelt ook het bassin van de zeeleeuwen. Zeeleeuw Bianca en een groot aantal eenden die in het bassin zwemmen overleven het niet.

Het is wonderbaarlijk hoe goed Diergaarde Blijdorp door de oorlog heen is gekomen. Met kunst en vliegwerk houden de verzorgers de dieren in leven. Er worden zelfs dieren geboren in de oorlog. Daarom kan Blijdorp na de oorlog veel Europese dierentuinen helpen.

De beroemde uitkijktoren naast de Rivièrahal is in de jaren zeventig gesloopt vanwege bouwvalligheid. De Rivièrahal zelf was een van de weinige overgebleven grote gebouwen in het centrum van Rotterdam. Die hal werd tijdens de bezetting voor van alles gebruikt, van modeshows tot massabijeenkomsten van de NSB.

‘Koenraad Kuiper hing nooit de verplichte bordjes met ‘verboden voor Joden’ op en toen de bezetter ze uiteindelijk zelf ophing, liet hij ze weer verwijderen’

Na de oorlog

Pas als Sifra Dasberg in 2018 geïnterviewd wordt voor een boek over het leven van Koenraad Kuiper, de eerste directeur van Blijdorp, komt de bijzondere geschiedenis weer bij haar boven. In de oorlog was ze als achtjarig meisje ondergedoken bij het gezin van Koenraad Kuiper en zijn vrouw Corry. Van hem was al bekend dat hij weigerde Joden te weren uit de dierentuin. Hij hing nooit de verplichte bordjes met ‘verboden voor Joden’ op en toen de bezetter ze uiteindelijk zelf ophing, liet hij ze weer verwijderen. Uiteindelijk werd hij daarom ontslagen.

Toen Dasbergs moeder werd opgepakt omdat ze geen Jodenster droeg, moest haar gezin onderduiken. De kleine Sifra kwam uiteindelijk bij de familie Kuiper terecht. Ze leefde daar twee en een half jaar onder een valse naam en kon onbezorgd naar school. “De familie Kuiper heeft mij na de oorlog goed afgeleverd aan mijn vader”, vertelt Dasberg in een interview met het AD. Helaas verwaterde het contact tussen haar en de familie na enkele jaren. ”Ik was te jong om me dat te realiseren. Spijt komt altijd als het te laat is.”

Daarom vroeg Dasberg aan de Diergaarde om alsnog een monument te plaatsen zodat deze geschiedenis nooit vergeten wordt. “Het is voor mij de afsluiting van een periode en een eerbetoon richting de familie Kuiper.”

In 2019 was het zover: in de Chinese tuin, naast de bijenboom die ter ere van de eerste directeur werd geplant, staat nu ook een plaquette. De geschiedenis van Dasberg en het gezin Kuiper wordt niet vergeten.

Beeld: Nationale Beeldbank

Bronnen

• Oorlog in Blik, Blijdorp 1941/1943, NIOD (www.oorloginblik.nl/film/niod/2759515)
• Joukje Akveld, Een aap op de wc, uitgeverij Hoogland & van Klaveren 2015
• Ardaan Gerritsen, Iets grootsch en buitengewoons, 150 jaar Rotterdamse Diergaarde, Diergaarde Blijdorp 2007
• Tania Heimans, Het huis met de leeuwen, Ambo Anthos 2015