In de nazi-propagandamachine nam beeld een centrale plaats in. De indoctrinatie van de jeugd ging voor een deel via het beeldverhaal. Zo waren er Bilderbogen vom Kriege, grote mappen met steeds 25 getekende verhalen; enkelzijdig gedrukt zodat je ze kon uitsnijden om aan je muur te prikken. Elk verhaal draaide om een heldhaftige soldaat of bijzondere veldslag. De strijd om Rotterdam was voor de Duitsers bijzonder genoeg om er een Bilderboge aan te wijden.
We zien de bruggen bij Moerdijk, niet de Maasbruggen. Er staat nergens dat bommenwerpers de stad platgooiden. Dat er Duitse tanks over de puinhopen in de stad reden, is flagrante onzin. En dat met de capitulatie van de stad de oorlog gelijk ten einde was, is ook fout; de capitulatie van ons land volgde pas een dag later in Rijsoord.
Tekenaar Leo Bothas nam het niet zo nauw met de waarheid. Het ging hem om de zegeningen van het Derde Rijk, niet om een historisch adequate weergave van de feiten. Die zegeningen werden verteld in vier, vijf of zes plaatjes met een vierregelige strofe op rijm onder elke afbeelding. De strips waren voor de Duitse jeugd, die hiermee deugden bijgebracht werd als dapperheid, kameraadschap en vindingrijkheid. Daarnaast kon de jeugd zich vereenzelvigen met moedige soldaten en kreeg zij met de paplepel ingegoten hoe fijn het was om held voor het vaderland te worden.
Ruim baan
Dat Rotterdam figureert in een Bilderboge is bijzonder. Er is slechts één andere Bilderboge over de strijd in Nederland. Van een luchtlanding bij Den Haag; daarin gaat het om de heldendaden van een Feldwebel, niet om de strijd op zich. Het zegt iets over het belang dat de Duitsers hechtten aan de havenstad. Volgens de nazi’s was de strijd aan de oevers van de Maas zinloos. Had Rotterdam zich volgens het oorlogsrecht een Open Stad verklaard, die niet verdedigd zou worden, was er niets aan de hand geweest en had dat hele bombardement niet plaatsgevonden. Juist door de verdediging van de stad had het Derde Rijk het recht, zo vond men in Berlijn, de stad te veroveren.
Ongelofelijk effectief
Bilderbogen werden vervaardigd in opdracht van het Deutsche Propaganda Atelier (DPA). Zij gaven ook pamfletten en affiches uit, maar verder is weinig bekend over dit instituut. Propaganda was vooral een zaak van de Wehrmacht, die eigen afdelingen had voor film, fotografie en tekst. Naast Bothas had het DPA ook de meer getalenteerde H. Rothgaengel in dienst, die wel realistischer tekende maar zich evenmin veel gelegen liet liggen aan de feiten.
Ergens in 1943 was het wel gedaan met de Bilderbogen. De oorlog kwam steeds dichter bij Duitsland, zodat er niet meer zoveel te pochen viel voor de nazi’s. Tegen die tijd echter, hadden de stripjes hun werk gedaan. Duitse kindsoldaten, die door alle indoctrinatie, waaronder die strips, niet beter wisten dan dat zij behoorden tot het superieure ras dat de gedoodverfde winnaar van de oorlog zou blijken, streden langer én gretiger dan welke andere soldaat ook.
Het laat zien hoe ongelofelijk effectief het beeldverhaal was bij de indoctrinatie van de jeugd in nazi-Duitsland. De Bilderbogen vom Kriege zijn een vorm van pure propaganda die we heden ten dage niet meer zouden toestaan.
Dit artikel kwam tot stand met hulp van Gerard Groeneveld.