Rotterdammers maken Rotterdam

Rotterdam komt hier keihard binnen

Serga van Roon Tekst

De wonderlijkste dingen trekken aan haar voorbij. Een zwabberend partyschip, een onttakelde bajesboot, gigantische cruisers, zwaarbeladen tankers, spuitende blusboten, lijkbleke zwemmers: Wieteke heeft het allemaal gezien. En gehoord, want al die tafereeltjes worden soms ruw onderbroken door de chagrijnige stem van de Erasmus-brugwachter. ‘Dóórlopen!’ ‘Tempo!’ ‘Niét bij die richel!’ Rotterdam komt hier keihard binnen.

Een mirakel eigenlijk dat je nog kan werken, met zo’n uitzicht. Haar bureau staat pal voor het hoge raam. En haar barretje – zoals Wieteke de houten plank onder raam nummer twee liefkozend noemt – biedt nóg zo’n mooi uitkijkje over het water, pal richting Noordereiland. Hier ontbijt ze, liefst met haar vriend. Lekker rustig wakker worden, een beetje naar buiten kijken.

‘Zo’n kolonie neo-hippieachtige artistiekelingen: sommige buren spreken er schande van’

Juridisch getouwtrek

Alles went. De Erasmusbrug, het water, de skyline: bezoekers mogen verrukte kreetjes slaken over zoveel uitzicht, voor Wieteke is het dagelijkse kost. Haar kamer ligt in het Poortgebouw op de Kop van Zuid. Een rijksmonument dat ooit het hoofdkwartier was van de valsemuntende havenbaron Pincoffs. Het pand werd in 1982 gekraakt, maar kreeg een jaar later officiële status als creatieve broedplaats. Maar helaas. De gemeente verkocht het monument aan een projectontwikkelaar. En projectontwikkelaars zitten doorgaans niet te wachten op onrendabele huurders. Ook deze niet. De bewoners zijn al decennia verwikkeld in juridisch getouwtrek. Maar ze houden stand. En omdat de eigenaar zich niet bekommert om het pand, proberen ze de boel binnen zelf een beetje te onderhouden. Aan de buitenkant kwijnt het weg. Eeuwig zonde.

Allerhande kunstenaars

Samen rooien de achtentwintig bewoners het wel. Er woont een oceanograaf, een cellist, een violist, een dj, een zootje circusartiesten, allerhande kunstenaars. Ze komen uit landen als Noorwegen, Mexico, Duitsland en Chili. En: alles gaat democratisch. Dat betekent soms ellenlang vergaderen, maar er staat veel leuks tegenover. Er is een (eet)cafeetje, er zijn concerten, er is zelfs een mini-jazzfestival. Maar zo’n vrijplaats, zo’n kolonie neo-hippieachtige artistiekelingen: sommige buren spreken er schande van. Want oh, oh, oh. Oude hippies, vieze krakers, luie werklozen: alles hebben ze al gehoord. Via, via natuurlijk. Wat een onzin. De bewoners studeren, werken, hebben kindjes, zijn kortom druk bezig. Vroeger, ja toen moest je echt wel veganistisch, linksdraaiend en postpunk organisch zijn om een plekje in het Poortgebouw te bemachtigen. Dat is allang niet meer zo en Wieteke is daar het stralende voorbeeld van.