Rotterdammers maken Rotterdam

‘Ik doe wat ik het beste kan’

Nienke Landré Tekst
Lennaert Ruinen Beeld

Het leven van Gerben Veldwijk loopt niet langs een rechte, strak geasfalteerde weg. Steeds weer staan er hekjes open die hem naar interessante tuintjes leiden. In een daarvan leerde hij de basis leggen voor zijn alter ego Mandy McCandy, een flamboyante Rotterdamse dragqueen. Hij vertelt over de reis die hij heeft afgelegd om te worden wie hij wil zijn.

Zijn hele jeugd bracht Gerben door in Apeldoorn met zijn ouders en twee broertjes. “We waren en zijn een fijn gezin. Mijn ouders en broers hebben altijd achter mijn keuzes gestaan”, vertelt Gerben. Na de middelbare school ging hij stedenbouw studeren in Deventer. Daar had hij het niet zo naar zijn zin. Hij volgde een klasgenoot naar een hogeschool in Breda, waar hij dezelfde opleiding kon doen. “Dat klasgenootje woonde in Rotterdam en er kwam een kamer vrij in haar huis. Of het iets voor mij was. En zo verhuisde ik op mijn negentiende naar de Straatweg in Hillegersberg.”

Make-uppen
Gerben kwam erachter dat de studie niet bij hem paste en schreef zich uit. Toen stond hij voor de keuze: terug naar Apeldoorn of in Rotterdam blijven? “Maar wat moest ik nou in Apeldoorn? Ik besloot lekker in Rotterdam te blijven, de stad te verkennen en werk te zoeken. In die tijd was ik niet zo serieus bezig met drag. Ik verkleedde me weleens met carnaval, maar meer was het niet. Tot ik in Rotterdam een vriend leerde kennen, die drag deed. Dat vond ik zo tof! Hij leerde me alles over make-up en liet het me al snel zelf doen. Dat zag er in het begin niet uit, ook al dacht ik dat ik helemaal the bomb was, haha! Maar oefening baart kunst en het ging me steeds beter af.”

Mandy McCandy
Drag was lange tijd een hobby voor Gerben. Als dragqueen moet je goed kunnen dansen, dacht hij. En dansen was niet echt zijn ding. “Ik kan het wel een beetje, maar een spagaat of radslag… Als ik dat doe, dan krijgt iemand gegarandeerd mijn hak in zijn oog. Toen werd ik in februari 2020 gevraagd door een restaurant om daar in het weekend in drag gasten te ontvangen en naar hun tafels te begeleiden. Ik hoefde alleen maar te doen wat ik het beste kan: mensen onderhouden en mezelf transformeren. Zo werd Mandy McCandy geboren. Dansen hoefde ik niet, dus dit was me op het lijf geschreven. Zo kon ik mooi wat bijverdienen om make-up, outfits en pruiken te kopen.” 

Zanglessen
Gerben zou het een half jaar proberen en dan kijken of hij ermee verder wilde. Maar een maand later knalde corona keihard alle deuren dicht. “Tegen het einde van de lockdown wilde de eigenaar van Ferry, waar ik al langer werkte, iets met een dragshow gaan doen. Of ik dat wilde invullen. Supertof natuurlijk. Al snel kwamen ze op het idee van een wekelijkse dragshow op de maandagavonden, wat ik nu nog steeds doe. Tot die tijd vulde ik de shows met comedysketches en lipsyncen, maar hoe tof zou het zijn om echt te zingen? Dat was iets wat ik wél kon en ik besloot zanglessen te nemen.” Na een optreden in de Schiecentrale werd Gerben gevraagd als showhost van de variété-dinnershow Vegas bij de Harbour Club in Amsterdam-Oost. “Een heel seizoen van 55 shows! Dat was een fantastische, nieuwe ervaring.”

Mallotengedrag
Een schaduwkant van Gerbens bestaan als dragqueen zijn de vooroordelen en kwetsende, denigrerende opmerkingen. “Vooral de tendens van de laatste paar jaar van ‘je hoeft die woke-shit niet door m’n strot te douwen’. Maar joh, ik ben gewoon lekker aan het werk en vind je mij niet leuk, dan kom je toch niet? Als ik in drag over straat loop naar een boeking, dan blijven auto’s weleens naast me rijden en krijg ik van alles naar mijn hoofd geslingerd. Ook op de snelweg: pal naast me blijven, seinen met lichten, obscene gebaren maken. Intimiderend mallotengedrag. Ik kijk nergens meer van op, maar het blijft eng. Ik word altijd zo boos als mensen zeggen: je moet doen wat jij wilt, maar val mij er niet mee lastig. Oké, topdeal! Maar val mij dan niet lastig, áls ik doe wat ik wil.”

Er mag wel wat veranderen aan de beeldvorming rondom drag, vindt Gerben. “Drag is een kunstvorm, performance act, visual art: een feestje om naar te kijken. Ik doe lekker mijn ding op het podium en als ze me vragen, ga ik ook op de barricades staan om het woord van mijn community te verkondigen.” 

Nieuwe tuinen
Wat de toekomst gaat brengen, weet Gerben niet. “Maar ik doe nu wel wat ik echt leuk vind. Ik heb nooit zo’n vastomlijnd toekomstbeeld gehad. Ik volg wel een pad, maar ik kom overal openstaande hekjes tegen. Daar staat dan iemand achter, die me uitnodigt in zijn tuin te komen kijken. Het ene tuintje ziet er beter uit dan het andere, maar overal ontdek ik leuke dingen. Ik ben benieuwd welke mooie tuinen ik nog ga tegenkomen.”