Rotterdammers maken Rotterdam

‘Het went nooit’

Barbara Hoogsteden Tekst
Studio 1/60 Beeld

Rotterdam barst van de helden. En dan hebben we het niet over Erasmus of Kaat Mossel, maar over verborgen helden. Zoals de 185 vrijwilligers bij de Voedselbank Rotterdam. Voor Annette Koopman is het iedere week een uitdaging om gezinnen een goedgevulde box mee te geven. “Ik ben voortdurend overal aan het vragen om spullen. Op mijn voorhoofd staat één groot vraagteken.”

Iedere week krijgen drieduizend gezinnen in Rotterdam een voedselpakket. Maken we de cirkel groter dan spreken we over 7600 pakketten in de regio Rijnmond. Dat zijn de harde, kale cijfers, maar achter elk pakket zit ook een verhaal. Koopman: “Dit werk went nooit, toch is stoppen te makkelijk.”

Koopman begon in 2007 als administratief medewerker bij de voedselbank. Vervolgens behandelde ze ruim vier jaar de aanvragen die binnenkwamen. “Ik zag de meest schrijnende situaties voorbijkomen. Soms heb ik er nog slapeloze nachten van.” Nu staat ze aan het hoofd van de afdeling Voedsel en Fondsenwerving. De spontane inzamelingsacties van mensen maken voor haar een hoop goed. Van basisschool tot multinational en van ad hoc actie tot structurele bijdrage: de voedselbank krijgt dagelijks zo’n vijftig mails binnen.

Pitbull

De afdeling van Koopman leidt alle acties in goede banen. En dat gaat een stuk verder dan simpelweg donaties in ontvangst nemen. “Een man vroeg voor zijn feest kindercadeaus aan zijn gasten, zodat hij die aan ons kon doneren. Hartstikke leuk in een kerstpakket natuurlijk. Maar voor kinderen van 12 tot 16 jaar zat er niks bij. Moet je je voorstellen; het kleine zusje krijgt een kerstcadeau en de grote broer niet. Dan ga ik aan de slag. Ik probeer bioscoopkaartjes te ritselen en bel met de RET om het vervoer te organiseren. Ook probeer ik dan nog ergens een gratis hamburgertje te regelen. Ik ga net zo lang door tot het me lukt. En eigenlijk wil ik ook dat het voedselpakket uit de schijf van vijf bestaat. Maar ja, kaas en eieren zijn geen restproducten. Lastig. Toch blijf ik knokken om ook dat erin te krijgen. Of ik een verborgen held ben? Ik zie mezelf meer als een pitbull.”