Kloppend hart van Rotterdam

Mythes, legendes en sterke verhalen

Chris van Marion Tekst
Collectie Stadsarchief Rotterdam Beeld

Oorlog is een rare tijd. Het leven van alledag wordt constant doorbroken met bijzondere en vreemde gebeurtenissen. En die zijn voer voor mythes en sterke verhalen. Ooggetuigenverslagen worden keer op keer doorverteld en aangedikt. Het resultaat is dat wij ons collectief een oorlog herinneren, die misschien afwijkt van de realiteit, en die inspiratiebron is voor de expositie Leeuwen op de Coolsingel in Museum Rotterdam.

Wat voor verhalen mag je verwachten? De leeuwen die na het bombardement over de Coolsingel paradeerden. De gewone politie die met getrokken dienstwapen de net gelande, zwaarbewapende Duitse soldaten wilde arresteren. De lichtkogels die zouden zijn afgevuurd om de bommenwerpers het teken te geven om terug te keren. En het manna dat in de vorm van broden uit de lucht viel tijdens de voedseldroppings. Tijdens en na de oorlog zijn er veel verhalen verteld. Sommigen waargebeurd. Anderen gedeeltelijk. En een paar helemaal niet. Welke verhalen geloof jij?

In het museum zijn speciaal voor deze expositie enorme muurschilderingen gemaakt. Kunstenaars beelden zo de oorlogsverhalen uit – ieder schilderij een andere fase van de oorlog.

Strijd

De oorlog begon met de strijd. De Rotterdammers verdedigden met hand en tand de Maasbruggen, maar waren volgens de verhalen niet opgewassen tegen de Duitse overmacht. Een overmacht die achteraf helemaal niet zo groot bleek. Maar de belegering van de stad was een nieuw fenomeen voor Rotterdam. Al meer dan honderd jaar had de stad geen oorlog gekend. En natuurlijk, we wisten dat de Duitsers konden komen. Maar die staken dan ergens in het Oosten de grens over. Dat ze vanuit het niets midden in de stad zouden landen, kwam letterlijk uit de lucht vallen. Opeens was Rotterdam dé frontstad. En daar waren we niet op voorbereid.

Bombardement

Rotterdam hield langer stand dan waar de Duitsers op hadden gerekend. Daarom zouden ze zijn overgegaan tot het bombarderen van de binnenstad. Volgens de verhalen werden het stadhuis en het postkantoor aan de Coolsingel gespaard omdat deze strategisch nut hadden voor de Duitsers. Maar die bommenwerpers konden helemaal niet zo goed mikken. En de binnenstad werd niet alleen door de bommen verwoest, maar vooral door de daaropvolgende brand.

Rotterdam moest het voortaan zonder oud centrum doen. Een centrum waar lang niet iedereen voor de oorlog blij mee was. Daarom zouden ze al vier dagen na de verwoesting enthousiast zijn begonnen met het tekenen van de nieuwe, moderne en ruim opgezette stad. Opeens lag de weg vrij voor Rotterdam 2.0.

‘Rotterdam moest het voortaan zonder oud centrum doen. Een centrum waar lang niet iedereen voor de oorlog blij mee was’

Wederopbouw

Ook over de wederopbouw doen veel verhalen de ronde. Zo zou Witteveen in zijn plannen te veel leunen op de vormen van de oude stad. Maar ook zijn plan was vooruitstrevend, waarbij de auto ruim baan zou krijgen.

Veel Rotterdamse gebouwen konden worden behouden, maar de stedenbouwers zouden dat niet hebben gewild. Terwijl het juist de Rijksoverheid in Den Haag was die bepaalde dat particulier bezit niet behouden kon blijven. Gevolg: de binnenstad werd onteigend. Het puin werd geruimd. En de beschadigde huizen afgebroken.

Een heel bijzonder verhaal is dat men jaren later in de zojuist drooggelegde Noordoostpolder een oud Romeins beeld dacht te hebben gevonden. Waren de Romeinen zo ver de Rijn overgestoken? Later bleek dat het beeld hoogstwaarschijnlijk afkomstig was uit het oude stadhuis van Rotterdam aan de Kaasmarkt. Het puin van de Rotterdamse binnenstad werd namelijk overal in het land gebruikt. Ook hier, om wegen mee te versterken. Zo is dit beeld nabij Urk in een greppel terecht gekomen. Dankzij een bruikleen van de collectie PDB Flevoland, Batavialand staat het beeld tijdens de expositie voor heel even weer in het hart van de stad waar het uit weggevoerd is.

Bezet

De bezetting was een vreselijke tijd. Was dat wel zo? Nadat de Duitsers Nederland bezetten, was de oorlog afgelopen en hadden de Duitsers gewonnen. Dat was het. De Rotterdammers gingen weer aan het werk. In het dagelijks leven was niet zoveel veranderd. Zolang je uiteraard niet tot een vervolgde groep, zoals de Joodse Rotterdammers behoorde. In het begin van de jaren veertig bloeide de economie zelfs op. Pas toen de oorlogskansen van de Duitsers keerden, werd het grimmiger. Met als absoluut dieptepunt het laatste bezettingsjaar. De Duitsers plukten het land kaal om de eigen oorlogsindustrie draaiende te houden. Er ontstonden tekorten en zelfs honger. De voedseldroppings vlak voor de bevrijding waren erg welkom, maar het was de bezetter die goedkeuring gaf voor deze droppings. Die niet uit broden bestonden trouwens, zoals sommige verhalen vertellen, maar uit meel, vetten en andere halffabricaten.

Vrij

En dan volgt de bevrijding. Ook daarover zingen verhalen rond. Er volgden processen tegen mensen die zich in de oorlog zouden hebben verrijkt. Het kaalscheren van moffenmeiden. En de Nederlandse meisjes die er met de Canadese bevrijders vandoor gingen.

Tijdens de vijf jaar van de bezetting gebeurde er veel. Heel veel. En in zo’n rare tijd, gevuld met niet-alledaagse zaken, ontstaan verhalen. Mythes. Legendes. Marinus van der Stoep is zo’n legende. En Kitty van der Have, die na de bezetting werd beschuldigd van verraad. Je leert ze kennen tijdens de tentoonstelling Leeuwen op de Coolsingel. De tentoonstelling is tijdens de huidige coronacrisis wel uitgesteld, maar niet afgesteld.

Een bijzondere tentoonstelling waarvoor de archieven zijn leeggehaald. Want wist je dat direct na het bombardement veel van de pracht en praal van het oude Rotterdam is verzameld en opgeslagen? Beelden van gevels, versieringen, ornamenten. Het is allemaal bewaard gebleven.

Waargebeurd?
Een sterk verhaal?
Je ziet het in Museum Rotterdam