Kloppend hart van Rotterdam

‘Een echte Rotterdammer heb altijd wat te zeiken’

Lotte Kuhlmann Tekst
Kelly Josefien Alexandre Beeld

Wie de Wannebiezz voor het eerst hoort optreden zal geen moment twijfelen. Rotterdamser dan dit wordt het niet. Zelf noemen ze hun muziek Nederlandstalige feel good en ze zijn pas tevreden over een optreden ‘als iedereen meezingt en -danst’. Of nog preciezer: “We willen dat het publiek op zijn rug ligt met de pootjes omhoog.”

Arie, Rocco en Gilles kennen elkaar al van jongs af aan. Rocco: “Wij zijn opgegroeid op de kermis, zo’n kermis die een week of twee weken in de stad bleef en dan weer verder reisde. Als de bezoekers naar huis waren, kroop het kermispersoneel bij elkaar voor een borrel en een babbel. Arie pakte dan de gitaar erbij en met z’n drieën zongen we Hollandse liedjes. Op een gegeven moment zei iemand, ‘daar hebbie die wannabees weer’.” Dat vonden ze eigenlijk wel een gave naam. Gilles heeft toen uitgezocht of de naam de Wannebiezz nog nergens geregistreerd stond, dat was niet zo. “Dus die hebben we meteen geclaimd natuurlijk. Dat was tien jaar geleden. Het leek ons wel wat om centen te verdienen met liedjes zingen.”

Chagrijnige Gordon

In Rotterdam en omstreken is het trio inmiddels wereldberoemd, maar een aantal jaar terug besloten de mannen over de grenzen van Rotterdam te gaan. Arie: ”We wilden meer naamsbekendheid in het land. Dat leek ons boekingsbureau ook wel een goed idee. We zijn al vrij snel met het bureau ‘SHOW en zo’ in zee gegaan, omdat wij ons vooral op het leuke aspect van het optreden willen richten. Al dat gedoe eromheen is alleen maar ellende. Het boekingskantoor kan dat allemaal prima voor ons regelen.”

Om meer bekendheid te krijgen meldden ze zich via het bureau aan voor Holland’s Got Talent. Ze moesten ergens naar de andere kant van Nederland, vertellen ze. Gilles: “Een teringeind rijden om auditie te doen. Maar het was wel lachen. We kwamen daar met onze hele setting; tafeltje met kleedjes, schemerlampie en uiteraard de vleugel op hoge poten, die we nog moesten opbouwen. Gordon was onwijs chagrijnig omdat het natuurlijk allemaal veel te lang duurde. Totdat we begonnen met onze show. De jury vond het helemaal te gek. Dan Karaty snapte ons niet helemaal, maar toen Arie de tekst vertaalde met zijn steenkolenengels én omdat het publiek zo uit z’n dak ging hebben we toch drie keer een ‘ja’ gekregen. We zijn niet doorgegaan naar de volgende tv-rondes, maar dat vonden we niet erg. We wilden met onze giechel op tv komen en dat is gelukt.”

Algemeen Beschaafd Rotterdams

Inmiddels treden de mannen door heel Nederland op. “We staan in Rotterdam in een plas te stampen en de golfjes reiken steeds verder. Uiteindelijk willen we heel Nederland aan het ABR (Algemeen Beschaafd Rotterdams).” Nog niet overal zijn ze even bekend. “In Hengelo hadden ze nog nooit van ons gehoord. Dan zitten ze echt met hun armen over elkaar af te wachten wat er gaat komen. Aan ons de taak om te winnen. We checken de zaal en spelen op het publiek in. We spelen voor veel verschillende doelgroepen, van bejaarden tot aan de Vrienden van Feyenoord in de Kuip en zelfs in 020 zetten we de boel op z’n kop. Is het niet goedschiks, dan maar kwaadschiks, haha. Inmiddels weten we aardig wat we moeten doen om de zaal te sturen, met wie in het publiek we een lolletje kunnen maken. Interactie is erg belangrijk en reken maar dat iedereen na drie nummers mee staat te zingen en dansen. Daar doen we het voor, iedereen moet met een goed gevoel naar huis en we zijn pas tevreden als iedereen op zijn rug ligt met de pootjes omhoog.”

‘We zouden in het basispakket moeten zitten, want mensen leven op van onze liedjes’

Inspiratie halen de Wannebiezz onder andere uit het Cocktail Trio; een band die tussen de jaren ’50 en ‘80 hits scoorde met nummers als Kangoeroe-eiland en Hela, roept de Akela, die ‘geleend’ worden door Arie, Rocco en Gilles. Eén van Gilles mooiste momenten met de band is toen ze mochten optreden op de negentigste verjaardag van Ad van de Gein, het toen nog enige levende lid van het Cocktail Trio (Ad van de Gein overleed in augustus 2014 op 92-jarige leeftijd, red.). “We moesten er dat hele kolere-eind voor naar Amstelveen, maar hij heeft ons die dag de Cocktailprikker doorgegeven. Hij stopte met optreden en gaf het stokje aan ons door. Daar zijn we apetrots op.”

‘Ol de wee’

Sommige nummers bedenkt de band zelf. Arie: “Soms is het net als kakken, het komt opeens opzetten.” Twee tot drie keer per jaar wordt er een nieuwe single uitgebracht en vorig jaar kwamen de mannen met een dubbel dvd waarop ze twee uur lang live optreden. “We bestonden in 2015 tien jaar en wie jarig is trakteert.”

Razendpopulair onder de fans van de Wannebiezz is het terugkerende evenement ‘Ol de wee’, waarbij het theater in Vlaardingen een weekend lang, vijf shows in drie dagen, volledig op z’n kop wordt gezet. De hechte fanclub is belangrijk voor de muzikanten. Het is een dagtaak om hen via social media op de hoogte houden. “Het werk stopt niet als we van het podium af stappen. We vergeten weleens dat mensen zich echt aan onze muziek optrekken. We zouden in het basispakket van de zorgverzekering moeten zitten, want mensen leven blijkbaar op van onze liedjes. Fans vertellen weleens dat ze meerdere keren per dag naar ‘Goeiemorge Zonneschijn’ luisteren, omdat ze zich daardoor beter voelen.”

De mannen vinden het best bijzonder dat anderen hun werk zoveel waarde toedichten. “Dat realiseren we ons niet altijd, omdat we vooral voor de lol op het podium staan. Maar we staan daar wel echt om mensen even de narigheid van de dag te laten vergeten. Het is even gezellig. Doe lekker mee, voel je goed, voel je fijn.”

Een tijdje terug stonden ze voor zo’n honderdvijftig Rotterdamse patiënten met een psychische stoornis en hun mantelzorgers, vertelt Rocco. “Na de eerste set dachten we: wat een drama, dit komt helemaal niet op gang. Dus gooiden we er nog een schepje bovenop. En ja hoor, daar gingen de handjes de lucht in. We hebben de meesten zelfs aan de polonaise gekregen! De organisatie wist niet wat hen overkwam, sommige cliënten staren normaal alleen maar voor zich uit. Da’s toch een mooi resultaat?”

Grote muil

Rocco, Arie en Gilles zitten vaak op elkaars lip, maar over stoppen wordt niet nagedacht. “We zijn het nooit met elkaar eens en we zijn elkaar vaak zat. Maar we hebben samen leren lezen en schrijven, we doen alles samen, we weten niet beter. En soms scheld je op elkaar, maar het is ook waardevol dat we elkaar al zo lang kennen. Als er iets onverwachts gebeurt op het podium kunnen we razendsnel schakelen. Ellende lachen we weg. Een beetje Rotterdammer heeft altijd wat te zeiken, maar we geven er een positieve draai aan. We hebben niet altijd zin om ergens in Schubbekutteveen onze singles te promoten, maar onderweg daarnaartoe ontstaan er wel weer nieuwe nummers of leuke ideeën. Zo combineren we het nuttige met het aangename. We hebben een grote muil, maar we steken de handen uit de mouwen. ‘Werken met je luie donder’, is ons motto. Maar altijd met een lach, want boven alles staan we er voor ons eigen plezier.”


Arie

Gers 

“Ik vind het gers dat wij met onze muziek en optredens zoveel mensen blij mogen maken. Het mooiste wat er is, is toch een lachend gezicht. Niet dan?”

Mooiste aan Rotterdam 

“De diversiteit. Geen enkel stukje is hetzelfde. Al die nationaliteiten bij mekaar. Voor mij is Rotterdam een wereldstad in de ruimste zin van het woord.”

Motto 

“Doe maar gerust gek, da’s heel gewoon.”

Rocco

Gers 

“Dat we ons ‘eigen kenne blijve’ en dat mensen dat nou juist charmant vinden.”

Mooiste aan Rotterdam 

“Rotterdam is áltijd in beweging, een bron van inspiratie. Een Rotterdammert is recht voor z’n raap, met veel humor. Lekker lope zeike en toch een positieve ondertoon.”

Motto 

“We gaan het gezellig maken. Is het niet goedschiks, dan kwaadschiks.”

Gilles

Gers 

“Dat we waardering krijgen voor onze muziek en optredens uit werkelijk alle lagen van de bevolking.”

Mooiste aan Rotterdam 

“Die prachtige strakke skyline. Ik hou der van.”

Motto 

“Met een beetje proppe en perse past alles!”