Kloppend hart van Rotterdam

Rosies zintuigen

Sander Grip Tekst
Rick Arnold Beeld

De in Kameroen geboren zangeres Ntjam Rosie is een bekendheid in de wereld van de jazz, maar zij houdt er niet van labeltjes opgeplakt te krijgen. Liever blijft ze zoeken, ontdekken, ontwikkelen. Zowel in haar muziek als in het dagelijks leven. Altijd met al haar zintuigen open jaagt zij haar passie na.

Ontspannen stapt Rosie het podium af. Ze heeft net een van haar ‘akoestische zondagen’ gespeeld in BIRD. Een sfeervolle middag met familieleden en vrienden op het podium en een publiek dat hongerig luisterde naar haar jazzy mix van soul, pop en wereldmuziek. Door de persoonlijke verhalen die ze er tussendoor vertelde, voelde de middag intiem. Rosie zelf geniet nog zichtbaar na van het optreden als ze haar dochtertje een knuffel geeft, de kleine teruggeeft aan haar man en vervolgens plaatsneemt in de artiestenlounge.

Ze grabbelt wat rond in een stapeltje chipszakjes en recht haar rug. Haar handen vouwt ze samen op haar schoot. De zangeres is inmiddels wel een bekendheid in de wereld van jazz en soul, maar bij het grote publiek zal haar naam niet altijd een belletje doen rinkelen. Erg vindt ze dat niet meer: “Ik ben wel op zoek geweest naar roem, maar ik heb me erbij neergelegd dat mijn muziek niet mainstream is. En ik ben ook wel blij dat ik geen Angelina Jolie ben. Ik kan gewoon over straat. Ik kan boodschappen doen in mijn lelijkste outfit zonder de krant te halen.”

Horen

“Love is calling everyday
Keeps on calling everyday
A shoutout from above everyday, just listen”
uit: Love is calling (At the back of beyond)

Je hebt vanaf je veertiende zangles gehad en studeerde met vlag en wimpel af op Codarts Rotterdam. Is zingen een roeping?

“Ik heb altijd gezongen en gedanst. Dat zijn misschien mijn Afrikaanse wortels. Het is iets dat je doet, uit jezelf. Het was in het begin niet serieus. School is serieus, daar werk je aan je toekomst. Maar ik was wel gefascineerd door artiesten als Madonna, Sade en Erykah Badu; zij raken hun publiek en zijn in staat dingen voor elkaar krijgen omdat ze beroemd zijn. Ik ging me afvragen hoe het kwam dat ik me daartoe aangetrokken voelde en steeds meer zag ik het mezelf ook doen: op een podium staan en zingen.”

‘Ik probeer bij mijn basis te blijven; dat is muziek. Daar word ik blij van dus dat doe ik’

“Ik voelde dat ik daar heel blij van werd. Als kind is het nog lekker simpel: ik word er blij van dus ik doe dat. En gelukkig heb ik dat nog steeds. Toen ik klein was vond ik die ‘volwassenenvragen’ over of ik er wel mijn brood mee kon verdienen, maar saaiheid. Nu weet ik wel beter en probeer ik wel degelijk rond te komen van mijn muziek. Maar ik probeer bij mijn basis te blijven; dat is muziek. Daar word ik blij van, dus dat doe ik. Elke dag geniet ik en de rest zie ik wel.”

“Ik jaag mijn passie na. Niet iedereen kan dat. Ik ben een van die gekke mensen op wie anderen jaloers reageren: ‘ik vind het zo gaaf dat jij dat doet!’ Maar zij willen niet zonder de zekerheid van een vaste baan. Ik volg liever mijn passie, dan leef ik ten volle! Dat romantiseer ik overigens niet. Ik weet heus dat ik af en toe wat minder te besteden heb dan iemand die voor meer zekerheid kiest.”

Je kiest er duidelijk voor je hart te volgen, maar om in muziek één stijl te kiezen, vind je lastiger. Elke plaat heeft een eigen karakter. Hoe vorm je een herkenbaar geluid voor jezelf?

“Ik houd van veel verschillende muziekstijlen. Mijn eigen geluid daarin vinden, is een proces van vallen en opstaan. Ik wil kunnen groeien door de ruimte te creëren mezelf te mogen zijn. Ik zie mijn muziek als een reis. Als ik mezelf imperfecties gun, dan kan ik mijn stem laten rijpen tijdens de zoektocht naar mijn stijl en richting.”

“Ik vergelijk mijn zoektocht met het maken van een gerecht. Verzinnen wat het beste bij elkaar past en wat je lekker vindt. Ik vind koken, zingen, kleding allemaal creatieve processen. Daarbij werk ik met de dingen die al bestaan. Of het nou gaat om ingrediënten of muziekstijlen. Het gaat er voor mij om dat je op een combinatie uitkomt, die bij jou past en die niemand anders nog heeft. Als je dat punt bereikt, is je eigen geluid ook herkenbaar.”

Ben je inmiddels op dat punt?

“Voor mijn gevoel ben ik op het punt waarop ik mijn eigen, herkenbare geluid heb. Maar tegelijk weet ik dat ik wil blijven groeien. Als ik niet meer kan groeien, vind ik er niets meer aan. Er is gelukkig nog zoveel te ontdekken, dat ik kan blijven groeien. Ik ben een bruggenbouwer; ik zoek naar spannende combinaties van stijlen. Ik heb al geflirt met pop en jazz, soul en jazz en met folk, gospel en jazz. Je ziet dus wel een lijn: jazz, jazz, jazz! Dat is altijd een rode draad in mijn werk geweest.”

“Ik heb net een kind gekregen en duw mezelf figuurlijk wat meer naar achteren. Ik wil rustig aan doen en leven met mijn kind. Ik wil er even vooral voor haar zijn. Die eerste fase is zo mooi. Maar ik ben wel constant bezig met mijn volgende move. Wat ga ik doen als ik er klaar voor ben weer nieuw werk te maken? Ik zal nooit één vaste stijlmix hanteren, maar altijd blijven combineren. In pop, world, soul en jazz heb ik mijn basis. Dat is het geheime recept van waaruit ik mijn muziek maak en bruggen sla naar andere stijlen.”

Zien

“You’re special and dear to me
You’re beautiful and worth it, more than a conqueror
Receive it, believe it, embrace it”
uit: Dear to me (The One)

Je zei al dat je ook heel erg bezig bent met mode; je wilt gezien worden?

“Dat is echt iets Afrikaans, denk ik. Ik snap niet dat je toffe kleren in de kast hebt hangen, maar dat je die alleen bij hoge uitzondering aantrekt. Het leven is mooi, dan is het toch te gek om er ook mooi uit te zien? Haal het beste uit jezelf. Niet alleen in wat je doet, ook in hoe je eruit ziet. Trek die mooie jurk aan, zorg dat je er verzorgd uitziet en doe je haar leuk. Zorg voor een beetje joie de vivre, iemand anders doet het niet voor je.”

“Ik ben voor mezelf wel altijd bezig met mode. In het dagelijks leven, maar zeker ook als ik optreed of als ik de eer heb op de cover van Gers! te komen. Nu is het een hobby, maar ik vind het fijn met vormen en kleuren te spelen. Dat wil ik omzetten in stoffen en patronen. Ooit komt het ervan, dat voel ik gewoon.”

Je noemt educatie als derde droom.

“Knowledge is power! Voor mij is school heilig. Geen opleiding kunnen volgen, dat is echt armoede. Er zijn nog altijd mensen in deze samenleving die analfabeet zijn. Je opleiding is een onderdeel van wie je bent. Je kunt pas tot volle wasdom komen als je een opleiding genoten hebt. Wijsheid is iets dat je krijgt door het leven te leven. Maar om verder te komen in het leven, alles te kunnen worden waarvan je droomt, daarvoor heb je een opleiding nodig. Dat geldt ook voor mij. Natuurlijk kun je zeggen dat je stem iets is dat je hebt of niet, maar ik heb ook bij Codarts in Rotterdam een opleiding gevolgd.”

Ruiken en proeven

“New on old foundations
Deep down inside the lesson
You’ll find my home, my home so strong”
uit: Roof over my heart (Elle)

Je bent geboren in Kameroen en woont sinds je negende in Nederland. Geuren en smaken kunnen je echter terugvoeren naar je geboortedorp. Hoe sterk is de band met je geboortegrond?

“Er zal altijd een weemoed naar Kameroen zijn in mij. Ik vergelijk het met een boom: je wortels zitten in de grond waar je geboren bent. Die wortels vormen je, geven je een basis. In Kameroen is voor mij alles begonnen. Ik heb negen jaar in Kameroen gewoond, tien jaar in Maastricht en de rest van mijn leven in Rotterdam. Het grootste deel van mijn leven woon ik dus inmiddels in Nederland en dit is ook echt mijn thuis. Het is alsof de boom sterker geworden is dan de wortels. Maar ik ben in Afrika geboren. Daar heb ik de eerste vruchten geproefd, daar heb ik voor het eerst water gedronken uit de beek. Ik heb zoveel eerste keren in Kameroen liggen; dingen ook die ik hier nooit heb meegemaakt.”

Hoe vormt dat je?

“Ik heb daardoor een brede kijk op het leven. Ik woon in Rotterdam, maar ik kom er oorspronkelijk niet vandaan. Toch is Rotterdam mijn thuis. Dat ik van ver kom geeft me een rugzak vol begrip voor andere mensen en culturen. Ik heb weleens het gevoel dat in twijfel getrokken wordt of ik hier wel of niet mag zijn. De felheid van de reacties in de zwarte-pietdiscussie vind ik onbegrijpelijk. Natuurlijk vind ik zwarte piet kwetsend; waarom mag ik daar niet voor uitkomen? Ik mag geen mening hebben, omdat die anders is dan jouw mening? Nederland is een open en liberaal land, maar op sommige issues snap ik het fanatisme niet. Angst begint de boventoon te voeren. Dat maakt me soms bang; xenofobie is een moeilijk te sturen emotie. Juist kunstenaars en artiesten hebben de kans healers of society te zijn. Wat wij doen is esthetisch en brengt je naar een ander niveau. Het raakt je bewustzijn en zet je aan het denken. Liefde en saamhorigheid, ik kan daar met mijn werk een verschil in maken. Ik zoek dus ook altijd een connectie met mijn publiek. Daarmee kun je deuren openen en dan kun je elkaar leren begrijpen.”

Is die connectie er ook in Rotterdam? Kunnen we linken leggen naar alle bevolkingsgroepen in de stad?

“Nu nog wel. Rotterdammers zijn op zichzelf, en droog. Maar ze zijn ook nuchter en daarin zit een soort basis van openheid en begrip naar anderen. Zeg iets over een ander en je krijgt direct terug of je weleens goed naar jezelf gekeken hebt. Dat typeert de stad. Hier is openheid tot discussie; het mag een beetje wringen. Hier mag je ook lelijke dingen voelen en zeggen. Daar is ruimte voor in Rotterdam en dat maakt de stad echt.”

‘Het grootste deel van mijn leven woon ik in Nederland en dit is mijn thuis. Het is alsof de boom sterker geworden is dan de wortels. Maar ik ben in Afrika geboren’

“Ik ben voor promotiewerk veel in Amsterdam. Alles is er hip and happening en dan vragen mensen waarom ik niet daar naartoe verhuis. Neeneenee, zeg. Laat mij maar hier. Ik houd van de mentaliteit van hard werken, je bemoeien met je eigen zaken en tegelijk toch op elkaar letten en durven zeggen als iemand lomp doet. Niet teveel van dat hipstergedoe. Dat is elders al genoeg. Rotterdam heeft iets dorps en iets metropolisch in zich. Die combinatie is gaaf. Ik kreeg na de geboorte van mijn dochtertje een cadeautje van de buren. Dat is het dorpse. Daar staan burenruzies en opgeschoten jochies die ’s avonds laat staan te schreeuwen op straat tegenover. In Rotterdam kan dat naast elkaar bestaan en dat geeft deze stad een heerlijk rauw randje.”

“In die zin is Rotterdam echt mijn hometown. Dat geeft rust, een thuis met mensen van wie je houdt. Die geborgenheid zoekt iedereen, maar ik denk dat mensen die ergens anders vandaan komen er nog sterker behoefte aan hebben, omdat ze hun geboortegrond hebben achtergelaten. Zij zoeken ook die plek waar waardering is voor wie je bent. Ik houd van Kameroen en de mensen daar. Maar hier heb ik mijn moeder, mijn gezin, mijn werk en mijn vrienden. Dit is mijn thuis.”

Hoe zorg je dat je je herinneringen aan Kameroen niet vergeet?

“Het mooie aan een nieuw nest bouwen is dat je de elementen van je verleden meeneemt en in je leven integreert. Zo voelt het hier ook een beetje als daar. Eten is voor mij belangrijk. Mensen wil ik altijd het gevoel geven dat ze binnen kunnen stappen en gastvrij onthaald worden. Dat is geen standaard Nederlands gevoel. Dan moet je toch eerst even gebeld hebben of het wel uitkomt. Het is soms één grote broeja bij mij in huis, een chaotische zoete inval. En daarin zie ik nog steeds het dorpje in Kameroen waarin ik opgroeide.”

Voelen

“This love is true
Your name is carved in my soul forever
Because you make me feel loved”
uit: I’m loved (The One)

Je bent geboren in Kameroen maar kwam op je negende naar Nederland. Hoe kwamen jullie hier terecht?

“Ik kom uit een blended family, zoals ze dat noemen bij ons. Mijn ouders mochten elkaar eigenlijk niet zien, dus zij spraken stiekem af. Toen mijn moeder mijn vader kwam vertellen dat ze zwanger was, bleek hij vertrokken naar Gabon omdat daar meer werk te vinden was. Mijn moeder kon hem niet vinden en ze beweerde altijd dat mijn echte vader nooit geweten heeft dat zij zwanger was. Verder leek ze zich niet veel meer te herinneren van mijn vader. Mijn moeder werd verliefd op een Nederlandse man en reisde haar liefde achterna naar Maastricht. Deze eerste stiefvader is overleden en mijn moeder is hertrouwd met een heel lieve man. Hij was als een surrogaatvader voor mij; zij zijn gescheiden maar ik voel nog altijd een heel sterke band met hem. Hij was een bonuspapa en gaf me het gevoel echt een vader gekend te hebben. Toen kon ik me er ook mee verzoenen dat ik mijn biologische vader nooit zou ontmoeten.”

“Toch kreeg ik ook nog de kans mijn echte vader te ontmoeten. Ik was negentien toen mijn moeder me kwam vertellen dat een tante hem had gevonden. Het bleek een heel lieve man. Hij vertelde dat hij echt nooit geweten heeft dat mijn moeder zwanger was. Toen was het goed. De afstand is natuurlijk te groot om echt een band op te bouwen, maar het is goed. Ik kan dat niet uitleggen, hij is mijn papa en dat voel je in je ziel.”

Intuïtie

“You’ve changed my attitude
Replaced my costume
Assigned to me your tune
I want to chorus”
uit: Covenant (The One)

Je bent opgegroeid in een christelijk dorpje, maar je eerste stiefvader was atheïst. Je komt pas later in je leven echt in aanraking met het geloof. Je zegt nu dat je ‘verliefd bent op God’. Wat brengt het geloof je?

“Mijn geloof is heel belangrijk voor mij. Het gaat voor mij over de kern van het leven. Er is een hand boven mij die me beschermt en me leidt in de dingen waarin ik niet alles begrijp. Zoals dat alles met elkaar verweven is, perfect en oké is. Ik kan mijn leven in zekerheid leiden, omdat ik me kan overgeven aan een superkracht. En dat is de ultieme rust in zoveel dingen.”

‘Het is soms één grote broeja bij mij in huis, een chaotische zoete inval. En daarin zie ik nog steeds het dorpje in Kameroen waarin ik opgroeide’

“Het is een gevoel van zekerheid. En het maakt ook niet zoveel uit of anderen geloven dat het waar is of niet. Met die vraag ben ik niet bezig. Voor mij is het een waarheid en dat geeft mij rust. Ik geloof dat ik beschermd ben en dat het goed komt. Door mijn geloof in God geloof ik dat ik op een heel grote manier geliefd ben. Op een manier die niemand op aarde mij kan geven. Ik mag er zijn, dat gevoel overheerst en dat is een prettig gevoel. Dat er iemand is die je ziet en die van je houdt ondanks je imperfecties. Het gevoel dat je mag leven en dat iemand je opvangt als er iets niet goed gaat.”

“Geloven is een vrije keuze. Ik heb die keuze kunnen maken en dat geeft me rust en liefde voor het leven. Het betekent overigens niet dat ik achterover kan leunen en me laat overspoelen door het lot, of zoiets. Je moet wel leven, maar ik voel heel sterk dat er iemand naast me meeloopt. God komt niet uit de hemel afzakken om je te laten leven, dat moet je zelf doen. Ik ben echt geen vage hippie die de hele dag voor zich uit zit te bidden; maar ik vind het geruststellend dat ik me nooit alleen hoef te voelen.”

Ntjam Rosie (1983) werd geboren in het dorpje Sonkoe in Kameroen. Op haar negende verhuisde ze met haar moeder die de liefde achterna reisde, naar Maastricht. De cross-over van soul, jazz, gospel, folk en wereldmuziek die ze speelt, brengt ze uit op haar eigen label Gentle Daze. Haar eerste plaat (Atouba) verscheen in 2008. Haar vierde en nieuwste studioalbum The One kwam in 2015 uit. Deze is ook door haarzelf geproduceerd.