Rotterdammers maken Rotterdam

Met mij komt het wel goed

Pascalle Winde Tekst
Rick Arnold Beeld

In een openhartig gesprek deelt dj, producer en liveact Susan Right haar kwetsbare en rauwe verhaal. Geboren en opgegroeid in het gewelddadige Zuid, nu wonend in Oud-Charlois. “Mijn verhaal is niet mooi, en toch ook weer wel. Het gaat over doorzettingsvermogen, de weg naar zelfliefde en nooit opgeven.”

Susanne van de Rijt, de vrouw achter de naam Susan Right, groeit op in Pendrecht. “Echt Zuid, zeg maar gerust de ghetto”, zegt ze. De straten zijn hard. Ze ziet dingen die geen enkel kind zou moeten zien: vechtpartijen, messen, geweld. Te vaak voelt ze het zelf. “Ik ben heel vaak in elkaar geslagen. Soms stond mijn zusje, vier jaar jonger, erbij. Voor haar was het misschien nog wel een erger trauma, machteloos moeten toekijken hoe haar oudere zus wordt mishandeld. Dat laat diepe littekens achter.”

Haar redding is thuis: een warm gezin, ouders die hun dochters op handen dragen. “Zonder hun liefde was ik waarschijnlijk afgedwaald. Mijn vader werkte jarenlang overuren om ons een betere toekomst te geven. Maar toen we eenmaal verhuisden naar een andere wijk, hield het geweld op straat niet op.”

Op veertienjarige leeftijd veranderde alles. In Zuidwijk wordt ze door een groep van tien meiden overvallen. Ze herinnert zich elk detail. “Ik werd helemaal kapot getrapt. Mijn gezicht werd opengesneden. Ik zweefde boven mijn lichaam. Ik voelde niets. Tot later, toen kwam de pijn…”

Aan de overkant stond een groep volwassenen, zo’n dertig man, schaamteloos toe te kijken. Niemand greep in. Een meisje van veertien wordt bont en blauw geschopt, en iedereen kijkt weg. “Dat is nog het ergste: die machteloosheid, het besef dat je er alleen voor staat.”

Een droom die alles veranderde

Wat volgt zijn jaren van woede. “Ik was verbitterd, boos op de wereld. Boos op Rotterdam. De stad die me zoveel pijn en verdriet had gedaan.” Toch houdt ze zich vast aan één gedachte: met mij komt het wel goed. Ze kan leren, ze is slim. Als driejarige kent ze alle vlaggen van de wereld uit haar hoofd. Als tienjarige filosofeert ze over zielen die hun eigen ouders kiezen. Maar de klappen laten hun sporen na. “Ik zat op het gymnasium, maar ik kon niet meer leren. Het lukte gewoon niet meer.” 

Het duurt tot haar dertigste voor ze écht de omslag maakt, door een ware droom. “In mijn droom liep ik naar Santiago de Compostela, ik voelde me vredig en sereen. Toen ik wakker werd wist ik: dit moet ik doen.” Tijdens de tocht neemt ze zich voor om haar boosheid in de bergen achter te laten. En dat doet ze. “Ik heb daar staan schreeuwen, gehuild, alles eruit gegooid. Daar begon mijn leven opnieuw. De grootste les is dat je altijd liefde moet behouden: voor jezelf, je medemens en het leven.”

De liefde voor muziek

Hoewel ze niet muzikaal is opgevoed, stond thuis altijd muziek op. Diana Ross, Vaya Con Dios, oude soul. Als kind neemt ze cassettebandjes op, knipt en plakt liedjes alsof ze er zelf een verhaal van maakt. Op haar negentiende besluit ze saxofoon te gaan spelen en ze blijkt enorm muzikaal te zijn. Ze belandt op de jazzschool en leert theorie en improvisatie. “Ik vond de klank van de saxofoon altijd magisch. Daar begon mijn muzikale reis echt.”

Al snel komt het dj’en in beeld. Eerst bij een vriend op zijn setje, later op haar eigen apparatuur. Urenlang oefenen, opnemen, terugluisteren, beter worden. “Ik draaide jarenlang alleen voor mezelf. Tot ik moest kiezen: sax of draaien. Ik koos voor dat laatste. Het was alsof ik wist dat dáár mijn stem lag. Het gaat om uren maken. Hoe meer je erin steekt, hoe beter je wordt.”

Vallen, opstaan en winnen

Die inzet loont. Ze wint meerdere nationale en internationale contests, waaronder de Grote Prijs van Rotterdam. Prijzen die deuren openen: software, apparatuur, coaching. Eén mentor springt eruit: Lucien Foort. “Hij heeft me begeleid in de stap naar live optreden met hardware. Iedere week kwam hij langs. Hij leerde me wat groove is en hoe je mensen echt raakt op de dansvloer.”

Ze mailt brutaal grote festivals dat ze te boeken is als live act. Wanneer Mystic Garden haar boekt, beseft ze dat ze nog niets heeft. Geen apparatuur, geen set. “Ik had vijf maanden om een liveset te bouwen. Ik ben vijf maanden nauwelijks buiten geweest. Maar het is gelukt.”

Die chick met die apparatuur

Tegenwoordig staat Susan bekend als een van de weinige vrouwelijke artiesten die volledig hardware-only speelt. Geen laptop, geen voorgeprogrammeerde tracks. Alles live opgebouwd met drumcomputers en synthesizers. “Ik ben een band in mijn eentje. Iedere set is uniek. Ik kan breaks verlengen, iets improviseren, inspelen op het publiek. Die vrijheid is magisch.”

Haar keuze is ook een antwoord op het stigma dat vrouwen in de scene vaak treft. “Mannen vragen snel of je je muziek wel zelf maakt. Alsof vrouwen dat niet zouden kunnen. Met hardware laat ik zien dat ik het zelf doe. Vrouwen kunnen dit. En dat moet de wereld weten.”

Maar meer dan erkenning gaat het haar om de emotie. “Muziek kan helen. Als iemand zegt: jouw muziek hielp me door een moeilijke periode, dan weet ik waarom ik dit doe. Ik word nu ook steeds vaker op straat herkend, dan zeggen ze: “Hey jij bent toch die chick met die apparatuur?”

Steun en toeverlaat

Naast de podia zijn er de momenten die ze deelt met haar familie. Zoals haar zus die onverwacht opdook bij Mysteryland, terwijl Susan speciaal tracks voor haar had voorbereid. “Ik begon mijn set en ineens stond ze daar als verrassing. Ik heb staan janken achter de booth.”

Of haar ouders die voor het eerst meegingen naar Bevrijdingsfestival. “Ze zagen duizenden mensen dansen op mijn muziek. Vanaf dat moment waren ze om. Nu gaan ze bijna overal mee naartoe. Hun trots betekent alles.”

Debuutalbum 

Voor haar debuutalbum, waarvoor ze subsidie krijgt van Sena, zoekt ze samenwerking met live- muzikanten en ook een Afrikaans koor. “Elke track krijgt een andere kleur, van jazz tot Afrikaanse percussie, van klassiek tot Arabische invloeden. Zoals BLØF ooit deed met Umoja.” En zodra die uit is, staat er een album/clubtour op de planning! Dat is voor nu mijn nummer 1 doel.”

Hoewel ze vooral in Amsterdam optreedt, blijft Rotterdam haar thuis. Haar inspiratiebronnen zijn haar ouders en Lucien Foort. De dromen zijn groot: Ahoy uitverkopen, een liveset op Lowlands, internationaal touren. “Mijn ultieme droom is om de wereld over te gaan met mijn livesets.”

Levenslessen delen

Achter de schermen is de scene hard. Veel mensen hebben een romantisch beeld van het dj-bestaan. “Dat kan ik ook wel”, hoor je vaak. Maar de werkelijkheid is anders: het is een harde wereld, vol ego’s en afwijzingen. Je krijgt vaker nee dan ja, en na iedere afwijzing moet je jezelf weer oprapen en doorgaan. Het vraagt eindeloos veel uren oefenen om beter te worden. De grootste valkuil is jezelf vergelijken met anderen. “Als een artiest staat waar jij wilt zijn, betekent dat simpelweg dat diegene eerder is begonnen. Er is genoeg voor iedereen en dat besef haalt de druk eraf. Verwachtingen zijn je grootste vijand, je moet gewoon je eigen ding doen.” Ondertussen geeft Susan Ableton-les aan de Music Production Academy in Rotterdam. “Hopelijk melden zich veel meiden aan. Je moet doorgeven wat je leert.” 

Ze wil graag een voorbeeld zijn voor jonge meiden. In de dancescene zijn vrouwelijke voorbeelden namelijk schaars. Waar mannelijke artiesten als Carl Cox en Stephan Bodzin zonder probleem doorgaan tot ver in de vijftig of zestig, lijken vrouwen nauwelijks diezelfde houdbaarheid te hebben. “Ik kan er geen één noemen”, zegt Susan. Het is precies de reden waarom ze nooit over haar leeftijd praat: muziek gaat niet over cijfers, maar over gevoel en energie. Toch ziet ze ook praktische oorzaken. “Mocht je als vrouw een kinderwens hebben, dan is dit leven bijna niet te combineren. Misschien verklaart dat waarom er zo weinig vrouwelijke liveperformers zijn.”

Zinloos geweld

De recente golf van geweld tegen jonge meiden brengt haar terug naar vroeger. “Dat meisje van zeventien dat laatst werd vermoord… ik had dat kunnen zijn. Het doet me beseffen hoeveel geluk ik heb gehad.” Daarom wil ze een boodschap meegeven: vertrouw altijd op je onderbuikgevoel. En maak jezelf sterk. “Als je voelt dat er iets niet klopt, luister. Ren. Dat gevoel heeft altijd gelijk. Ga trainen, boksen, kickboksen. Natuurlijk moeten mensen hun handen thuishouden, maar grensoverschrijders zullen er altijd zijn. Zorg dat niets of niemand jou iets kan aandoen.”

Vandaag staat Susan Right stevig in haar schoenen en straalt ze kracht en liefde uit. Ze draagt littekens, maar ook licht. “Ik ben supertrots op wie ik ben. Ik geloof in mezelf en in mijn muziek. Dat is de basis. Selflove. Als je dat vindt, ligt de wereld aan je voeten.”