Tram 25 slingert richting Centraal Station. De zon schijnt hoog boven de Coolsingel en warmt de beroemde straat op als een leeuw in de middagzon. Het is er stil. Mensen met mondkapjes op kijken schichtig om zich heen. Een thuisbezorger met een grote rugtas fietst over de Meent alsof hij een etappe in de Tour de France wil winnen. Wandelend over de Witte de Withstraat is het bruisende stadsleven ver te zoeken.
Zelfs restaurant Hung Kee, door Rotterdamse nachtbrakers vanwege de late openingstijden liefkozend ‘De Nachtchinees’ genoemd, is potdicht. Tot voor kort was het onmogelijk voor te stellen: lege straten, verlaten pleinen, stille terrassen, dichte kroegen. Rotterdam, waar je op elke hoek van de straat wel een gezellig café, restaurant, hotel of koffiebarretje tegenkomt, kreeg te maken met de intelligente lockdown.
Het kabinet dompelde de gehele Rotterdamse horeca in rouw. Het coronavirus slaat diepe wonden in de horeca- en evenementensector: kroeghouders en cafébazen moesten alle zeilen bijzetten en snel schakelen om met deze nieuwe situatie om te gaan en het hoofd boven water te houden. Een verslag van een bewogen kwartaal.
Desolaat
Aziz Yagoub is eigenaar van zowel poppodium Annabel als bar/restaurant Ballroom in de Witte de Withstraat. Hij is de drijvende kracht achter meerdere festivals in Rotterdam en ver daarbuiten. Een horecaman in hart en nieren: “Ik ben als zestienjarig ventje begonnen als afwasser.” Langzaam maar zeker leerde hij de fijne kneepjes van het vak en draaide weken van soms wel honderd uur. Het horecabestaan bleek de jonge Yagoub te passen als een jas. “Hard werken hoort bij me. Ik houd echt van dit vak. Het is mijn wereld. Mijn leven.”
Als Yagoub begin maart nietsvermoedend het vliegtuig terug naar Nederland neemt, kijkt hij onderweg even op zijn telefoon. De boodschap die hij daar in zijn vliegtuigstoel op zes kilometer hoogte hoort, is keihard maar heel duidelijk: de horeca heeft vijfendertig minuten om de deuren te sluiten en voorlopig niet meer open te doen.
Het toestel van KLM heeft zijn banden nog niet op de landingsbaan gezet of de ernst van de situatie dringt al tot Yagoub door: “Schiphol was een desolate plek. Bizar. Een paar Chinezen stonden met de douane te discussiëren. Zij werden zonder pardon linea recta teruggestuurd. Toen wist ik zeker dat de crisis ernstig was. Ik leefde van het ene op het andere moment in twee werelden.”
‘Onze sociale bijdrage verwatert als sneeuw voor de zon bij gezelligheid op afstand’
Kaartenhuis
Privé én zakelijk raakten de woorden van Rutte hem in het hart. “Het festivalseizoen stond klaar, alles was tot in de puntjes geregeld. Er stonden zúlke toffe dingen op de kalender.” Yagoub somt op: “De bekerfinale van Feyenoord. Een programma rond het songfestival, waar met de Citrusveiling al een geweldige nieuwe locatie voor was gevonden en vastgelegd. Een EK-plein, een evenement rond de Grand Prix van Zandvoort…”
Als een mitrailleur ratelt Yagoub de inmiddels allemaal afgelaste evenementen op. “Onwerkelijk. Het ging allemaal in één klap in rook op. Als een kaartenhuis stortte het werk van maanden en maanden zomaar ineens in elkaar. Niet alleen voor mij, ik moest ook een moeilijke boodschap doorgeven aan de mensen die met en voor me werken”, mompelt de nog steeds zichtbaar aangeslagen ondernemer in het kantoor van poppodium Annabel. “Ik moest met tranen in mijn ogen vertellen dat er mensen hun baan zouden kwijtraken. Sommigen kwamen naar me toe, wilden ondanks alles tóch blijven werken.” Yagoub laat even een stilte vallen. Hij knikt. “Ja, dat komt aan…”
Zoals bijna alle horecamensen reageerde ook Yagoub vliegensvlug op de nieuwe situatie. “We bedachten een drive-in disco op een geweldige locatie. De Van Nelle fabriek! Ik wacht echter nog steeds op een vergunning. Ons poppodium werd omgetoverd tot opnamestudio waar veel artiesten gebruik van konden maken. Zo kon er toch nog iets, maar het was zo onzeker. Hoeveel energie moet je steken in jezelf opnieuw uitvinden? Hoe lang gaat dit duren? Niemand wist het.”
Belangrijke schakel
Niet alleen zakelijk, ook privé ondervond Yagoub direct de gevolgen van het coronavirus. “Ik zou dit jaar gaan trouwen. Dat feest moesten we verplaatsen. Ik zou gaan verhuizen naar een huis met een tuin, ook dat werd onzeker. Wat overkomt mij toch allemaal, maalde ’s nachts door mijn hoofd als ik wakker lag. Tegelijkertijd ging bij mij ook een knop om. Ik had plotseling de mogelijkheid om veel dichter in de buurt van vrienden en familie te zijn. Normaal gesproken zien ze mij deze tijd van het jaar vrijwel niet. Ik kreeg een spoedcursus ‘wat is echt belangrijk in het leven’.
Yagoub prentte zichzelf in: probeer positief te blijven, creativiteit neemt niemand je af! “Maar positief blijven is lastig. Het is heel begrijpelijk dat de horecabranche gefrustreerd is. Bij velen staat het water ze aan de lippen. Logisch dat je gaat vingerwijzen naar van alles en iedereen. Sommige ondernemers zien hun zorgvuldig opgebouwde pensioen in drie maanden in rook opgaan. Dat levert ergernissen en stress op. Vanzelfsprekend. Mensen zijn echt wanhopig, ze zien hun zaken failliet gaan en hun oude dag verdampen.” Maar, stelt hij direct: “Bij de pakken neerzitten en klagen helpt niet. Als we met elkaar, ondanks alles, tóch proberen er de schouders onder te zetten, zal onze branche daar uiteindelijk meer aan hebben. Wij zijn een heel belangrijke schakel in de samenleving. Het avondje uit eten, het middagje kroeg en het nachtje doorhalen. Ze zijn als benzine voor de motor die deze stad draaiende houdt. Wij moeten beseffen dat wij als horeca de smeerolie zijn voor de samenleving. Het imago van zeuren en zaniken kunnen we nu niet gebruiken, hoe zeer het ook te begrijpen is. We hebben elkaar nodig.”
Morfine voor de pijn
“Het kabinet krijgt van mij een dikke acht voor de aanpak van deze crisis.” Yagoub is daar helder over: “Ga er maar aanstaan. Niemand weet iets. Er hangt een dodelijk virus in de lucht. Mensen komen op de intensive care en gaan dood. Beslis maar even. Dat hebben ze goed gedaan. Nu moet het sociale leven weer op gang komen. Nu moeten bedrijven geholpen worden en de economie gered. De steun die het kabinet beloofde, is volgens Yagoub lang niet genoeg.
“Die steun zie ik als morfine voor de pijn”, stelt hij dan ook. “Het kabinet moet in mijn ogen veel meer maatwerk leveren. Biedt per horeca-instelling, op basis van de belastingen, steunpakketten aan. Daar komt werkgelegenheid voor terug. Gooi niet alle horeca op de grote hoop. Kijk goed en help gericht”, adviseert Yagoub Den Haag.
De horeca probeert op te krabbelen na een keiharde linkse directe. De anderhalvemetermaatschappij helpt daarbij zeker niet mee. “Dat werkt bij ons niet. Onze sociale bijdrage verwatert als sneeuw voor de zon bij gezelligheid op afstand.” Yagoub is gemotiveerd om mee te denken en te helpen waar hij kan: “Ik ben bereid mensen te steunen, te kijken of ik iets voor ze kan betekenen. Ik probeer getroffen ondernemers nieuwe energie te geven. Wellicht door samen te werken of eens een goed gesprek te voeren.” Hij zucht en sluit af: “We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Als de horeca één gezicht laat zien en het kabinet komt met gerichte hulp dan komen we hier bovenop. We houden vol! Een linkse directe hoeft geen knock-out te zijn. Zeker niet voor Rotterdammers.”
Yagoub heeft zijn positieve woorden nog niet uitgesproken of het begint pijpenstelen te regenen. Het is typerend voor dit dramatische horecajaar.