Rotterdammers maken Rotterdam

Een citylounge voor slettebakjes

Serga van Roon Tekst
Lutfi Uzun Beeld

Menig Rotterdammer mijdt het als de pest, ontkent bij toeristen zelfs het bestaan. Overdag is het hooguit een snelle, grauwe doorsteek richting Coolsingel of Lijnbaan. ’s Avonds, zeker zomers, een hangout voor studenten, bimbo’s, nachtbrakers en snelle gastjes.

Hoe dan ook, het Stadhuisplein wordt flink op de schop genomen. Versie 2.0 is deze zomer gereed. Met nieuwe bomen, bankjes, reusachtige bloempotten en hangverlichting. De gemeente Rotterdam noemt dit ‘citylounge’. Het is een ‘gevoel’ dat de binnenstad moet uitstralen, zo meldt de website: “Aan de buitenkant is Rotterdam stoer, robuust en groots, maar als je er vertoeft, voel je de ziel van de stad die menselijk en zacht is. De binnenstad als citylounge is de metafoor voor de sfeer die de stad nastreeft. Een sfeer die gastvrij, warm, persoonlijk en gezellig is.”

Toe maar. Feit is wel dat een kleine opknapbeurt geen kwaad kan. Wordt het Stadhuisplein daarmee hip, hot & happening? Zeg maar een citylounge? Nee. Want hoeveel bankjes en bloempotten je ook neerzet, zaken als bar Coconuts en de Après Skihut blijven vooralsnog de boventoon voeren op het plein. Dat geeft verder niets. Rotterdam smoked en sizzled tegenwoordig van het ‘hippe’ en ‘hotte’, en je struikelt bijkans over de alternatieve koffiesaloons, broeinesten en conceptstores. Maar een grote stad heeft óók een onvervalste slettebak-plek nodig, waar het ordinaire vanaf spat.

Wat dat betreft zit het wel snor op het Stadhuisplein. Alles is hier fout. Maar dan ook goed fout. De drankjes, de muziek, de belly shots, de dansjes op de bar. Fijn hoor. Zeker op zomerse feest- en hoogtijavonden kun je de menselijke soort hier in al zijn wonderlijke hoedanigheden heerlijk begluren. Ook na de verbouwing zal het Stadhuisplein een dronken thuis blijven vormen voor slettebakjes, sportschoolboys en ernstig verdwaalde toeristen. In citylounge stijl. Dat dan weer wel.