Kloppend hart van Rotterdam

“Geen zesje maar een acht”

Pascale Duin Tekst
Chris Bonis Beeld

“Begin jaren zeventig had je als profvoetballer twee opties; je deed niks, maar dan had je niets als je stopte met voetballen. Of je opende een winkel. De meesten kozen sigaren of een sportzaak. Bij ons was het ma die de sportwinkel begon.”

Danny en Pim jr. vertellen geanimeerd over het ontstaan van Sporthuis Pim Doesburg en over hun leven in het gezin van de pezige doelman. Danny heeft flarden herinneringen aan die tijd, maar Pim jr. weet alles nog precies: “Laten we eerlijk zijn, we hebben natuurlijk een heel leuke en onbezorgde jeugd gehad. Ik weet nog goed dat pa veertig jaar geleden meedeed aan het WK in Argentinië. Na het toernooi werden we opgehaald op Schiphol, waarna de spelersbus linea recta doorreed naar Paleis Soestdijk. In de tuin heb ik met onze huidige koning gevoetbald. Dat soort dingen blijven je wel bij.”

Danny: “In 2001 kregen we het met kerst over de winkel. Ik ben de bad guy, ik ben eigenwijs. Ik zei ‘Pa, verkoop de zaak gewoon aan ons. Je mag je overal mee blijven bemoeien en we krijgen graag advies, maar we nemen zelf de eindbeslissing.’ Voor mijn ouders was dat leuk, want het is natuurlijk gaaf als je kinderen de zaak overnemen. Vaak zie je bij familiebedrijven dat het kind erbij komt. Bij ons liep dat anders. Pim vindt het leuk om in de winkel te staan en mensen te helpen. Ik trek dat niet. Ik wil groeien. Hard groeien.”

Pim jr.: “In mei 2002 namen we het bedrijf over en spraken we de ambitie uit om flink uit te breiden.” En dat is zeker gelukt: inmiddels hebben de broers zeven fysieke winkels en drie online shops.

Danny: “Ik wil geen zesje, ik wil een acht en altijd meer en beter. Dat is de rode draad in onze samenwerking. En natuurlijk botst dat weleens. Pim jr.: “Hij wil wel honderd zaken en ik ben tevreden met twee. Dat verschil is goed, want daardoor vullen we elkaar aan en corrigeren we elkaar. Als de zaken goed gaan, dan heb je natuurlijk wel minder discussies dan wanneer het even tegenzit. Ook dat kun je vergelijken met sport; onderaan zijn meer technische besprekingen nodig dan aan de top. Als je bovenaan staat, geeft de trainer de opstelling door en zegt ‘hup, gewoon hetzelfde als vorige week’.”

Natuurlijk denken ze na over het voortbestaan van het familiebedrijf. Pim jr.: “Onze kinderen werken in de zaak. De combinatie van mijn zoon Pim en Pepijn, de zoon van Danny, zou helemaal niet zo gek zijn. Pim is de denker en Pepijn is de doener. Het zou echt een aanvulling zijn op het bedrijf. Pepijn kan aardig voetballen en heeft de Doesburg mentaliteit; hij gaat niet uit, drinkt geen druppel alcohol en gaat op tijd naar bed.” Danny: “Alles laten voor de sport, daar gaat het om. Vroeger slopen wij altijd door het huis, als papa tussen de middag sliep.”