Wie had dat kunnen bedenken: een wereldwijde gezondheidscrisis. Een heuse pandemie. Geloof het of niet, in Rotterdam was dit daadwerkelijk bedacht. In 2019. Zorginstellingen uit de regio’s Rotterdam-Rijnmond en Zuid-Holland Zuid testten hun onderlinge samenwerking met de grootschalige oefening ‘Hollandse Griep’. Meer dan dertig organisaties en het openbaar bestuur bestreden gezamenlijk deze fictieve pandemische griepgolf. Welke genieën waren de werkelijkheid voor? En hoe bedenk je zoiets? Saskia Baas en Erik van der Linden hebben het antwoord. Zij zijn medebedenkers van de oefening en werkten mee in de uitvoering van de oefening.
Baas is directeur Publieke Gezondheid en directeur GGD/GHOR* bij de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond: “Het was voor ons niet de vraag of er ooit een pandemie zou komen, maar wanneer.” Haar collega Van der Linden, senior beleidsmedewerker GHOR bij de afdeling Risico en Crisisbeheersing, vult aan: “Hadden we een scenario geoefend dat gelijk is aan hoe nu de coronacrisis eruitziet, dan waren we afgeserveerd met de mededeling: dit is echt een slecht oefenscenario.”
Alles is te oefenen
Uiteraard richt de Veiligheidsregio zich op het voorkomen van een ramp of crisis, maar soms moet je nou eenmaal een ramp bestrijden. En dan kun je maar beter goed voorbereid zijn. Daarom zijn deze oefeningen zo belangrijk, stelt Baas. “Eerst kijken we op welke ramp de kans het grootst is. Dan gaan we een oefening bedenken. Dat zijn er heel veel per jaar. Van kleine, eendaagse oefeningen die je achter je bureau kunt doen, tot meerdaagse met figuranten op locatie.” Van der Linden valt haar bij: “In de huidige uitzonderlijke situatie laten we sommige oefeningen overigens niet doorgaan. Zo was er voor half maart een grootschalige terrorisme-oefening gepland. Die hebben we maar geschrapt. Om Rotterdam Centraal in deze coronaperiode fictief het podium te laten zijn van een aanslag, zou te veel paniek geven. Bovendien: het zou ook te veel risico op besmettingen opleveren.”
Dit is geen oefening
De laatste grote, multidisciplinaire oefening vond van eind augustus tot en met oktober plaats. Daar deden verschillende partijen aan mee. En de inkt van de evaluatie was nog niet droog of het eerste signaal van een nieuw, gevaarlijk virus uit China kwam bij de GGD binnen. Baas: “We dachten direct: dit lijkt wel bizar veel op onze oefening… Die begon ook klein, met een berichtje van een nieuw virus. En nog uit China ook. We namen het meteen zeer serieus. Een kenmerk van een pandemie is, dat het klein begint, een grootse, snelle opbouw heeft en dat het lang duurt. Het is niet dat er, bam, een bom ontploft en dat was dat dan. De aanloop duurt lang, de uitbraak en de nasleep ook.
Net als wat we nu bij de coronacrisis zien, was onze oefening ook ingericht. We begonnen in augustus met een enkel fictief persbericht. We bouwden op naar soms een middag oefenen tot een heel grote meerdaagse oefening op 8 en 9 oktober 2019. Daar waren ook alle bestuurders bij aanwezig. We hebben dus echt een pandemische crisis nagespeeld.”
Glazen bol
Achteraf gezien lijkt het wel of ze bij de Veiligheidsregio een glazen bol hebben staan waarin ze deze pandemie zagen aankomen. Van der Linden: “Dat zou je bijna denken. Maar nee, een pandemie was gewoon nog een oefening op ons lijstje. Grootschalige rampen als terrorisme en cybercrime hadden we al gehad. En een pandemie is ook gewoon een crisis die waarschijnlijk is, dus belangrijk daarop voorbereid te zijn.”
Zo’n oefening bedenk je niet zomaar, gaat hij verder. Die ontstaat. “Eerst oefen je kleine onderdelen. Je bekijkt of alle basisvoorwaarden in orde zijn. Je checkt of de scholing van medewerkers actueel is. Zo niet, dan zorg je voor aanvullende opleidingen. Zo breid je de oefening langzaam uit. In een keer heel groot oefenen, heeft geen zin. Dan weet je niet wat je oefent.”
De oefening ‘Hollandse Griep’ is in nauwe samenwerking met de GGD bedacht. Het is de bedoeling dat alles tijdens de oefening zo echt mogelijk lijkt. Van der Linden: “Er zijn dus tv-journaals, nep-sites met updates en er is een groep mensen die tegenspelen. Die bellen op, sturen mails en reageren op de nep-social media.”
Baas: “Zoals Erik al zei: het was voor ons niet de vraag of er een pandemie zou komen. Wij roepen al jaren dat de griepgolven in Nederland ernstiger worden, dat er eens een virus komt dat heel sterk zal zijn en pandemisch zal worden. We zijn met heel veel mensen op de aarde en we leven steeds dichter op dieren. En niet per se op een goede manier.”
Unieke oefening
Toch is zo’n grote oefening als ‘Hollandse Griep’ er niet vaak. Dat meerdere regio’s en organisaties als het Rijksinstituut voor Milieu, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Rode Kruis betrokken waren, was echt uniek. Ook het bestuur van gemeenten in de veiligheidsregio en het Regionale Overleg Acute Zorg (ROAZ) waarin zorginstellingen met elkaar samenwerken tijdens een crisis, werden bij de oefening betrokken. Alle plannen, procedures en afspraken werden zo getoetst. En dat alles vlak voordat een werkelijke pandemie ons land bereikte. Mooier kun je het niet hebben.
Was het nuttig?
Baas: “Ja ergens is dat mooi, natuurlijk, maar oefenen is sowieso altijd nuttig. Ook als we nu niet met deze coronacrisis zouden zitten. Al is het alleen maar om niet in paniek te raken als er echt een ramp is. En dat merk je nu ook echt: het is crisis, maar er heerst bij ons geen paniek. Wel merk je dat de vermoeidheid toeslaat. Wat dat betreft is een flinke brand overzichtelijker. Net zo goed verschrikkelijk, maar die heb je op een gegeven moment onder controle. De brand is geblust, de mensen verzorgd. Deze gezondheidscrisis duurt echt heel lang. Wat overigens wel opvalt: door de oefening hadden we erop gerekend dat er veel meer personeel uit zou vallen als gevolg van ziekte dan in de praktijk blijkt te gebeuren. Helaas is de schade voor ‘de mens op straat’ wel veel groter.”
Van der Linden: “Het scenario van deze coronacrisis ontvouwde zich, zoals wij voorspeld hadden in de oefening. Het grote verschil is dat we er geen rekening mee gehouden hadden dat al die hygiëne-maatregelen zoveel effect zouden hebben. Die remmen nu de curve, waarover je steeds hoort in de media, ontzettend goed af.”
Opgefrist
“Het fijne van een oefening is”, stelt Baas, “is dat alle contacten ook weer opgefrist zijn. Je kunt alles op papier oefenen, maar uiteindelijk komt het toch neer op wie je kent. Wij konden dus in januari heel snel schakelen, we vielen makkelijk in het geoefende ritme, waardoor we ook snel alarm konden slaan bij andere veiligheidscollega’s, burgemeesters en bestuurders.” Van der Linden tot slot: “We worden in de wandelgangen soms vreemd aangekeken als we met een oefenplan komen aanzetten. Ik denk dat de meningen over hoe realistisch onze scenario’s zijn, nu wel bijgesteld zijn. En het mooiste natuurlijk, is het feit dat we, al konden we deze pandemie niet voorkomen, er wel goed op voorbereid waren.”