Dat de bruine kroeg nog springlevend is, bewijst Rijke & De Wit. Jong en oud zitten er samen aan de toog, spelen om beurten of tegelijkertijd Cluedo en Scrabble. “Het gaat hier echt niet uitsluitend over voetbal. Zo veelzijdig het publiek, zo veelzijdig de gesprekken”, stelt Arjen de Wit, eigenaar van dit populaire café op de hoek van de Nieuwe Binnenweg en de Heemraadssingel.
Wie Rijke & De Wit binnenloopt, gaat door een teletijdmachine. De toog en patrijspoortjes waarachter de toiletten schuilen, zijn opgekocht uit een ontmanteld schip van de Holland America Lijn. Het glas-in-lood is in originele staat. Alleen de kanten gordijntjes zijn verdwenen, en het biljart is eruit. Verder lijkt het alsof de klok er nooit heeft getikt. Met de nadruk op lijkt.
De beroemde zwart-witfoto van Vincent Mentzel gemaakt tijdens Feyenoord-Ajax in De Kuip, hangt er nog geen eeuw. “Vincent woont een stukje verderop. Hij komt geregeld een biertje doen. Dat ik hem ken, is niet de reden dat zijn werk zo’n prominente plek heeft gekregen. Deze foto geeft een mooi tijdsbeeld weer. De supporters stonden in 1969 met stropdassen en met pils van Oranjeboom in de hand in het stadion”, schetst Arjen.
Oudste
De huidige uitbater verzekert ons dat we niet aan geschiedvervalsing doen als we noteren dat Rijke & De Wit de oudste kroeg is van Rotterdam-West. Volgens het kadaster is die in 1905 opgericht. Het café heeft alleen niet altijd dezelfde naam gedragen. Elke naam verwees naar de eigenaar. In 2016 nam Arjen de Wit met Don Rijke de exploitatie van Vanouds Vermeulen over, die – raden is niet nodig – voor die tijd in handen was van Bertus Vermeulen. Het pand is nog altijd in zijn eigendom, evenals Café Timmer aan de Oude Binnenweg.
Rijke & De Wit is een bruine kroeg in een nieuw jasje, vindt Arjen. Met dat jasje doelt hij niet zozeer op de sfeer. Het is nu weliswaar iets lichter maar het kraakt er, zoals een bruine kroeg betaamt, nog steeds. Hij verwijst naar het aanbod. Er staat een serieuze koffiemachine, van de tap zijn acht bieren verkrijgbaar; Heineken en zeven wisselende speciaalbieren. En de ossenworst heeft plaatsgemaakt voor moderne(re) tapas als padrón pepers. “Ossenworst is een te gevoelig product.”
Duvel en chocomelk
Arjen is een horecatijger pur sang. Veertig jaar na dato weet hij nog wie wat dronk in zijn beginjaren als barman bij Dorus op de hoek Schouwburgplein en Mauritsstraat. “Ramses Shaffy bestelde er altijd twee glazen Duvel. Nam vervolgens de huishond op zijn schoot en begon Russische liederen te zingen. Herman van Veen daarentegen hield het vaak bij chocolademelk.”
Hij werd gepolst voor een job in Melief Bender en switchte. “Melief Bender was het summum, tegen dat aanbod kon ik geen nee zeggen. Het café was destijds nog in handen van Willem Langstraat, een heel markante man. Hij bracht leven in de brouwerij. Op de Lijnbaan stond destijds een man in een ketelpak te breakdancen. Als het even rustig was in de zaak, trok Willem hem naar Melief Bender. En binnen een mum van tijd stond de tapperij weer vol. Later werd Melief Bender overgenomen door de heer Vermeulen, en in 2012 door Robèr Willemsen. Van de 25 jaar dat ik daar in dienst was, werkte ik de meeste onder en met de heer Vermeulen. Met hem heb ik een bijzondere band. Aan Robèr ben ik eveneens veel dank verschuldigd: hij bracht mij managementskills bij.”
“Don Rijke kwam weleens in Melief Bender als gast. Hij heeft een eigen horecazaak in Dordrecht. Die ene keer nam hij zijn personeel mee. Hij vond dat ik een schoolvoorbeeld was in gastvrijheid. Zou dat over mezelf nooit zeggen, maar hij vond dat zijn medewerkers van mij konden leren. Ik keek mensen aan, ik begroette iedereen en ik bedankte iedereen. Heel veel meer deed ik niet. Uh ja, ik probeerde te onthouden wie wat dronk, en wat de vaste gasten bezighield. Vanzelfsprekend toch? Die keer was vlak nadat voor Le Vagabond het faillissement was uitgesproken. We waren een soort van ontzet: hoe kan dat, het was er altijd druk? Helemaal uit het niets zei Don tegen mij: ‘Is Le Vagabond niet iets voor ons?’ Dat zei hij net iets te hard. Iedereen kon het horen. Met een knipoog lokte ik hem mee naar de wc. Aan Le Vagabond zaten te veel haken en ogen. We haalden de heer Vermeulen erbij, en zo geschiedde.”
Geven
Arjen de Wit is zichtbaar van slag. Niet vanwege Don die er drie jaar geleden uitstapte. “We zijn nog altijd vrienden.” Hij kreeg zojuist te horen dat een vaste gast ernstig ziek is. Het typeert zijn oprechte betrokkenheid en dat siert hem. Als mens en als kastelein. Arjen neemt niet zozeer, hij geeft vooral. Een luisterend oor, gezelligheid, Franse kazen tijdens de jaarlijkse Beaujolais Primeur Party, toffe prijzen tijdens het tweejaarlijkse klaverjastoernooi en pretzels tijdens de borrel. Dat (ge)geven staat los van toen en nu. Het is daarom dat deze bruine kroeg anno 2024 zo floreert als ontmoetingsplek.