Lelie Danesh heeft in korte tijd haar plaats in de scene als dichter ruimschoots veroverd. Het moment dat ze in het boek Please Kill Me een orale geschiedenis over de Amerikaanse punk uit de jaren 70 tot zich neemt, doet een vlam in haar ontsteken. De openbaring dat muzikanten als Iggy Pop, Patti Smith en Lou Read muziek zijn gaan maken door, of vanuit poëzie, verbindt in haar losse draden en creëert een drang om in ieder donker etablissement in Rotterdam als een rebel poëzie over aanwezigen uit te storten.
Opgegroeid in een schrijversfamilie bestaande uit linkse vrijheidsstrijders die tegen het regime van de sjah vochten tijdens de Iraanse Revolutie van 1979, is de liefde voor taal en haar rebelsheid niet geheel toevallig.
Lef!
Om haar eigen rusteloosheid een woord te kunnen geven, besluit Lelie op haar zeventiende aan schrijversworkshops deel te nemen waar ook veel aandacht aan performance wordt besteed. Rotterdam staat immers bekend om de kracht van het voordragen. Geïnspireerd door die Amerikaanse punks en haar eigen innerlijke onrust die vecht om naar buiten te mogen, vormt haar performance zich tot ware punk: lef! Schreeuwen! Lelie trekt zich terug, onzeker over haar kunnen. Een voormalig medecursist van een van de workshops, neemt contact op en laat weten dat ze niet begrijpt dat Lelie haar talent zo aan het vergooien is. Ze moedigt haar aan om zich aan te melden voor een van de voorrondes van de Rotterdam Poetry Slam. Het blijkt geen slecht idee geweest te zijn: met een performance doordrenkt van punk gaat ze naar huis als winnaar van de avond én met een plek in de Rotterdamse Poetry Slam finale.
Herscheppen
Nu haar woorden gewaardeerd worden door het publiek, verlangt ze haar poëzie in boekvorm uit te mogen brengen. Dat de regels van de poëzie die je leest verschillen met de regels die worden uitgesproken op een podium, wordt haar snel duidelijk. Het spelen met taal, regels en zinnen herscheppen, blijkt weer een op zichzelf staande kunstvorm.
Met interesse kijkt ze naar de stad die schrijvers haar wil weet op te leggen. Hoe de stad zich nestelt in verhalen en gedichten, een schrijfstijl bij hen creëert die in geen andere stad terug te vinden is. En uiteindelijk, eenmaal in het hart gesloten, nooit meer uit je donder gaat. Stiekem zijn Lelie Danesh, de rebelse punk poet en Rotterdam, de stad die zich telkens weer weet op te richten en zonder concessies haar ware gezicht durft te laten zien, één.
felle lichten
vrij naar Bright lights big city van Jules Deelder
de terugreis naar jou telkens weer een ongeduldig genoegen
sla op mijn borstkas als een verwilderd beest
een ontembare soort met grijnzende lippen, hart van een stier en brul
GEVLEUGELDE GRIJZE STAD NEEM MIJ MET OPEN ARMEN
dit beest staat nu hier, op gebarsten moedergrond vol bladeren
loopt dwars door laaghangend wolkterrein lacht en ontbloot de gesleten tanden
en daar! hoor het spugen en slikken in de hoek der hoeken
al het babelgezwets en/of ademrecht
OOK ONZE GENERATIE IS VAN DEFINITIEVE AARD
waggel voorts terwijl de avond ontwaakt (de felle lichten gaan nooit uit!)
wacht op de ziel van jules deelder in een bekommerd bruin aangeslagen pand
na drie slokken dringt wit licht de ruimte binnen met hemelse stem en schorre keel
platgestreken haar en zuinige sik vraagt mij de dans aan te nemen
daaropvolgend staan de sterren onder de voeten en glijden wij
als uitgesmeerde boter langs een breed zwart plateau
NU BEGINNEN WE TE DROMEN
zie onder mij prachtstad op water en oh! daar beneden wacht
een eeuwigheid aan vreugde & verlangen & tederheid