Circulaire economie? Cradle-to-cradle? Stel je eens voor dat je daarmee aankomt op de Rotterdamse markt. Dan lachen ze je vierkant uit. Terwijl ze daar ook onderdeel zijn van de circulaire economie. Het marktplein is er zelfs een mooi voorbeeld van!
Duurzaamheidsadviseur Mirjam Pronk is groot voorstander van meer begrijpelijke termen in haar vakgebied. “Iedereen – ook de niet-wereldverbeteraars en de niet-specialisten – moet snappen waar het om gaat. Dan begrijp je ook wat je moet en kan doen.”
Een korte uitleg van de belangrijkste begrippen in de circulaire economie:
A: Afval (zooi) bestaat niet. Afval is weer ‘voedsel’ voor een volgende ontwikkeling. Alles wordt onderdeel van een eeuwigdurende kringloop. Een kringloopeconomie dus.
B: Besparen. We beseffen nu pas echt dat de aarde eindig is in wat ze kan leveren. De fossiele grondstoffen gaan het snelst op. Er is dringende noodzaak om te besparen en bijvoorbeeld bio-composieten te gaan gebruiken. Of geen weggooi-plastic tasjes meer te gebruiken. De overheid heeft als doel dat Nederland in 2050 een volledig circulaire economie heeft.
C: Circulaire economie. Alles wat op aarde wordt geconsumeerd, of het nu energie is of grondstoffen, gaat nooit verloren en niks wordt minder waard.
Dan is er ook nog het begrip cradle-to-cradle. Dat is een manier van ontwerpen die onderdeel is van de circulaire economie: je bedenkt van tevoren of een product later makkelijk uit elkaar te halen is, zodat het opnieuw gebruikt kan worden, in delen of als geheel. Kun je het 1-op-1 hergebruiken, zoals een lamp gemaakt van matrasspiralen? Dan heet het recyclen: producten gescheiden inzamelen en het tot nieuwe producten verwerken. Kun je het op een andere manier opnieuw gebruiken zonder kwaliteitsverlies of restproducten, zoals een bureaustoel gemaakt van petflessenplastic? Dan spreken we van upcyclen. Kun je materialen eruit halen en opnieuw gebruiken? Dan heet het downcyclen. Een goed voorbeeld daarvan is het marktplein in Rotterdam; dat is gevuld met het puin van het bombardement.
“Portie kroten mevrouw? Ja, wat van dichtbij komt is lekker hoor. Tassie d’r bij doen we niet meer hè, tebbu zelf toch wel? Ja zie je wel, zo’n tassie van dat vliegerstof. Rotterdamse ontwerpster, toch? Nou, daar ken zoveel in, meteen maar een pondje doen dan?”
Ir. Mirjam Pronk is al 10 jaar adviseur duurzaamheid en helpt momenteel via het advies – en ingenieursbureau Tauw de overheid om de circulaire economie te vertalen naar de herinrichting van de openbare ruimte. Ze zorgt ervoor dat de verschillende partijen van elkaar weten en op elkaar inspelen. Zelf heeft ze een klushuis in het centrum van Rotterdam dat ze van energielabel G naar A aan het renoveren is.